Iemand had de creatie 'Harm met de harp' van cabaretier Henk Elsink onder de aandacht gebracht, en daarbij meteen aangetekend dat men zich niet meer zo zal herkennen in de mentaliteit waarmee men destijds humor maakte. Harm van Henk is van eind jaren zestig en hij zet er een stereotype neer van een homo (homofiel zeiden ze in die tijd nog) waar met name huisvrouwen om konden gieren, wat ook in de opname is te horen. Het stukje cabaret is op single uitgekomen en heeft in 1969 zelfs in de top 10 gestaan. U kunt het als u op
Harm met de harp klikt beluisteren.
In de reacties is te lezen dat de meesten het zeer gedateerd vinden, en dat is het natuurlijk ook. Sommigen vertelden zelfs dat het hen niet heeft geholpen om voor hun geaardheid uit te komen in die dagen. Ooms op verjaardagen die de populaire Harm gingen nadoen, de horror. Homoseksualiteit daar lag al een groot taboe op zo'n 55 jaar geleden en dit hielp natuurlijk niet echt. Heteroman Henk Elsink die een karikatuur neerzet van een homo inclusief hoge geaffecteerde stem, slap handje en 'woeps'. Natuurlijk moet je het in de tijd zien waarin het is gemaakt: oh, oh, oh, die gekke homo's toch! De homo als amusement. De in die tijd bijna enige bekende openlijke homo, Albert Mol, deed daar vrolijk aan mee, die cultiveerde het beeld wat men had van homo's, 'jullie zijn allemaal zo leuk' (nou, nee hoor), het is nauwelijks emancipatorisch te noemen. Dat waren de nummers van Robert Long daarentegen wat later in de jaren zeventig wel. Ik kan me nog een radio-reclamespotje herinneren over vershoudplastic waarin Albert begint met zijn karakteristieke stem: 'Even als huisvrouwen onder mekaar...." Ik denk zo eind jaren zeventig, ik vond dat toen al te overdreven weet ik nog.
Men vond het zo leuk omdat van mijlenver te zien was dat zowel typetje Harm als Albert homofiel waren, om dat vreselijke jeukwoord uit die tijd maar es te gebruiken. Dat is duidelijk in een hokje te plaatsen, dat vind men fijn. De schok is veel groter en wekt zelf aversie op als het die stoere bouwvakker of agent is waaraan 'het' niet te zien is.
Iedereen kent toch wel de schuddebuikende heteroman die lachend zegt: 'Ik vind het best, zolang ze maar niet aan me zitten'. Vaak zijn dit mannen waarvan ik denk: wees jíj vooral niet bang, maar hoezo zouden homo's ongevraagd aan anderen zitten? Kan het soms zijn dat heteromannen hun eigen gedrag naar vrouwen toe als maatstaf nemen? Ja, kan ik op die vraag beantwoorden, ik heb het hen wel eens gevraagd en dat werd beaamd. Het idee dat een andere man naar hen kijkt zoals zij naar vrouwen kijken vinden ze geen prettig idee. En ik stel het nu heel zwart/wit, ik ken genoeg heteromannen die in touch zijn met hun eigen seksualiteit dat ze homo's niet als een bedreiging zien.
Uit de kast komen is ook niet iets wat je maar één keer doet. Het blijft een rode draad in je leven. Men wil kunnen duiden, in hokjes kunnen stoppen. Ik heb meegemaakt bij mijn vroegere werk dat iemand van de collega's, die waarschijnlijk het kortste strootje had getrokken, naar me toe kwam met de vraag: 'Ik wil je wat vragen, maar misschien word je wel boos'. Ik weet dan al waar het om gaat en speel dat helemaal uit natuurlijk, maar het blijft van de zotte. Want de reactie is dan steevast 'dat het niet geeft'. Nee, dat zou er nog bij moeten komen ook! Het is hetzelfde als er aan een collega met een tintje wordt gevraagd: Wat ben jij eigenlijk? En ja geloof me, dat wordt gedaan.
Bij mijn huidige baan was het nog straffer, bij het tweede gesprek werd vanuit het niets gevraagd: 'Ben jij van de mannen?' Ik reageerde met: 'Hoezo deze vraag?' en stond eigenlijk al in de startblokken om het voor gezien te houden. 'Diversiteit is toch wat we in deze tijd willen met elkaar' ging ik verder. Nou ja, er kwam natuurlijk weer een 'het maakt niks uit', maar tóch moest er duidelijkheid komen en in een hokje worden geplaatst. Omdat het een oudere man was met dito gedachtegoed liet ik het maar zo en daarnaast had ik geventileerd hoe ik er over dacht. Voordeel was wel dat er niemand van het personeel naderhand door de rest naar voren hoefde te worden geschoven om 'Het' te vragen. En ik heb het er prima naar mijn zin, maar het blijft niet oké om zulks in een sollicitatiegesprek te vragen.
We zijn na 55 jaar al een heel eind opgeschoten maar er valt nog een wereld te winnen. De rechtse wind die door de wereld en ook door ons land waait is niet zo pro regenboogmensen, dus waakzaamheid blijft geboden. Zo'n Albert Mol 2.0, Martien Meiland, is natuurlijk ook geen visitekaartje, meer een stap terug in de tijd. Het zijn weer huisvrouwen die niet meer bijkomen om die hilarische en duidelijke homo. Zolang het maar niet te dichtbij komt in de familie of omgeving, dan is het voor sommigen ineens moeilijk om mee om te gaan.