De middelbare maar nog verrassend energieke verkoper is druk bezig in de schoenenwinkel waar hij werkt. Hij had in het verleden als boekhandelaar de literaire werken van Jean-Paul Sartre verkocht, met als zijn persoonlijke favoriet "Les jeux sont faits", alsmede de psychologische analyses van professor Wayne Dyer aan cliƫnten aangeraden die hem na verloop van tijd uitvoerig kwamen bedanken omdat Wayne's visie hun leven had veranderd. Nu, in de nadagen van zijn werkzame leven, dus schoenen, en hij heeft er lol in. Hij bezit het vermogen om meestentijds het zilveren lijntje te zien, bovendien heeft het wegzetten en bijhouden van de vakken met schoenen wel iets weg van de lexicografische manier waarop hij decennialang boeken in de kasten heeft geplaatst.
Momenteel heeft hij zich verdiept in de afdeling met kinderschoenen, het is net wat aantrekkelijker om met maatjes 28 en 30 te werken dan met de maten 45 en 46. Daarnaast zijn de kinderschoenen anno nu zoveel leuker dan die uit zijn eigen kindertijd. En hij is natuurlijk dol op kinderen, altijd al geweest, zo schattig hoe ze met die kleine kleverige handjes de zojuist opgeruimde afdeling met hun nog niet volledig ontwikkelde motoriek in een oogwenk tot een plaats delict weten om te toveren. Dan zijn ze toch om op te eten. Letterlijk.
Gisteren was hij weer vol enthousiasme bezig terwijl kinderen vrolijk en blijmoedig om hem heen dartelden. Hij heeft ontdekt dat kinderen na het aanpassen van nieuwe schoenen de onbedwingbare behoefte voelen om te rennen. Wij grote mensen doen dat niet meer. De conversatie tussen (groot)ouders en kinderen zijn prijsloos. Je pikt er ook meteen de verwende kinderen uit, die zitten verveeld op een stoel met veel chagrijn en laten moeder, met piekhaar en vlekkerige huid, af en aan lopen met schoenen en vinden niks leuk. Niet verrassend: jongens zijn veel makkelijker dan meisjes. Een jongen van een jaar of 11 constateerde bij iedere schoen die hij paste; "Hier kan ik ook goed mee voetballen", dat was zijn belangrijkste criterium. Een andere vrij geduldige jongen verzuchte tegen zijn nogal zeurderige moeder: "Ja maar mam, je kunt niet van iedere schoen weten of ze altijd lekker zullen zitten". Dat is nog eens een waarheid, dat beaamde moeder ook.
"Vraag jij eens aan de kassa of ze lege schoenendozen hebben?" hoorde hij een moeder aan haar kind vragen. Waarschijnlijk bedoelde de moeder dat het ventje het aan de persoon achter de kassa moest gaan vragen, maar het was een slim kereltje, hij begreep dat terstond. Even later kwam hij terug met de mededeling dat er geen dozen waren. Later die middag ontdekte onze middelbare doch energieke verkoper twee schoenendoosjes met ieder twee paar schoentjes erin. Ernaast twee gaten waar de dozen van de schoentjes hadden gestaan. "Geen dozen?" had moeder blijkbaar gedacht, "Ik zie genoeg dozen!" en vond dat zij recht had om twee schoenendoosjes uit het vak te halen en de inhoud bij andere schoenen in de dozen te doen, wel dezelfde, dat dan weer wel. "Ach ja", dacht de middelbare en nog steeds energieke verkoper, "het is sinterklaastijd er moeten natuurlijk surprises gemaakt worden."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten