Het schijnt maatschappelijk min of meer gedicteerd te worden om het afgelopen jaar aan te merken als een jaar welke niet gauw genoeg voorbij had kunnen gaan, een verloren jaar zelfs, daar werd halverwege 2020 al mee begonnen. Ik begrijp ook wel dat het te maken heeft met de pandemie en vooral met de maatregelen die dat met zich mee heeft gebracht, welke voor sommigen gelijk staan aan de hel. Het was een bijzonder jaar, daar wil ik in meegaan, maar om nu een heel jaar af te schrijven omdat we licht beperkt waren in een aantal eerste wereldzaken gaat mij iets te ver.
Heeft u direct of indirect de vreselijke gevolgen van het virus bij uzelf of dierbaren aan den lijve ondervonden, of heeft u anderzijds een geliefd persoon verloren is het natuurlijk een heel ander verhaal. Dan zullen herinneringen aan het jaar 2020 daar altijd mee verbonden blijven. Voor medewerkers in de zorg is het ook een jaar die de analen zal ingaan als ongekend. Ik vermoed dat er in de decennia die komen met enige regelmaat documentaires te zien zullen zijn over hoe het was om in dat bange jaar 2020 in de zorg te werken. Ook de horeca, sportscholen, theaters en musea en hun werknemers hebben een loodzwaar jaar achter de rug. Sommigen hebben hun faillissement moeten aanvragen of moeten dat binnenkort doen, anderen zijn hun baan in die sectoren kwijt geraakt en doen (tijdelijk) noodgedwongen iets anders of hebben (tijdelijk) een uitkering. Deze mensen hebben recht van spreken, maar u en ik?
Wij konden niet het hele jaar uit eten, naar de kroeg, op vakantie, naar het theater of museum en toen dat tijdelijk wel even kon zaten daar bepaalde restricties aan. Niet iets om moord en brand over te schreeuwen toch? Als ik het op mezelf betrek, was 2020 een heel fijn jaar. Ik kwam er achter dat ik mijn leven eigenlijk al voor een groot deel als iets wat nu een lockdown of lockdown-light heet leidde. Ik wist dat niet, het was een verrassende openbaring. Dat maakte het voor mij misschien makkelijker om er in mee te gaan.
Wat voor mij dit jaar anders maakte was dat ik niet naar geboekte theatervoorstellingen kon, veel minder uit eten ben geweest, me iets meer in mijn eigen omgeving ophield dan normaal en er meteen achter kwam dat in de vierkante kilometer van mijn domicilie eigenlijk alles te vinden is wat essentieel is. Ik kon een bepaalde periode niet sporten, maar rust is voor een ouder wordend lichaam ook wel even goed. Ik zag vrienden minder of niet, maar dat werd mij ingegeven doordat ik op mijn werk, waar men zo een eigen kijk heeft op wat wel of niet verstandig is, met te veel onbekenden in aanraking kom en het niet op mijn geweten wil hebben onwetend anderen te besmetten. Kortom, niet iets om volledig van van het pad te geraken, om op pannen te gaan slaan of politici te gaan bedreigen. Gewoon een kwestie van logisch nadenken en meeveren met de door niemand gewenste situatie.
Wel is er dit jaar een rimpel in mijn voorhoofd ontstaan. 'Dat komt omdat je bijna zestig bent', zult u zeggen, 'dan mag het ook wel eens.' Maar nee, die is ontstaan door een bijna permanente staat van verbouwereerdheid betreffende mijn medemensen, mondiaal, en hun verbazingwekkende wijze van omgaan met een wereldwijde pandemie. U weet, mijn mensbeeld was al niet zo rooskleurig, en die is het afgelopen jaar enkel maar naar beneden bijgesteld. Dat is inderdaad jammer, maar het is niet anders.
Zo is de voorhoofdrimpel in diepte toegenomen door het feit dat iedereen voor corona hele dagen aan het knuffelen blijkt te zijn geweest met hun oude moeder, hun kinderen, ooms, tantes, ja met wie niet eigenlijk? Ik maak dat op uit het feit dat het niet kunnen knuffelen als het vreselijkste wordt aangemerkt wat in deze pandemische tijden niet meer kan. Ik knuffel nooit. Nu moet ik dat even nuanceren, toen ik nog aan relaties en dergelijke deed, knuffelde ik natuurlijk wel met het onderwerp van mijn affectie, maar dat kun je in coronatijd ook gewoon blijven doen, mits jullie exclusief zijn voor elkaar. En wat ik voor corona deed was vrienden bij begroeten even omhelzen, nou, dat kan dan voor nu even niet, daarvoor is de namasté-groet een prachtig alternatief, en wat mij betreft een permanente vervanger voor het handen schudden in de toekomst. Binnen de gestelde maatregelen kun je je dierbaren nog wel gewoon zien en met hen praten en lachen.
Mijns inziens zijn er afgelopen jaar heel veel problemen gemaakt van dingen die helemaal geen probleem zijn. Gewoon even pas op de plaats en je met name voor anderen even aan wat maatregelen houden. Ik laat de wappies maar even buiten beschouwing, hoewel zij wel de grootste veroorzakers van de voorhoofdrimpel zijn maar tegelijkertijd ook van die veel vrolijkere lachrimpeltjes bij m'n ogen. Het zijn de paradijsvogels van de samenleving, hier en daar wat gewelddadig, maar ten tijde van het roemruchte programma 'Showroom' zouden ze er avonden mee hebben kunnen vullen.
Het jaar 2020 is bijna voorbij, terugkijkend voor mij dus een mooi jaar en omdat ik in dat jaar de tijd heb genomen om het hele gebeuren van zo'n pandemie en wat dat in de maatschappij teweeg brengt te observeren, kon ik bijna met precisie voorspellen hoe alles een opmaat was voor de uiteindelijke échte lockdown begin december. Wel later dan ik had verwacht was het voor mij, in tegenstelling tot hen die al vanaf maart ach en wee roepen, geen verrassing. Daar waar zij het te druk hadden met benoemen van wat allemaal niet meer kon zag ik al in dat er, gezien hoe er met de maatregelen werd omgegaan door het gepeupel, over niet al te lange tijd nog wel meer niet zou kunnen.
Ik durf mijn hand voor 19 januari niet in het vuur te steken en ik weet dat ik tegen een muur spreek, maar een vaccinatie betekent niet in één streep door naar festivals, kroegen en vliegreizen. Ik vermoed dat 2021 ook nadrukkelijk in het teken zal staan van het al dan niet steeds muterende coronavirus. Maar desondanks dit geschetste beeld van mij, wens ik u een heel fijn en vooral gezond 2021. Er kan nog zoveel wel!