Het hokjesdenken in Nederland kent geen grenzen en soms lees ik in de krant in welk hokje, waar ik het bestaan niet van wist, ik nu weer ben ingedeeld. Ik ben een flexitariër weet ik sinds gisteren. Een flexitariër is iemand die meerdere dagen per week geen vlees eet om verschillende redenen. Ook vóór mijn BodieBoost manier van eten at ik al minder vlees omdat ik er niet zo heel erg om geef, en er tegenwoordig heel goede en lekkere vleesvervangers zijn. Let wel: zo nu en dan vind ik een gerecht met vlees heerlijk, daarom pas ik ook niet in het hokje van de vegetariër, daar word ik absoluut niet toegelaten. Zelf noemde ik het vleesarm eten, maar nu is er dus een woord voor: flexitariër.
Er zijn mensen die, vinden ze zelf, niet zonder vlees kunnen. Ik heb dan altijd het beeld voor me van de laaggeschoolde, voetbal kijkende, bier drinkende, barbecueënde man met een lichte neiging tot obesitas wat hij in nietsverhullende shorts en verwassen hemdjes onbeschaamd ten toon stelt. Zo'n man die geen ei kan bakken maar zodra de barbecue tevoorschijn komt zich daar heer en meester over waant en binnen 3 meter niemand in zijn nabijheid duldt. Het neanderthaler oergevoel van man-maakt-vuur-en-vlees komt dan over deze vinexwijkbewoner.
Zo iemand kan zich het eten zonder vlees niet voorstellen en zal dan ook niet tot de groep van 'vleesverlaters' horen. Vleesverlaters. In hetzelfde artikel waar ik uit leerde dat ik flexitariër ben, bleek ik, en velen met mij (77%), ook vleesverlater te zijn. Ik kan lang over zo'n woord nadenken, ik vind het een raar en ook een wat onsmakelijk woord. Ik hou het wel op flexitariër, als ik dan tóch in een hokje moet, dan maar daarbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten