Als ik de trein uitstap en Den Haag binnenloop is het alsof ik een lekker zittende ouwe jas aandoe. Ik weet dat ik langer weg ben uit mijn geboortestad dan dat ik er gewoond heb, maar die eerste 26 jaar zitten er diep in. Ik was op weg naar vriendin Anke en moest een stukje met de tram, het was een oude tram met van die oude knopjes om aan te geven wanneer je eruit wilt, dit kleine gegeven vervulde me alweer met nostalgie. Ik hoefde het knopje niet te gebruiken want vanwege werkzaamheden moest ik eruit in de binnenstad om via de Torenstraat naar haar woning te gaan. Thuiskomen, dat is Den Haag voor mij, een heerlijk wandelingetje was het met een lekker zonnetje.
Lekker een bakkie gedronken en bijgekletst om vervolgens op weg te gaan naar het Kunstmuseum voor de tentoonstellingen van Dior en Grand Desserts. Het was heerlijk weer dus gingen we te voet, en dan ontvouwt mijn verleden zich voor me, we zijn langs de van Diemenstraat gelopen waar mijn opa en oma zestig jaar hebben gewoond en mijn vader geboren is, op het Prins Hendrikplein geweest waar bij Hotel Restaurant Victoria we zowel het 55 jarig als het 60 jarig huwelijksfeest van opa en oma hebben gevierd en waar we met de vereniging van mijn vader maandelijks kienavonden hadden. Het bestaat nog steeds, grondig verbouwd en onder een andere naam. Langs de adembenemende Haagse panden van het Statenkwartier en omgeving gewandeld, en passant nog even voorbij de van Blankenburgstaat gelopen waarbij ik uitriep: "Oh, dus hier woonde juffrouw Mangré." De dingen die een mens onthoudt, juffrouw Mangré was de lerares van de vierde klas van de lagere school! Over zinloze weetjes gesproken. De Obrechtstraat waar ik zes weken ongelukkig heb gewoond bij vrienden van mijn ouders vanwege dat mijn moeder in het ziekenhuis lag en ook voorbij het Statenplein gelopen waar ik destijds als jong mensch mijn dressman opleiding heb gedaan. Uiteindelijk zei Anke: "We zijn er bijna, daar is het". "Oh vlakbij het Gemeentemuseum" reageerde ik. "Het Gemeentemuseum heet nu Kunstmuseum" kreeg ik als antwoord terug. Ik had geen idee.
Het is een prachtig gebouw van Berlage en er was veel belangstelling maar zo de tentoonstellingen in loop je de meeste mensen wel kwijt, die verspreiden zich. De Dior tentoonstelling is prachtig, Christian Dior is niet oud geworden, slechts 52 jaar, maar zijn naam ligt heden ten dage nóg op ieders lippen als men over mode praat. Er wordt een bijzonder mooie doorsnede getoond vanaf zijn eerste collectie van 1947 tot aan nu toe. De Dior signatuur is goed te herkennen en vele creaties die te zien zijn, zijn door niet de minste gedragen, Prinses Gracia van Monaco, Marlene Dietrich en Prinses Diana om er maar een paar te noemen. Er waren ook studenten van de modeacademie (vermoed ik) en die gingen na hun bezoek van de tentoonstelling twee aan twee aan de gang met een paspop en stoffen en, oude sentimentele man als ik ben, raak dan ontroert als je die meisjes en jongens bezig ziet om iets moois te maken, met wat ze op school geleerd hebben en zojuist gezien. Het komt vast nog goed met de wereld denk ik dan.
Anke en ik hebben toen even een koffie/thee pauze ingelast om vervolgens verder door het musuem te gaan dwalen, er was een tentoonstelling Nachtzwervers, kunst van de Belgische Dirk Braeckman en Léon Spilliaert. Veel zwart en grijs en erg somber. Daar moet je van houden, wij vonden het wat neerslachtig. Daarna zijn we de permanente tentoonstelling Wonderkamers doorgelopen. daar hoor je dan een tablet voor bij de balie te halen, maar wij hebben het gewoon gedaan zonder en dat was net zo leuk. En als toetje hebben we de tentoonstelling Grant Desserts, die pas 23 november is geopend, bezocht. Een feest van kleuren en (letterlijk) geuren over de geschiedenis van het dessert. De onvermijdelijke Janny van der Heijden is de gastconservator van deze tentoonstelling, en ze heeft dat heel serieus genomen. Er zijn veel interviews te zien die ze afneemt en ze vertelt zelf ook veel. Er is zoveel te zien, serviezen, puddingvormen, allerlei soorten dessertbestek waarvan ik het bestaan niet wist, en niet van echt te onderscheiden desserts staan uitdagend uitgestald.
Het was een geweldige dag zo samen die we afsloten met een wandeling door de Frederik Hendriklaan, of zoals men in chique kringen in Den Haag zegt 'De Fred'. Een winkelstraat, van oudsher voor de beter gesitueerden, met de oervestiging van de Haagse boekhandel Paagman, die we natuurlijk bezochten en waar we wat hebben gegeten.
Ach ja, Den Haag, alleen wij Hagenaars krijgen immer wat vochtige oogjes bij het wonderschone lied van Annie M.G. Schmidt 'Wat Voor Weer Zou Het Zijn In Den Haag' weergaloos gebracht door Conny Stuart met haar 'Haegsche' tongval, waarin ze zo kernachtig benoemd wat Den Haag Den Haag maakt.
Dit simpele knopje in de tram bracht me in één klap decennia terug in de tijd. |
Dior, darling! |
Tafel gedekt voor het dessert. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten