Mijn moeder had het vanzelfsprekend heel moeilijk, zij kende haar zus haar hele leven, 90 jaar, maar het samenzijn met Ton, André, hun vrouwen en kinderen heeft haar en ook mij goed gedaan. We begrepen elkaars verdriet, een zus, een moeder, een oma, een tante, een vrouw die ons allemaal zo dierbaar was, daar gingen we vandaag voorgoed afscheid van nemen. Mama kon nog even vragen over hoe de laatste momenten van haar zus geweest waren, dat had haar de afgelopen week erg bezig gehouden. En ze kon gerust gesteld worden, er was geen pijn geweest, ze was niet ziek geweest.
Ook fijn vond ik om te horen dat Ton het boekje met haar verhalen uit de oorlog nog heeft kunnen voorlezen en grote delen voor haar herkenbaar waren. "Wat heb ik toen gesjouwd", zo had ze gereageerd.
Het was een mooi eerbetoon aan tante Jopie, er werd zo gesproken dat haar leven werd gevierd, herkenbare momenten, grappige anekdotes, haar hulpvaardigheid altijd en overal, zaken die wij die haar gekend hebben met ons mee zullen dragen in onze herinneringen aan haar. Het is het einde van een tijdperk, ik heb nu niemand meer tegen wie ik 'tante' of 'oom' hoef te zeggen.
Graag deel ik, hieronder, de mooie lieve toespraak van tante Jopie's kleinzoon Rolf (is dat dan mijn achterneef?), waarin hij haar zo heel herkenbaar portretteerde, hij beschrijft zijn oma ten voeten uit in de anekdotes over het luchtbed en het vestje. Zo'n zelfde nuchtere opmerking van haar heb ik al eens eerder gedeeld: toen ik net uit de couveuse mee naar huis mocht en als een soort buitenmaatse muis in de wieg lag, boog tante Jopie zich er overheen en sprak: "Ach, dat trekt nog wel bij".
Tante Jopie en mijn moeder, 26 mei 1995 |
Lieve oma,
Bijna 7 jaar geleden overleed
opa. Bij de crematie vertelde ik jou wat dingen over hem die voor mij
belangrijk waren. Nu sta ik hier weer en vertel iets over jou, maar ook dit
keer aan jou, omdat ik dat prettig vind.
91 jaar, wat fijn dat ik er
daar 43 van heb mee mogen maken. Ik zal wat mooie herinneringen ophalen om je
te vertellen waarom je zo bijzonder voor mij bent.
In de tijd dat wij in
Duitsland woonden, kwamen jij en opa
regelmatig logeren. Jullie kwamen ons vaak ophalen uit school. Eric en ik werden daar heel blij van. Overdag maakten we
uitstapjes en 's avonds gingen jullie kaarten.
Wij logeerden ook bij jullie in Zoetermeer. We gingen dan eendjes
voeren, of iets lekkers kopen bij de SRV-wagen, die toen nog door de straat
reed. Spelen met de koperen spulletjes uit de letterbak en de weegschaal met de
gewichtjes die voor jouw speciaal waren en dus ook voor ons. Die kleine dingen
maakten het fijn om bij jou te zijn.
Als we weer naar huis gingen,
stond jij ons altijd uit te zwaaien. Midden op de weg, twee armen wijd in de
lucht. Je zwaaide, totdat we de bocht om waren, terwijl de straat best heel
lang was. Alsof je het moment met ons zo lang mogelijk vast wilde houden.
We zagen jullie ook tijdens
de vakanties in Nederland en in het buitenland, waar we dan met elkaar op
dezelfde camping stonden. Zwemmen was altijd een favoriet tijdverdrijf. Ik weet
nog dat we in Oostenrijk met een groot dik luchtbed in een meer hebben
gespeeld. Vanuit het water kon jij zelf nauwelijks het luchtbed nog opkomen. Na
veel trekken, hangen en wurgen, en met hulp van
alle kanten was het uiteindelijk gelukt. Toen kwam er ineens een horzel op het
luchtbed zitten. Zo’n hele grote van wel 5 cm. Iedereen sprong meteen in het
water, maar jij niet. Heel droog zei je: " ja, ik zit er net op".
We aten ook graag ijsjes, die
verslaving heb ik van jou overgenomen. Je kon daar heerlijk van genieten en dat
heb je tot het laatst gedaan. Genieten kon je zeker! Van alle kleine dingen.
Een singeltje van Shorts met Comment Ça Va.... of de Bolero van Ravel. Je kon
met jou alle kanten op.
Monique en ik kregen
kinderen. Je eerste achterkleinkinderen,
waar je erg trots op was. Eerst Daan. Bij zijn geboorte had je een geel
gehaakt vestje bij je, gekocht bij de knikkerzakkenclub, zoals je de
handwerkclub altijd noemde. Het model was wat gedateerd, maar het gebaar heel
mooi. Toen je de eerstvolgende keer op bezoek kwam, trokken we Daan het
pakje aan. Jij sprak de onvergetelijke woorden: "Wat heeft hij nou voor
een raar ding aan?" Je zei gewoon wat in je opkwam en dat was vaak
grappig.
En bij Britt, ik zie je nog
tijdens het eten bij de chinees met Britt in de wandelwagen het hele restaurant
door lopen. Iedereen moest weten dat jij een achterkleindochter had gekregen,
zo trots als een pauw. Met June, Sky en Faith kreeg je nog drie prachtige
achterkleinkinderen waar je heel blij mee was.
In 2009 overleed opa, jij
bent toen in Houthage gaan wonen. Ondanks het gemis van de goede zorgen van
opa, heb jij het daar prima naar je zin gehad. Je had leuke buurtjes waar je je
dagelijkse praatjes mee had. Altijd was je blij als er visite kwam, maar ook
altijd het begrip dat de mensen om je heen druk waren met andere zaken. Later
nam ik soms je achterkleinkinderen mee, met wisselend
succes. De ene keer wist je precies wie wie was en de volgende keer maakte je
er een soort “raadje plaatje” van. Ik was je zoon, Daan was mij.... en Britt,
ja dat moest dan wel een buurmeisje zijn, want meisjes waren er nog niet onder
de kleinkinderen.
Ondanks dat je vergeetachtig
werd, behield je jouw bekende humor. Soms bedoeld grappig, maar vaak ook per
ongeluk heel ad rem. Ik weet nog dat ik op mijn telefoon foto's van Facebook
wilde laten zien. Het signaal van het internet was niet zo sterk en ik stond
wat te klungelen met dat ding. Na mijn uitleg waarom het niet werkte merkte jij
droogjes op, "Als je niet snapt hoe het werkt, geeft dat niet hoor".
Of toen ik begin dit jaar een foto van jou en mij op Facebook plaatste met de
tekst " op visite bij mijn nieuwe vriendin" was jou reactie, ze
zullen wel zeggen, "wat moet je met zo'n oud wijf". En het plezier
dat je had toen die reactie ook kwam. Gelukkig heb je dat plezier in de kleine
dingen steeds gehouden. Dat was jij, dat was mijn oma.
Lieve oma, ik hou van je en mis
je nu al.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten