Als je googled op de term ‘regenboogambassadeurs’, komt meteen het COC Limburg naar voren. Als COC een zeer professionele en actieve organisatie te beoordelen naar hun website en alle activiteiten die erop vermeld staan. Zo is er ook ruimte voor de diverse regenboogambassadeurs van de verschillende Limburgse gemeentes die er hun zegje doen. Ook de gemeente Haarlem popt vrij snel op, waar sinds maart 2016 vier regenboogambassadeurs actief zijn.
In Capelle aan den IJssel hebben we sinds enkele jaren
Noes Fiolet en Quirine Lengkeek als regenboogambassadeurs, maar vandaag nemen
ze afscheid. In deze uitzending van ‘Uit De Kast’, zullen ze vertellen wat er
allemaal is gebeurd in de tijd dat zij zich voor de LHBT-gemeenschap van de
gemeente Capelle hebben ingezet. En hopelijk gaat de gemeente er vanaf dit punt
zelf verder mee. In ieder geval is het programma waar u nu naar
luistert, en wat vandaag zijn 75e uitzending heeft, een zeer
succesvol initiatief van Noes gebleken. Want zoals wellicht bekend wordt dit
programma niet alleen twee keer per maand in Capelle uitgezonden maar ook in
onze buurgemeenten Schiedam, Krimpen en Zuidplas. En ik kan u als vaste
luisteraar geruststellen: dit programma gaat gewoon door, ook al leggen Noes en
Quirine hun taken als ambassadeur neer.
Onze grote zustergemeente Rotterdam had ook regenboogambassadeurs,
zeven maar liefst, aangesteld door de gemeente startten ze in 2010, om er in
2014 mee op te houden omdat ze naar eigen zeggen niet genoeg steun kregen van
het gemeentebestuur. In Schiedam zijn er sinds 2013 drie homoambassadeurs, een
andere naam, maar ik vermoed dat ze hetzelfde doel voor ogen hebben: aandacht
vragen voor de LHBT-gemeenschap binnen hun gemeente. De vraag die zich
onmiddellijk opwerpt is: is dat nou wel nodig zo’n regenboogambassadeur? In een
perfecte wereld natuurlijk niet, maar we kunnen het er over eens zijn dat de
wereld niet perfect is. Naast LHBT’ers zijn er nog genoeg andere groeperingen
op te noemen die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Aan de andere kant heb ik persoonlijk altijd een
dubbel gevoel bij het etiketteren van groeperingen en ze als bijzonder of
hulpbehoevend te zien. Om het bij de LHBT-gemeenschap te houden, zij zijn niet
anders dan andere inwoners van de gemeente, ze zorgen bijvoorbeeld niet voor
overlast. Ik bedoel wanneer is er in Nederland melding gemaakt van groepen
homo’s die zich plunderend en rampokkend een weg door de stad baanden alleen
omdat Nederland wéér niet de finale van het Eurovisie Songfestival heeft
gehaald? Of lesbiennes die in groepjes sissende geluiden maken naar meisjes, en
ze ‘hoerrr’ noemen als ze niet op de in hun ogen juiste wijze reageren?
Precies. Voorbeeldburgers gaat misschien te ver, maar toch. Ik heb het al eens
eerder gezegd, LHBT’ers zijn net mensen.
En zo willen ze ook behandeld worden, gewoon zoals iedereen. Ze willen
in de gemeente waar ze wonen en/of werken net als elk ander individu dat veilig
en met plezier kunnen doen.
De problemen die er zouden kunnen ontstaan liggen negen
van de tien keer dan ook niet bij de LHBT’ers zelf, maar bij anderen die menen
dat zij het recht hebben om LHBT’ers, of om het even welke groepering dan ook,
die anders is dan zijzelf te moeten schofferen, bedreigen of zelfs fysiek te
moeten aanvallen. Alle goede bedoelingen van regenboogambassadeurs ten spijt,
die zich vrijwillig inzetten, en zeker een mooie taak op zich nemen om een brug
te slaan, vind ik het een taak van de gemeente om te zorgen dat iedere bewoner
van welke groepering dan ook zich er veilig, welkom en thuis voelt. Dat er van
de bewoners zelf participatie hierin mag worden verwacht is evident. Maar de
gemeente dient in het geval van LHBT’ers er alles aan te doen dat zij zich een
onderdeel van de gemeenschap voelen: gehoord, gezien en begrepen. Op straat, op
het werk, door de gemeenteraad en de politie. Kortom zoals alle andere burgers
binnen de gemeente.
Noes Fiolet. |
Quirine Lengkeek. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten