Sinds 2012 is het verplicht voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs om aandacht te besteden aan seksualiteit. De mate waarin het gegeven wordt, wordt bepaald door de school. Het ministerie van Onderwijs bepaalt het raamwerk, maar niet de precieze invulling. Het ministerie ziet de verschillen op het gebied van seksuele voorlichting op scholen als iets goeds. ‘Ouders hebben dan iets te kiezen’, zo stelt het ministerie.
Maar is die vrijblijvendheid in deze goed? Is het
goed dat de ene school seksualiteit ziet door de ogen van een door hen vereerde
hogere macht? Waarbij het uitsluitend is gericht op de instandhouding van de
menselijke soort, en het feit dat seks hebben ook leuk is en je er plezier aan kunt
beleven niet wordt benoemd, om nog maar te zwijgen over seksuele diversiteit,
wat, zoals zij zelf zeggen, in de ogen van die hogere macht een ‘gruwel’ is.
Terwijl de andere school juist die diversiteit aan bod laat komen als ook de
seksualisering van de media waarbij de kinderen handvatten worden aangereikt
hoe daar mee om te gaan.
Je kunt je kop ervoor in het zand steken, maar als
je je computer aanzet kun je binnen drie klikken op elk willekeurige pornosite
zijn. Ook als je er niet bewust naar zoekt. Daarnaast is een ‘kinderlokker’, om
maar eens een archaïsch woord te gebruiken, niet meer die wat morsige man die
je vanuit de bosjes een kleverig snoepje aanbiedt. Nu zijn het pedofielen,
volwassenen, mannen en vrouwen, die kinderen via chatsites aanspreken, zich voordoend als een leeftijdgenoot en hen
verleiden om zich voor de webcam uit te kleden en seksuele handelingen te
verrichten. Als ouder wil je toch dat jouw kind zijn of haar grenzen kan
aangeven, juist op het gebied van
seksualiteit.
Als ouder ben je natuurlijk ook de eerst verantwoordelijke,
maar veel ouders hebben moeite om met hun kind over seksualiteit te praten.
Neem alleen al die hele commotie die is ontstaan door de reclamecampagne van
Suitsupply, waar op posters twee mannen te zien zijn die zoenen. “Hoe leg ik
dat uit aan mijn kind” riepen veel ouders overstuur uit. Als ze daar al moeite
mee hebben, kun je je in eerste instantie afvragen of ze überhaupt wel kinderen
hadden moeten nemen, maar vervolgens snap je meteen waarom het zo belangrijk is
dat de scholen een rol spelen in deze.
Op zich doen we het in Nederland niet zo slecht. Hier
komen de minste tienerzwangerschappen ter wereld voor. Ook zegt de meerderheid
van de tieners dat hun eerste seksuele ervaringen ‘gewenst’ en ‘plezierig’
waren. Daar heeft die wettelijk voorgeschreven seksuele voorlichting, in welke
vorm dan ook gegoten, op scholen waarschijnlijk een steentje aan bijgedragen.
Uit een onderzoek is gebleken dat door seksuele voorlichting ‘jongeren beter in
staat zijn hun houding en waarden te verkennen, en beslissingen te nemen die
nodig zijn om weloverwogen keuzes te maken betreffende seksualiteit’.
Vanzelfsprekend moet de voorlichting leeftijdspecifiek zijn, een 7 jarige heeft
behoefte aan een andere benadering over seksualiteit dan een 15 jarige.
Ouders vinden het over het algemeen fijn als de school
hun kinderen seksuele voorlichting geeft, maar ze hebben wel een duidelijke
voorkeur over de onderwerpen die besproken worden. ‘Grenzen’ vinden ze daarin
belangrijker dan ‘wensen’. Dus wel leren dat anderen je niet mogen aanraken als
je dat niet wilt, maar liever geen zaken aanroeren die worden geassocieerd met
volwassen seksualiteit, zoals plezier in seks en homoseksualiteit.
En het is juist die diversiteit in onze
maatschappij die maakt dat het zo belangrijk is om van jongs af aan te leren
dat vrouwen en mannen in Nederland gelijke rechten hebben, en vrouwen geen
willoze uitsluitend seksuele wezens zijn die je naar believen kunt naroepen,
-fluiten of –sissen. Laat staan aanraken als zij dat niet willen. Ook dient er
op school al te worden geleerd over het bestaan van LHBT’ers. Je hoeft niet
zelf lesbisch, transgender, homo- of biseksueel te zijn om hen die dat wel zijn
te accepteren. Het is juist het onbegrip waardoor men het er niet over wil
hebben. Of het wordt in het belachelijke getrokken, omdat men zich er door
onwetendheid ongemakkelijk bij voelt. Dat maakt het juist zo belangrijk om het
te benoemen en mee te nemen in de lessen seksuele voorlichting, om die waas van
onwetendheid en onbegrip zoveel mogelijk weg te nemen.
Als ik wel eens jongeren spreek over dit onderwerp,
zijn we op de goede weg, maar honderd procent acceptatie van LHBT’ers is
vooralsnog een utopie en daarom nog steeds belangrijk om er wel zoveel mogelijk
naar te streven. Ik benoem de overspannen reacties op de reclamecampagne van
Suitsupply nog maar eens waar gemeentelijke eigendommen werden vernield omdat
er twee in pak geklede mannen (want Suitsupply) op te zien zijn die zoenen. Een
reactie van voor mij nu al de vader van het jaar heeft mij naast een glimlach
ook veel goede moed gegeven. Onder hashtag #zodoejedat vermeldde hij het
volgende:
‘Tegen
dochter van drie: Wat zie je op dat plaatje?
Zij:
Twee meneren die zoenen
Wat
vind je daarvan?
Zij: Lief!’
Inderdaad, zo doe je
dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten