Een tijdje terug zag ik het tv-programma waarin André van Duin in een oldtimer auto een collega ophaalt en ze samen praten over hun carrières, hun inspiratie en natuurlijk over humor in de breedste zin van het woord. Wat steeds weer naar voren komt is de vraag of in de huidige tijd alles nog wel kan qua humor en ironie. En het antwoord is steevast: eigenlijk niet, waarop André zei: "Ik zou mijn halve repertoire van vroeger nu niet meer kunnen brengen". Karin Bloemen was gast en heeft de visie die ik ook al jaren heb: "Juist door te typeren maak je dingen los, het gesprek los. En juist door te overdrijven relativeer je en haal je soms de spanning uit een onderwerp." Met humor haal je de angel uit een situatie, zeg ik altijd.
Zonder humor en de dingen niet zo zwaar nemen was ik niet geweest wie ik nu was. Ik had mezelf simpelweg niet kunnen handhaven. Relativeren is de kurk waarop ik drijf. Het leven in het algemeen en mezelf in het bijzonder neem ik niet zo heel serieus en kan dan ook mensen die heel ernstig in het leven staan en alles heel moeilijk bezien ook niet zonder enige ironie bekijken. Iedereen doet toch maar wat in het leven, de directeur, de koning, de caissière, de bouwvakker, de acteur, het Kamerlid, we hebben geen van allen enig idee waarom we hier zijn en wat de bedoeling is. We moeten die korte tijd dat we hier mogen bivakkeren het gewoon een beetje leuk maken.
En nu weet ik ook wel dat deze tijd, op mondiaal niveau, nou niet de meest gezellige tijd is die we hebben gekend, maar om je eigen tijd nou te verdoen met je overal over op te winden, chronisch boos te zijn, bang te zijn voor de dingen die eventueel zouden kunnen gaan gebeuren, waar je dan toch geen invloed op hebt is vrij zinloos, zodat je op je eigen kleine microniveau in je eigen kleine leven beter de slingers kunt ophangen, om maar eens en platitude te gebruiken, of, zoals mijn tante Stien altijd zei, en ik heb haar al vaker gequoot: 'Pluk de rozen'.
Maar het begint al om jezelf niet zo serieus te nemen en te lachen om jezelf. Ik ben een beginnend bejaarde man met artistieke neigingen en zo hier en daar enige lichamelijke ongemakken, dan ben ik toch al een wandelende grap. Als ik weer eens scheef loop vanwege rugpijn of ik niet zonder geluid kan opstaan uit een auto, van de bank of uit bed, ben ik de eerste die daar om kan gieren. Maar ik heb ooit iemand gekend, ouder nog dan ik, die absoluut niet over ouderdom en de daarbij behorende ongemakken kon lachen. Hij vond zichzelf nog jong, fit en er toe doen, terwijl ie gewoon oud, dik en kaal was. Dus mijn humor over onze leeftijdsfase ervoer hij als door een wesp gestoken. "Spreek voor jezelf" werd mij bits toegebeten, en daar word ik dan weer ongebreideld vrolijk van dat iemand zo verbeten in het leven kan staan.
Maar de hele maatschappij is momenteel in een soort kramp geschoten van wat wel en vooral wat niet kan, en dan kom ik weer bij wat er steeds in de auto bij André wordt besproken. Men legt op elke slak zout en voelt zich om het minste geringste beledigd of aangesproken. MeToo is een heel goede ontwikkeling, maar men moet er ook niet in doorslaan dat alles meteen een ongewenste intimiteit is. Als man met artistieke neigingen kan ik me ten opzichte van vrouwen wel veel veroorloven maar moet weer voorzichtig zijn op ander gebied. Dus tegen een jonge collega zei ik met enig gevoel voor drama: "Dit is op de rand van het toelaatbare, maar volgens mij word jij steeds breder". Ik weet dat ie aan het sporten is en het viel me plotseling op. Hij vond het alleen maar leuk dat zijn harde werken vruchten afwerpt en het ook zichtbaar is, maar evenzogoed moet je er voorzichtig mee omgaan, al is het als een compliment bedoeld en verder niks, voor je het weet word je bij de directie ontboden.
Ik blijf gewoon met humor, ironie en relativering in het leven staan, al is het alleen maar omdat het voor mij de enige manier is om me staande te houden, maar het geeft ook lucht in moeilijkere situaties, wat dat betreft hebben Karin en ik dezelfde opvatting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten