Voor zijn tweede eigen theatershow bedacht Wim Sonneveld dat het leuk zou zijn om de toneelactrice Ina van Faassen te vragen om het samen met hem te doen. Ina zei ja, en het betekende haar doorbraak bij het grote publiek. Maar liefst vier seizoenen van 1966 t/m 1970 en zeshonderd voorstellingen speelden ze samen. Het was ook het programma waarin Wim zijn signature song 'Het Dorp' voor het eerst bracht. Dat Ina van het 'Grote Toneel' kwam en Wim uit de cabaretwereld werd ook in de voorstelling breed uitgemeten. Ina bracht het nummer 'Ina' waarin ze kond doet van hoe het is om als actrice op het toneel te staan. Leuk zijn daarbij de namen die worden genoemd van collega's die in die jaren bij iedereen bekend waren, maar de huidige generatie waarschijnlijk niets meer zeggen. Grappig detail is dat Ton van Duinhoven in het echte leven sinds 1960 haar man was. Als tekstschrijver ervan staat Wim Sonneveld genoemd, maar van Wim is bekend dat ie z'n naam wel meer ergens onder zette zonder dat ie het daadwerkelijk had geschreven. Of het bij dit nummer ook zo is weet ik niet. Ik heb het altijd een erg leuk liedje gevonden.
Ina
Behang op het toneel is altijd van hout
De krant op het toneel is altijd heel oud
En de wijn is altijd limonade
De revolver is nooit echt geladen
Maar krijg ik een schitterend boeket van papier
Van Ko van Dijk, want hij speelt de bankier
Dan ben ik gelukkig en blij en u zegt:
‘Kijk, dat is geluk, dat geluk is heel echt’
Het geld op toneel is geen sikkepit waard
Een elektrische lamp is het vuur in de haard
Het bed is een plank met een deken
De paus en de deken zijn leken
Maar laat Ton van Duinhoven mij in de steek
Want hij speelt mijn minnaar, dan word ik heel bleek
Heel bleek en verdrietig en triest en u zegt:
‘Kijk, dat is verdriet, dat verdriet is heel echt.’
De trap op toneel gaat nooit ergens heen
De vaas die kapot moet, is ook nooit van steen
Je mag nooit een collega vermoorden
Een brief is papier zonder woorden
Maar als ik een klap krijg van Ank van der Moer
Want Ank van der Moer speelt de andere hoer
Dan vlieg ik haar gillend in ’t haar en u zegt:
‘Kijk, dat is nou woede, die woede is echt.’
De zon op toneel is maar 500 Watt
De regen is droog en de sneeuw is nooit nat
De maan hangt altijd aan een draadje
Het prachtige uitzicht is naadje
Maar als ik Guus Hermus aan het eind van het stuk
Een nepzoen geef en ik huil van geluk
Dan biggelt een traan langs m’n wang en u zegt:
‘Kijk, dat zijn nou tranen, die tranen zijn echt.’
Dan ga ik naar huis, waar m’n man wacht die zegt:
‘Zeg wil je een borrel?’
En die is dan... ja, echt
© Wim Sonneveld, Ina van Faassen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten