"The best gift that I ever had was usually pink but ofentimes red as it lay so innocently in its bed"
Barbra Streisand, 1967
Mijn eerste tijd op deez' aard was direct al een vrij drukke bedoening, was ik vanaf het eerste moment al in gevecht om überhaupt in leven te blijven, kon ik pas na zo'n vijf weken naar huis, zat het volgende belangrijke moment er al weer aan te komen: De doop.
Twee maanden na mijn tumultueuse geboorte werd ik op zondag 18 juli 1965 gedoopt in de Lodewijk en Antoniuskerk op loopafstand van ons huis in Den Haag. De kerk heeft inmiddels een andere naam gekregen en is erkend als rijksmonument, zodat wat voor vreselijks er allemaal ook staat te gebeuren in de Haagse wijk van mijn jeugd, de kerk zal blijven staan.
1965 was een jaar waarbij de zomer qua temperatuur en zonneschijn leek overgeslagen, op de warmste dag in dat jaar was het iets meer dan 19 graden. Ook de dag van mijn doop was geen dag in blakende zonneschijn, sterker nog het was zwaar bewolkt en 17 graden. Toch waren familie en bekenden afgekomen op de doop van de kleine Aidan. Bij een doop horen natuurlijk ook een Peter en Meter, en deze mensen waren familie van mijn vader, ik geloof een neef, want ze hadden dezelfde achternaam. Zij zullen in die tijd het meest uitgelezen stel zijn geweest voor het Peter,- en Meterschap, maar het zijn geen mensen geweest die mijn jeugd hebben gekleurd. Ik heb er totaal geen herinneringen aan, nou ja, een hele vage, ik zal dus wel heel klein zijn geweest, toen er plots een vrouw voor de deur stond en zeer amicaal naar mij deed en mij ervan wilde doordringen dat zij toch wel even mijn Meter of Peter (wie is eigenlijk wie?) was. Dat is het.
Op de foto's die van deze plechtigheid gemaakt zijn is ook de wandeling van de kerk naar huis in beeld gebracht wat een heerlijk beeld schetst van hoe de wijk er toen, en voor mij ook herkenbaar, uitzag. En bovendien de route die ik later zou lopen naar school en nog later naar mijn werk. Verder natuurlijk het moment van de doop zelf met de doopkaars die ik nog steeds in mijn bezit heb en die, als ik het geloof goed begrijp, mag worden ontstoken in tijden van ziekte en als het moment daar is dat ik De Grote Reis ga maken waarvan ik niet meer zal terugkeren. Zullen jullie daar aan denken t.z.t.?
Toch twee heel drukke maanden voor een klein mensenkind. Dan was nu de tijd gekomen om goed te gaan eten en aan te sterken, wat volgens mijn moeder ook weer niet ging zoals het moest, ik spuugde alles uit, zodat zij zelf een succesvolle manier bedacht om eten te geven wat ik wel binnen hield, ze heeft het wel eens gezegd hoe, maar dat ben ik kwijt.
Omdat ik zwakjes was werd de huisarts om de paar weken ontboden, die dan als eerste taak de buitendeuren open gooide met de mededeling: "Dat kind ligt in een rookgordijn!" Dáár werd in die tijd helemaal niet bij stilgestaan. Uiteindelijk sprak de dokter: "Ik hoef niet meer te komen, mevrouw, kijk es wat een kerel het is geworden!" Het zou uiteindelijk allemaal goed komen. Ik verbeeld me dat ik een hele korte flits van mijn eerste verjaardag kan herinneren, in de voorkamer, een cadeautje, een kinderbezempje, dat is de flits.
In de armen van Meter of Peter met achter haar haar man. Mijn moeder in zwarte jurk met mijn vader achter haar. Oma, de moeder van mijn moeder met hoedje op er naast. |
Op alle foto's lig ik in de armen van Peter/Meter. Mijn moeder vouwt haar handen maar samen. |
Mijn doopkaars |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten