Ik woon in Capelle aan een straat wat geen
doorgaande weg is. Daar waar je met de auto inrijdt, moet je er ook weer uit.
Je komt er niet als je er niets te zoeken hebt, zeg maar. Het heeft wel iets
rustigs, alleen bestemmingsverkeer en nooit hard rijdende auto’s, wat aan een
doorgaande weg wel anders is, als ik het zo nu en dan eens lees in de lokale
krant.
Iets gelijkends is van toepassing op het zusje of
broertje van Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel. Daar waar Capelle
bijna is vastgegroeid aan Rotterdam en via een metroverbinding deze stad fluks
te bereiken is, is Krimpen slechts op één manier binnen te komen en dat is via
de Algerabrug, wat vanzelfsprekend dagelijks vele files tot gevolg heeft, maar
wat tevens een preventieve uitwerking heeft op de criminaliteit. ‘Elk nadeel
heb se voordeel’ heeft een bekend taalvirtuoos eens gezegd. En dat geldt dus
voor de bereikbaarheid van Krimpen, de files nemen de bewoners op de koop toe
wetend dat als de politie de brug afzet eventuele criminelen geen kant meer op
kunnen en ze de plaats maar links laten liggen. Grappig in deze context is wel
dat één van de grootste gevangenissen van Nederland zich in Krimpen bevindt.
Die brug is dus naast de eerste stormvloedkering
van Nederland een belangrijk en bijna dagelijks onderdeel in het leven van de
Krimpenaren, hun enige verbinding met de buitenwereld. Ik krijg er ook een
beetje het Hotel California-gevoel van: You
can check out any time you like, but you can never leave. Een wat benauwend gevoel. Het maakt denk ik
ook dat de Krimpenaren wat naar binnengekeerd en op zichzelf gericht zijn. Een
soort Volendam.
Krimpen is, zoals bekend, vrij kerkelijk. Er zijn
twintig kerken van twaalf kerkgenootschappen. De Oud Gereformeerde Gemeente van
Krimpen is de grootste Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. Daarnaast is er
ook een grote Gereformeerde Gemeente. Dit heeft tot gevolg dat het voor
lhbt’ers niet altijd makkelijk is om zichzelf te kunnen zijn. Religie en
homoseksualiteit leven in de regel nu eenmaal op gespannen voet met elkaar. Het
is niet zo dat lhbt’ers met fakkels en hooivorken de Algerabrug over gejaagd
worden, maar een echt warme omgeving is het er doorgaans niet voor hen.
Uitzonderingen daargelaten omdat natuurlijk niets zwart/wit is.
Wij hebben ooit eens een Krimpense jongen in de
uitzending gehad die door zijn ouders uit huis werd gezet vanwege zijn
homoseksualiteit. Zelf heb ik jaren
geleden een jongen leren kennen op de sportschool die uit Krimpen kwam. Hij was
20 jaar en de oudste van een zich nog steeds uitbreidend gezin, zijn moeder had
onlangs haar negende kind gekregen. Hij had tegen zijn ouders verteld dat hij
homo was, dat werd voor kennisgeving aangenomen door hen, hij werd niet uit
huis gezet, maar zijn vader had wel heel liefdevol tegen hem gezegd: ‘Als je
ooit met een jongen thuiskomt dan breek ik allebei je poten’. Het spreekt voor
zich dat er thuis een wat gespannen sfeer ontstond, en met de komst van kind
negen ook ruimtegebrek. Hij wilde, mede door deze twee aspecten, het huis uit,
uit zichzelf, niet omdat zijn ouders dat wilden.
Ik had een kamer over en stelde hem voor of hij dan
voor korte tijd bij mij wilde wonen tot hij wat beters had gevonden. Dat vond
hij, na de kamer bekeken te hebben, een goed plan. ‘En bij wie ga je dan
wonen?’ had zijn vader gevraagd. ‘Is dat ook zo’n homo?’ Ik heb hem toen
geadviseerd om tegen zijn vader te zeggen dat we geen konijnen zijn, zo van we
zetten er twee bij elkaar en dan gaan ze wel tekeer. Dat advies heeft hij ter
harte genomen en inderdaad aan zijn vader gezegd. Wat diens reactie daarop was weet
ik niet.
Op een bepaald ogenblik kwamen zijn ouders op
visite om te kijken waar hun zoon nou precies woonde, en ik moet zeggen het
waren voor mij alleraardigste mensen. Het waren leuke maanden, ik kon hem op
een bijna vaderlijke manier zo hier en daar wat advies geven over het wel en
wee in de gaysuele wereld, en hem op de gevaren wijzen van het internet daten,
wat hij toen deed. Na verloop van tijd had hij een andere ruimere woonruimte
gevonden en is weer een stapje verder gegaan in zijn leven.
Zelf ben ik eigenlijk, op een tijdelijk abonnement
op een sportschool in Krimpen na, nooit in Krimpen aan den IJssel geweest, maar
mijn nichtje en haar gezin hebben er onlangs een huis gekocht, dus zal er
verandering in komen. Ik kende Krimpen eigenlijk vooral van het wonderschone
kleine liedje van Wim Sonneveld. Het komt uit 1963 en is een hertaling van het
Franse “Un Clair De Lune À Maubeuge” en heet “Een Zwoele Nacht In Krimpen Aan
Den IJssel”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten