donderdag 27 september 2018

Jongens waren we

Jongens waren we - maar aardige jongens. Begin twintig, het waren de jaren 80. De bom, Herman van Veen zong dat ie nooit zou vallen, Doe Maar was daar nog niet zo zeker van. Negenennegentig luchtballonen zouden zomaar een wereldoorlog kunnen ontketenen. Op muziekgebied zaten we midden in de Neue Deutsche Welle en Nederlandstalige Nederpop. Duits en Nederlands stond weer in de hitparade en wij zongen het mee. Wij, een groep jongeren van rond de twintig die het ook allemaal nog niet wisten, maar deden alsof ze de wijsheid in pacht hadden. We maakten plezier, kwamen bij elkaar thuis, verjaardagen, zwemmen, bowlen, de Efteling, de kermis, het leven was om geleefd te worden, maar aan de horizon gloorde al langzaam de échte volwassenheid. We wilden er nog niet aan, maar toch.

Er waren verliefdheden, hier en daar werd het ouderlijk huis verlaten, voorzichtig werd op eigen benen gestaan, er kwamen verantwoordelijkheden en we deden mee aan het grote mensen spel. We zagen elkaar minder vaak, de groep viel langzaam uit elkaar. Er werd verhuisd naar andere steden. Soms dacht je nog wel eens, 'hoe zou het nou met die of die zijn?' Foto's uit die tijd deden je glimlachen, ach ja een andere, onbezorgde tijd. De maatschappij en de ontwikkelingen staan niet stil en gaandeweg is er zoiets ontstaan als het wereld wijde web, je zoekt es mensen van vroeger op, maar niet iedereen is te vinden, en achternamen zitten niet altijd meer in het geheugen. Maar doordat ik vroeger dagboeken bijhield en ik daar eens iets in wilde opzoeken zag ik plots de achternaam die ik niet meer wist. Een zoekopdracht en jawel, onmiskenbaar de jongen van vroeger, het gezicht is niet zoveel veranderd. Een berichtje in de trend van 'een stem uit het verleden', en na enige tijd reactie. Er ontstaat een intense chatwisseling, er blijkt nogal wat gebeurd in de jaren. Ingrijpende emotionele zaken die door dit contact weer naar de oppervlakte komen. Tijden van regelmatige berichtjes worden afgewisseld met tussenpozen van stilte, maar het blijft trekken. En dan opeens: 'We moeten nu toch echt eens afspreken'.

Het is dertig jaar later, het is langer geleden dan hoe oud we toen waren. De bel gaat, hij komt aanlopen op de galerij, 'wat leuk dat je er bent', en het voelt niet ongemakkelijk of onwennig, het is meteen vertrouwd, de klik van toen is er direct weer. Hij is getrouwd en vader van drie kinderen, ik een kinderloze ba'er. Er wordt honderduit gepraat, over hoe het nu in ons leven gaat maar we lopen ook op memory lane en gaan terug in de tijd. Twee van onze groep van destijds zijn er niet meer. Door gruwelijke spelingen van het lot, een ongeval en een ziekte, zijn twee jonge levens gestopt. Eén van hen was zijn broer, ik wist het door de vele chats, maar nu we er in real life over praten komt het nog eens extra binnen, de emotie is voelbaar. Doordat we het over hen hebben, en we de foto's erbij pakken, zijn ze er even bij en in onze gedachten zoals ze toen waren, net als wij jongens aan het begin van hun leven.

De avond vliegt om, een brede avond, er is gelachen, maar er is ook serieus gepraat, écht gepraat, er is met een weemoedige glimlach teruggekeken, het heden is besproken, de zaken die als twintiger ondenkbaar waren zijn heden ten dage toch echt waarheid geworden. We hebben het goed. We beloven elkaar bij het afscheid niet weer dertig jaar te wachten. Ach ja, jongens waren we toen en mannen zijn we nu - maar aardige mannen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten