dinsdag 1 januari 2019

2019

Ik kan me nog haarscherp de overstap naar het nieuwe millennium voor de geest halen, er heerste angst of de computers het wel aan zouden kunnen, ook werd er aangeraden om stekkers uit de stopcontacten te halen, want er zou wel eens een piek in de stroomtoevoer kunnen plaatsvinden. Gelukkig is niets van dit alles gebeurd, maar je knippert met je ogen en dan is het ineens negentien jaar verder, 2019.

Een heel nieuw jaar ligt maagdelijk voor ons, ik heb geen zogenaamde goede voornemens gemaakt, er is alleen iets wat me al een tijdje bezig houdt, het is iets triviaals, maar het heeft wel met het nieuwe jaar te maken. Het is nu tweeduizend negentien en zo noemen we het ook. Honderd jaar geleden was het negentienhonderd negentien, maar dat noemden we negentien negentien, net zoals we refereren aan de zomer van negentien zesenzeventig, en niet die van negentienhonderd zesenzeventig. Voelt u waar ik heen wil?

Alle jaartallen na het jaar tweeduizend, worden in spreektaal voluit genoemd, dus tweeduizend zes en tweeduizend twaalf, nooit twintig zes en twintig twaalf, zoals we alle jaartallen van de twintigste eeuw wel noem(d)en. Heel soms in interviews hoor je wel eens dat een wetenschapper het bezigt:  'In deze prognose gaan we ervan uit dat het kantelpunt in twintig vijfentwintig zal plaatsvinden'. Daarnaast merk je dat men in het Engels wel vaker over twenty nineteen spreekt in plaats van over two thousand nineteen. 

Zou dat hier ook nog gebeuren? En wanneer zou dan het moment moeten komen als het na negentien jaar nog geen gemeengoed is? Sprak men in de eerste jaren van de twintigste eeuw ook de jaartallen volledig uit of was dat van meet af aan al de ingekorte versie? Ik zei het al, het is niets belangrijks, maar ik kan er zo op de eerste dag van dit nog prille jaar over in gepeins verzinken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten