Van de week haalde ik het verhaal over de schooldokter weer eens op. Toen ik op de lagere school zat kwam op gezette tijden (twee, drie keer per jaar?) de schooldokter op school, waarbij het zaak was dat je met je moeder of vader bij de dokter langs ging. Terugkijkend komt het op mij over als het verlengde van het consultatiebureau.
Het zal in de tweede of derde klas geweest zijn dat mijn moeder besloot dat wij de schooldokter niet meer gingen bezoeken. Na een eerder klein akkefietje was de relatie tussen mijn moeder en de dokter al broos maar na het incident met het bedlampje was het duidelijk. Wij lieten de dokter voortaan links liggen. Mijn moeder had aangekaart dat ik zo slecht in slaap kwam. De schooldokter had gevraagd of ik van lezen hield, ja dat hield ik, en zo stelde ze voor om een lampje boven mijn bed te bevestigen om voor het slapen gaan nog wat te lezen, dan zou ik vanzelf in slaap vallen. Het advies werd opgevolgd.
De keer erna vertelde mijn moeder dat het bedlampje niet erg had geholpen, ik bleef namelijk lezen en viel helemaal niet in slaap. 'Bedlampje?!' riep de dokter uit. 'Wat is dat voor een bespottelijk idee?!' Mijn moeder deelde mee dat het idee van de dokter zelf kwam. 'Dan ben ik een slechte raadgeefster geweest', was haar reactie. Het was de laatste keer dat wij de schooldokter hebben bezocht. En ja, het lampje bleef en ik heb nog vele mooie boeken gelezen. En met dat slapen is het ook goed gekomen.
Maar omdat voor mijn gevoel, wat ik al eens eerder heb gemeld, de lagere school er nog steeds zo uitziet zoals ik het in 1977 heb achtergelaten. En ja, ik weet heus wel dat het niet zo is, maar bij gebrek aan kinderen heb ik niet zo'n beeld van de lagere school anno nu. Heb ik plots de brandende vraag of de schooldokter al die veranderingen heeft overleefd en nog steeds deel uit maakt van het schoolleven of is hij/zij weggesaneerd? Die van mij had niet zo heel veel toegevoegde waarde, zoals u zult begrijpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten