Vroeger als kind gaf je grote mensen die dichtbij stonden, zoals familieleden en goede vrienden van je ouders bij begroeting en afscheid een kusje, of liever gezegd één kusje. Klaar. Op welke leeftijd het precies was weet ik niet, maar op een gegeven niet vast te bepalen moment stopte je als jongen ermee om mannen uit de inner circle een kusje te geven. Dat 'hoorde' niet. In Nederland is het lang zo geweest dat vrouwen alles en iedereen kusten, maar mannen alleen vrouwen. Toen ik me begin jaren tachtig in kringen begon te begeven waar veel mannen met artistieke neigingen kwamen, was het heel gewoon om die, als je kennissen of vrienden werd, bij het hallo en dag zeggen te kussen, alleen er was iets veranderd.
De drietraps-zoen was geheel uit het niets de Nederlandse samenleving binnengekomen en men zoende malkander drie keer, rechts-links-rechts. Het is niet helemaal duidelijk waar die gewoonte vandaan is gekomen, hoewel de benaming 'Brabantse-drieklapper' er wel iets van weggeeft. Ook autoriteiten op het gebied van etiquette en omgangsvormen tasten in het duister over de ontstaansgeschiedenis van de drietraps-zoen. Het is ook een typisch Nederlands fenomeen, een ieder die buitenlandse vrienden heeft weet dat die er altijd vreemd van opkijken, met ongemakkelijke situaties tot gevolg. In de meeste landen is één, hooguit twee kussen bij begroeting wel voldoende.
Wat ik een hele goede ontwikkeling vind is dat hetero jongens en mannen in de loop der jaren wat lichamelijker zijn geworden in de omgang met elkaar. Niet allemaal natuurlijk, ik vind het nog steeds hilarisch als bevriende adolescenten in de metro ABSOLUUT niet naast elkaar willen zitten, in plaats daarvan gaan ze ieder in een eigen bankje zitten, en proberen dan wel een gesprek gaande te houden, maar zoals ik al opmerkte, er is over het algemeen een kentering gaande tussen mannen onderling, zeker als het familie of goede vrienden betreft.
Wat ik bij mezelf merk is dat ik wel een beetje klaar ben met de drietraps-zoen, en ik bespeur zo om me heen dat deze z'n langste tijd wel heeft gehad. Daarvoor in de plaats is 'de knuffel' gekomen. Mensen die je na aan het hart liggen geef je een knuffel. De intensiteit van de knuffel kan natuurlijk verschillen. Een dierbare vriend(in) die je lang niet hebt gezien wordt even steviger aan je hart gedrukt dan de vriend(in) die je iedere donderdagmiddag treft. De knuffel is ook internationaler dan die onhandige drietraps-zoen, zo merkte ik dat mijn dierbare Canadese, Italiaanse en Britse vrienden de knuffel beter hanteren dan de Brabantse drieklapper. Daarnaast kan een knuffel naast genegenheid ook troost geven, je bent even heel erg samen in een moment.
En nee, ik zal nu niet Jan en alleman knuffelend door het leven gaan, het is voorbehouden aan de meest dierbaren. De drietraps-zoen is natuurlijk ook niet zomaar weg uit de samenleving, dus zal die er heus nog wel eens tussendoor schieten bij gelegenheid. En de ferme maar toch vriendelijke handdruk blijft altijd prima zowel voor de conventionele mensch die al dat gezoen en geknuffel maar niks vindt als ook in de wat formelere omgang. Als mijn regiomanager op bezoek komt, hang ik niet om zijn nek, maar begroet ik hem met een welgemeende handdruk. Maar dit gezegd hebbende ben ik erg voor de knuffel. En in deze tijd mag er best wat meer geknuffeld worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten