Zoals sommigen, die al langer mijn blogjes lezen, wellicht nog weten heb ik vanaf september 2016 drie jaar lang tweewekelijks columns geschreven en ook voorgelezen in het Radioprogramma 'Uit De Kast'. Ze zijn hier allemaal te lezen als u op 'internetversie tonen' klikt onder aan de blog, en dan rechts onder labels op 'columns' klikt, mocht u geïnteresseerd zijn.
Per toeval kwam ik er achter dat ik één column nooit hier heb geplaatst. Het was destijds wel te lezen op een ander platform en natuurlijk te beluisteren op de radio. Het was mijn zesde column voor het programma, en het moest altijd wat te maken hebben met het onderwerp van die week. Deze keer werden stereotypen over de lhbtq+ gemeenschap behandeld. Ik probeerde in mijn columns de zaken altijd wat breder te trekken, soms ook advocaat van de duivel te zijn en mezelf en ook de doelgroep bij gelegenheid niet te sparen. Soms is het beter de hand eens in eigen boezem steken voordat je anderen gaat betichten. De reden waarom ik 'm na negen jaar alsnog plaats is dat het eigenlijk nog steeds actueel is, zeker in deze tijd waarin het lijkt of de maatschappij steeds onverdraagzamer en conservatiever wordt.
Column: Stereotypen:
Volgens
mij is het verschil nog steeds merkbaar, maar misschien iets minder strikt dan
vroeger. Ik heb het over het onderscheid in de opvoeding tussen jongetjes en
meisjes. Ik zal daarbij een klein jeugdtrauma als voorbeeld geven. Stel je voor,
Den Haag, eind jaren 60 begin jaren 70, de kleuterschool. Het klaslokaal was
verdeeld in verschillende werelden, zo was er een watertafel, een blokkenhoek
en een poppenhoek. De kleuters mochten anderen uitkiezen en waar zij met hen wilden
spelen, ik vraag me nu plotseling af of dat pedagogisch verantwoord was, en of
dat nog steeds zo gebeurd, maar ik dwaal af. Één jongetje begint te huilen,
“Wat is daar aan de hand?” vroeg de kleuterjuf. “Ik wordt nooit gevraagd voor
in de poppenhoek”, snikte het ventje. “Nee natuurlijk niet, je bent ook een
jongen.” Dat jongetje was ik, en een jeugdtrauma was geboren.
Ik zag
als opgroeiend kind meisjes als een bevoorrechte groep, zij mochten dingen die
ik niet mocht, en hoefden andere zaken weer niet te doen die ik wel moest. Er
waren duidelijke en verschillende verwachtingen voor zowel jongens als meisjes.
Nog zie ik me door de Sinterklaasfolders bladeren en dromerig naar die andere
wereld kijken, de wereld van Barbies met hun onuitputtelijke garderobe, welke
voor mij niet was weggelegd, want mijn ouders huldigden op dat gebied de
strikte scheiding tussen jongens en meisjes. Als kind kun je het onrecht jou
aangedaan, want zo voelde het, niet goed plaatsen, dus kon het zomaar gebeuren
toen er een gesprek kwam op wat je het allerliefste zou willen ik antwoordde
met: “Ik wou dat ik een meisje was”.
Dat
antwoord kwam als een mokerslag aan bij mijn moeder, nu in deze tijd zou men
meteen op de voorbarige gedachte komen dat het transgendergerelateerd zou
kunnen zijn, maar daar was toen nog geen sprake van en dat was in dit geval ook
niet zo. Ik was geloof ik een jaar of 7, en zei het omdat ik de wereld van de
meisjes zag als een soort onbereikbaar eldorado waar ik o zo graag deel van zou
uitmaken.
Onlangs had ik een gesprek met een dierbare vriendin en zij had het juist andersom, zij kreeg Barbies, maar had niets met poppen en zij wilde als opgroeiend meisje juist liever een jongetje zijn. Het kan verkeren, nu ruim 40 jaar later ben ik dan wel gaysueel, maar zou echt niet een vrouw willen zijn en zij is een prachtige heterovrouw met een fantastische vriend.
De stereotypering die in onze jeugd zo duidelijk zwart-wit was, had geen ruimte voor de vele grijs- en kleurtinten die er zijn. Ik was en ben geen jongetje-jongetje, en mijn vriendin was en is geen meisje-meisje, ik hoop maar dat er in deze tijd door ouders en scholen meer kleur wordt getolereerd bij hun kinderen.
Stereotypen
beperken zich niet alleen tot de opvoeding van kinderen, onze maatschappij is
er volledig mee doordrenkt, naast geslacht kan het o.a. gebaseerd zijn op
etniciteit, geloof, seksuele geaardheid, sociale klasse of beroep. Het komt tot
ons via televisie, reclame, propaganda, literatuur, e.d.. Mensen vinden het nu
eenmaal prettig om in hokjes te denken, zoveel is duidelijk.
Ik hoorde
ooit iemand op tv stellen dat het extravagante van Gay Pride (mannen met boa’s
en glitters en vrouwen als bouwvakkers) voor de simpel denkende hetero prettig
is “Nou, nou die homo’s zijn me er
eentje…” Terwijl homo’s en lesbo’s die er gewoon uitzien en samenwonen, bij
Albert Heijn hun boodschappen doen, een huisdier hebben, kortom die net zo’n
gewoon leven leiden als ieder ander en aan wie je het niet zo 1,2,3 kunt zien
voor een bepaald slag mensen veel ‘bedreigender’ zijn. Zolang ze heel duidelijk
het verschil kunnen zien is er niets aan de hand, maar zodra dat niet zo is
komt dat ‘te dichtbij’ en is het ongrijpbaar en niet goed te plaatsen. Ik denk
dat daar een kern van waarheid in zit.
Oplettende
luisteraars/lezers hebben zojuist gehoord/gelezen dat ook ik stereotypeer, ik
zette zomaar een groep weg als ‘simpel denkende hetero’s’. Foei! Maar ik wéét
dat ik dat doe, ik ben me er bewust van, door iets enigszins te overdrijven, te
benadrukken of te karikaturiseren probeer ik een punt te maken, en ik zou
willen zeggen tot hen die denken nooit te stereotyperen: werp vooral de eerste
steen.
Ik denk bijvoorbeeld hun hele bestaan te kunnen invullen als ik een aan de Tokkies verwante familie voorbij zie trekken, denk te weten welk geloof die bleke meisjes gekleed in lange rokken met een windjack erop aanhangen, vermoed het IQ in te kunnen schatten van RTL kijkers, denk bij dragonders van lesbo’s ook wel eens: Kind, wat heb je toch tegen haarstylingsproducten en zou een lippenstiftje nou echt pijn doen? En bij sommige te dunne met hun armen wapperende overal een drama van makende nichten denk ik: Als je dan op mannen valt ga je toch niet met een half wijf naar bed, geëpileerde wenkbrauwen, kom op zeg!
In mijn verdediging: op tv, in films en social media zie je niet anders dan stereotypen, de kunst is altijd zelf te blijven nadenken en ieder mens als een individu te zien die inderdaad soms aan alle clichés voldoet, maar vaker nog er sterk van afwijkt. Niet alle dansers zijn homo, niet alle buschauffeuses lesbisch, er zijn heteromannen die niet van voetbal houden, heterovrouwen die gewoon zelf het heft in eigen handen nemen en niet het programma “Help mijn man is klusser” aanschrijven, gelovigen die helemaal niets tegen lhbtq+’ers hebben, inwoners met een migratieachtergrond die zich hier thuis voelen en hun steentje bijdragen aan de maatschappij, kortom tegenover ieder stereotype staan tien anderen die laten zien hoe verschillend en kleurrijk elk individu kan zijn. En dan, wat is er leuker dan diversiteit?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten