Sorry dat ik besta
Het programma ‘Uit De Kast’ wordt
steevast enthousiast door René geopend met de woorden dat het over “liefde in
al z’n vormen gaat”, en door de jaren en uitzendingen heen hebben we gemerkt
dat dat er nogal wat zijn. Ook kunst kent vele gedaanten, schilderkunst,
literatuur, beeldhouwkunst en muziek om er maar een paar te noemen, om het nog
maar niet te hebben over wat wel of geen kunst genoemd mag worden en wie dat
dan bepaald. Voeg je liefde en kunst samen, zoals in deze uitzending, komen er
weer talloze varianten bij waar we qua uitzendingen voorlopig wel mee vooruit
zouden kunnen. Ik ga het hebben over de eerste niet verhulde tekenen van
homoseksuele liefde in de Nederlandstalige lichte muziek en wat daar zoal
omheen hangt.
Op 20 oktober 1977 ging de vierde
grote musical van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink in première. Het verhaal
speelt zich af eind jaren dertig en bevat veel autobiografische elementen van
Annie’s eigen leven. De hoofdpersoon wordt, net als Annie zelf in die tijd,
verliefd op een homoseksuele jongen, ze wordt zwanger van een vriend van hem en
ondergaat een abortus. Dit alles tegen de achtergrond van het opkomend fascisme
en de naderende Tweede Wereldoorlog. Maar natuurlijk gelardeerd met de
kenmerkende ironische Annie-humor. Zelf noemde ze deze musical ‘iets luchtigs
met een afgrijselijke ondertoon’. De homoseksuele jongen werd gespeeld door de
bij leven al legendarische Willem Nijholt. Één van Annie’s liedjes die hij als
zijn personage zingt is ‘Sorry Dat Ik
Besta’. Willem, in die tijd al jaren openlijk homoseksueel, merkte tijdens
de try outs dat er niet altijd positief werd gereageerd op het lied. Hij deelde
dat Annie mee en ook dat hij het moeilijk vond om het lied te zingen. Die
reageerde met: ‘Niet zeuren jongen, je doet pionierswerk!’ Daar kon Willem het
mee doen.
Het lieve liedje is een mijmering,
gesitueerd dus in de jaren 30, van een jongen die constateert dat er alleen
maar liefdesliedjes zijn over de liefde tussen mannen en vrouwen, altijd Romeo
en Julia en nooit Romeo en Julius.
“Want zo is het toch
mijn jongen, nooit is er een lied gezongen over de verboden kus van Romeo en
Julius. Want daar zijn we nog niet aan toe, taboe taboe”.
Om verder in het lied hoopvol te
zingen:
“Maar over veertig jaar
wie weet, staan er liedjes op de hitparade, niet alleen maar over hij en zij,
maar ook over hij en hij”.
In de jaren 70 werd in de Nederlandstalige
lichte muziek heel subtiel wel eens een liedje gezongen over homoseksuele
liefde. In 1972 nam Gerard Cox het liedje “Romeo
en Julio” geschreven door Jules de Corte op, het was geen vrolijk liedje,
de twee geliefden werden door hun ouders verbannen, maar Jules en Gerard
betraden met dit onderwerp een nog vrijwel onontgonnen gebied. Twee jaar later
kwam de spraakmakende LP van Robert Long “Vroeger
Of Later” uit. In de 10 liedjes op die plaat werd er tegen heel wat heilige
huisjes getrapt. Er werd de spot gedreven met de burgerij en haar moraal, de
kerk en de politiek werden flink op de korrel genomen door Robert en ook werd
er over homoseksualiteit gezongen in de liedjes “Mien” en “Allemaal Angst”.
Robert’s eigen seksuele voorkeur kennende gaan de liefdesliedjes van het album
natuurlijk over een man/man relatie, maar het werd niet zo expliciet genoemd. Het
album en ook Robert zelf werden geboycot door de EO, NCRV, TROS, AVRO en KRO.
Op zijn tweede album die, net als de eerder genoemde musical van Annie M.G. Schmidt, in 1977 uitkwam staan de nummers “Thorbeckeplein” en “Waar Wou Je Heen Gaan” waarin beide nummers werd gezongen over een man die naast zijn vrouw ook behoefte heeft aan seks met mannen. Robert zou steeds openlijker over homoseksuele liefde gaan componeren en zingen, het werd op een natuurlijke wijze niet meer zo activistisch, hij benoemde in zijn nummers niet alleen steeds de moeilijkheden daaromtrent, maar zong er ook op een romantische, lieve manier over, al bleef hij altijd maatschappijkritisch in zijn nummers. Alleen de EO zou Robert en zijn werk blijven boycotten door de andere omroepen werd hij in de loop der jaren als salonfähig beschouwd.
Op zijn tweede album die, net als de eerder genoemde musical van Annie M.G. Schmidt, in 1977 uitkwam staan de nummers “Thorbeckeplein” en “Waar Wou Je Heen Gaan” waarin beide nummers werd gezongen over een man die naast zijn vrouw ook behoefte heeft aan seks met mannen. Robert zou steeds openlijker over homoseksuele liefde gaan componeren en zingen, het werd op een natuurlijke wijze niet meer zo activistisch, hij benoemde in zijn nummers niet alleen steeds de moeilijkheden daaromtrent, maar zong er ook op een romantische, lieve manier over, al bleef hij altijd maatschappijkritisch in zijn nummers. Alleen de EO zou Robert en zijn werk blijven boycotten door de andere omroepen werd hij in de loop der jaren als salonfähig beschouwd.
En nu kijken we er niet meer zo van
op als er over homoseksuele liefde wordt gezongen, al is het alleen maar dat
zangers, zangeressen en anderen die in de publieke belangstelling staan veel
eerder geneigd zijn om voor hun geaardheid uit te komen, maar vergis je niet, dat
is echt nog niet zo lang zo, en het is zeker ook nu nog niet overal
geaccepteerd. In de entertainmentwereld, maar ook zeker ook in de sportwereld
is het steevast groot nieuws als er een iemand uit de kast komt, met name in de
sportwereld heerst er nog een enorm taboe op, maar het schild begint gelukkig
daar ook te wijken. Gelukkig ja, omdat ik vind dat iedereen zichzelf moet
kunnen zijn.
We zijn het allemaal vergeten en
kunnen ons het nu niet meer voorstellen, maar toen Gerard Joling in 1985 na de
Soundmixshow zijn carrière ging opstarten ontkende hij categorisch geruchten
over eventueel vermeende homoseksualiteit. “Als dat zo was zou ik het zeggen,
maar het is niet zo” is in menig interview uit zijn mond opgetekend.
In de jaren 90 werd nog heel
hysterisch gedaan over Eloy de Jong, lid van de boyband Caught In The Act, die
met name in Duitsland gigantisch bekend was. Hij woonde die tijd samen met
Carlo Boszhard met wie hij een relatie had en toen in een Duits popblad de
jongens in huiselijke sfeer werden gefotografeerd, merkte een scherpzinnige
lezer op dat Eloy in dezelfde setting op de foto was gezet als Carlo eerder in
een Nederlands blad. Dit was nog voor de tijd van social media, maar het
ontketende genoeg deining dat het management meteen in de stress en de rode
vlekken schoot. De relatie werd in alle toonaarden ontkent, Eloy was geen homo,
het idee! Het was omdat hij nog geen eigen huis had dat die foto’s bij Carlo
thuis waren genomen en nog meer van dat soort lulkoek werd als reden opgegeven,
bang als men was om de tienermeisjes als fans te verliezen. Eerlijkheid gebiedt
te zeggen dat de andere jongens uit de band die een vriendin hadden dat ook
niet mochten zeggen. Ze dienden voor de idolate met pluche beestjes gooiende
meisjes als vrijgezelle jongens gezien te worden bij wie ze wellicht wel een
kansje zouden kunnen maken. Maar Eloy moest daarnaast zijn hele zijn ontkennen.
Liefde in de lichte muziek is lange
tijd uitsluitend gericht geweest op heteroseksualiteit, maar gaandeweg zijn er,
niet alleen in het Nederlands maar in diverse andere talen, liedjes gekomen
waarin homoseksuele liefde ook wordt bezongen als iets moois waar je heel blij
en gelukkig van kunt worden, en niet alleen de moeilijke kanten ervan. Maar
toch, de musical waarin Willem Nijholt volgens Annie M.G. Schmidt pionierswerk
deed is dit jaar precies veertig jaar geleden in première gegaan, het speelde
in een tijd veertig jaar dáárvoor, en hij zong hoopvol of er in de jaren 70
misschien liedjes zouden zijn over Romeo en Julius. En die zijn er gekomen. Maar
helaas lijkt het er nu veertig jaar later op dat mondiaal gezien, ook in
Nederland, de acceptatie van LHBTers afneemt. Het kan toch niet zo zijn dat wij
vanwege
om wie wij zijn teruggaan naar een
tijd waarin we moeten zeggen ‘Sorry dat ik besta?’
Na het voorlezen van deze column heb ik vanzelfsprekend voor het liedje van Willem Nijholt gekozen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten