maandag 12 november 2018

♫ Jaja, naar Fabeltjesland ♫

Van de zomer werd het aangekondigd dat er in Rotterdam een tentoonstelling zou komen van 50 jaar 'Fabeltjeskrant', en ik vond dat ik als eerste generatie kijkbuiskind er heen moest. Vrienden Rick en Chris die net wat later zijn geboren hebben er toch middels herhalingen destijds ook kennis van genomen en wilden de tentoonstelling ook graag bezoeken. Dat Rotterdam de plaats is waar dit hele gebeuren plaatsvindt is niet zomaar, het hele Fabeltjeskrant-idee heeft een Rotterdamse oorsprong. Jacob de Uil, Cato Ooievaar, Truus de Mier en Ed en Willem Bever zijn gemodelleerd naar echte Rotterdammers, wat met name bij de plat Rotterdams pratende gebroeders Bever duidelijk naar voren komt.

Als kind heb ik er met enorm plezier naar gekeken en het was, nadat de fabels van Jean de La Fontaine, waar de eerste verhalen op gebaseerd waren, op waren, ook voor volwassenen leuk om naar te kijken omdat zaken die zich in de maatschappij en op het politieke vlak afspeelden werden vertaald naar de fabels in de 'Fabeltjeskrant'. Eén van mijn favoriete dieren was Isadora Paradijsvogel, die eigenlijk Doortje Spreeuw heette, maar zich als vaudeville-artieste uitdoste met veel 'verenverf' en dus een artiestennaam had. Ze sprak met een Adèle Bloemendaal-intonatie en noemde iedereen 'troel'. "Hè troel, maak nou geen ruzie, neem een glaasje grenadine rood." Maar alle dieren hadden zo hun eigen karakter. Cato Ooievaar was natuurlijk een Hyacinth Bucket avant la lettre, de immer nerveuze Bor de Wolf, nagelbijtende Jodokus de Marmot, Truus de Mier met haar schoonmaakdwangneurose, de eeuwig kuchende voormalige Limburgse mijnwerker Momfer de Mol en de slissende gezusters Martha en Myra Hamster die zich overal tegenaan bemoeiden. Toen de Twents sprekende Teun Stier ging scheiden van zijn vrouw Greta Koe werd ze feministe en opende een vrouwenhuis, helemaal in de tijdgeest van de jaren 70. 

De tentoonstelling is dan ook eigenlijk alleen maar leuk voor mensen die het in hun jeugd daadwerkelijk gezien hebben. Voor de kinderen van nu is er niet veel aan, die hebben hun eigen helden. Het is geen grote tentoonstelling en de €13,50 die de entree kost is dan ook goed betaald. Maar er kwam wel een schat aan herinneringen en o ja-momenten los. Zeker bij de vitrine met merchandise en memorabilia van het programma, je kan het zo gek niet bedenken of er is wel een fabeltjeskrantvariant op. Naast de gebruikelijke puzzels en (kleur)boekjes is er een heel servies, speelkleden, een tuinsetje voor kinderen en natuurlijk de beschuitbussen waarvan wij er vroeger thuis ook één hadden. Leuk is de psychologische uitleg van de karakters van een aantal dieren, die de stelling van Jacob de Uil 'Dieren zijn precies als mensen' onderstreept. Ook de originele poppen uit de serie, gehavend en al, zijn aandoenlijk om te zien. De grotere poppen die in de musical van de serie (2007) te zien waren spreken mij natuurlijk veel minder aan. Er zijn ook enkele tv-fragmenten te zien, w.o. de uitreiking van de Gouden Televizierring 1969 voor het programma en optredens van de stemmen achter de poppen, Frans van Dusschoten, Elsje Scherjon en Ger Smit met de hits uit de serie. Wat voor mij nieuw was is dat de "Fabeltjeskrant" ook internationaal succes had en de rechten van het programma waren verkocht aan meer dan veertig landen. Het is heel vreemd om het bekende openingslied in het Engels te horen. Alleen in Zweden ("Fablernas Värid") was het net zo succesvol als in Nederland. Zo hebben we er zelfs nog wat geleerd. 

Mijn favoriet: Isadora Paradijsvogel.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten