Toen vorige week bekend werd gemaakt dat het zondag, gisteren, dertig graden zou worden was mijn reactie: God nee! Zulks is niet maatschappelijk geaccepteerd, dat weet ik, men dient te allen tijde blij te zijn met zon en warmte, dat is een breedgedragen opvatting. Maar ik kan niet goed tegen warmte en mijd zoveel mogelijk direct zonlicht, en blijf op zulke dagen dan ook het liefste binnen. Ik zou eens kunnen uitzoeken of er in mijn genealogie vampieren zitten waarmee ik een directe bloedband heb. Dat zou veel verklaren, hoewel ik die aversie niet altijd heb gehad.
Als jongmens kon ik dagenlang in de volle zon liggen. Ik moet er nu niet meer aan denken, als ik me onverhoopt toch buiten moet begeven ga ik van schaduw naar schaduw. Ik heb vorig jaar tijdens die klimaatveranderende hysterisch hete zomer afspraken afgezegd omdat ik volledig apathisch was door de hitte. Ik had toen het geluk tussen twee banen in te zitten, maar nu ik partieel werk heb zal ik ook met eventuele verzengende temperaturen acte de présence moeten geven, ik heb me nu eenmaal verhuurd om op aangegeven tijden te verschijnen en leuk te doen. Het positieve is, want een zilver lijntje is overal in te vinden, dat ik als het bovenmatig warm is heel veel en ook goed slaap vanwege het verdovende effect wat het op me heeft.
Hieruit kun je opmaken dat een mens gaandeweg zijn leven bijna ongemerkt veranderd, zelfs iemand als ik die in beginsel helemaal niet van veranderingen houd. Zo kon ik mij vroeger ook geheel onbekommerd in mensenmenigten begeven, terwijl ik nu bij de gedachte alleen al naar adem begin te happen. Van de week nog in de foyer van het theater na de voorstelling waar men een bij de prijs inbegrepen drankje kan nuttigen en waarbij libelleweekachtige vrouwen als Barbapapa's iedere gewenste vorm kunnen aannemen om zich door de myriade naar voren te bewegen ten einde een glaasje wijn te bemachtigen, voelde ik in de massa mijn keel alweer dichtgeknepen en keek ik Johan aan die hetzelfde dacht als ik: weg van hier! Vervolgens hebben we in alle rust iets genuttigd in het restaurant naast het theater.
Zo zijn er wel meer dingen die in de loop van mijn leven zijn veranderd, was ik vroeger als kind een miezemuis met eten, ik lustte niets, eet ik nu dingen waarvan ik weet dat ik er vroeger mijn neus voor optrok. Of recentelijk al eens besproken in een blogje mijn vroegere schrikbeeld van het ouder worden in het algemeen en al het fysieke wat ermee gepaard gaat in het bijzonder, vind ik het, nu het zover is, een verademing vanwege de rust die ervoor in de plaats komt. Niet alle verandering is een verbetering, maar soms toch wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten