zondag 28 juni 2020

Keshia Thomas

De bekendheid van de Black Lives Matter beweging heeft wereldwijd een vlucht genomen, en terecht. Maar het is niet iets wat plotseling uit de lucht is komen vallen, zoals sommigen menen. Discriminatie van mensen van kleur is iets wat al decennialang aan de gang is en waar nu, naar ik hoop, grote stappen in kunnen worden gezet, dat gaat heel duidelijk niet zonder slag of stoot. Nee, ik keur de plunderingen en vernielingen door sommige demonstranten ook niet goed, maar vestig mijn aandacht liever op de geweldloze protesten van andere BLM sympathisanten, dat zijn er veel meer dan de raddraaiers, die trouwens in elke groepering te vinden zijn. Niet alle voetbalsupporters zijn hooligans om maar een voorbeeld te geven.

In 1996 had de Ku Klux Klan een betoging in de stad Ann Arbor in Michigan. Het was een vreemde keuze van de Klan, want Ann Arbor staat bekend als een liberale, progressieve en multiculturele stad. Er waren dan ook honderden mensen samengekomen om de Klan te laten weten dat ze niet welkom waren. 

De sfeer was gespannen maar onder controle. De politie beschermde een groep in witte jurken met de bekende puntmutsen geklede mannen. De toen 18 jarige Keshia Thomas was bij een groep met anti KKK-demonstranten. Plotseling schreeuwde een vrouw door een megafoon: 'Er is een Klansman in het publiek!' Er was een witte man van middelbare leeftijd gekleed in een t-shirt met de confederatievlag erop en met SS-tatoeages die probeerde weg te komen maar de groep volgde hem om hem weg te jagen. 

De man begon te rennen maar werd tegen de grond gewerkt door een aantal van de demonstranten die hem begonnen te schoppen en te slaan met de houten stokken van hun protestborden. Het was op dat moment dat Keshia dacht: dit is niet goed. Ze wierp zich op de man om hem te beschermen tegen de aanvallers. 

Wat bezielde haar om deze racistische man die haar verachte te beschermen met bovendien het risico zelf klappen te krijgen? 'Ik weet wat het is om geweld te ervaren, al die keren dat het mij is overkomen, hoopte ik dat er iemand was geweest die voor mij opkwam. Ook in deze omstandigheden, want geweld is geweld en nooit goed te praten, zeker niet voor een opinie.'

Van die man heeft Keshia nooit meer iets gehoord, maar maanden later kwam er iemand naar haar toe in een koffiezaakje en bedankte haar. Op haar vraag waarvoor antwoordde de man: 'Dat was mijn vader'. Keshia woont nu in Houston en zegt: 'Ik wil niet denken dat deze gebeurtenis het beste is wat ik ooit heb gedaan, in het leven streef je er altijd naar om het beter te doen. Ik probeer raciale stereotypen iedere dag te weerleggen, zonder grote gebaren, maar gewoon met dagelijkse vriendelijkheid. Het mooiste wat je kunt doen is om gewoon aardig te zijn tegen andere mensen, dat kan zo simpel zijn als oogcontact en een glimlach. Het hoeven geen grootse daden te zijn.'






Geen opmerkingen:

Een reactie posten