Van het Sint Nicolaas repertoire is het onderstaande liedje mijn favoriet. Het is geschreven door Antoinette van Dijk (1879-1975). Ze was operazangeres en zangeres van Oudhollandse liedjes. Ze trad in heel Europa op als operazangeres, maar haar carrière kwam in 1914 ten einde toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Vanaf 1919 verzorgde Antoinette kindermiddagen met zang en voordrachten. Naast onderstaand liedje zijn ook 'Wees welkom in ons midden' en 'Dag Sinterklaasje' van haar hand.
Ze ging voor de radio werken en schreef voor het programmablad van de AVRO. Direct na de Duitse bezetting in mei 1940 werd Antoinette ontslagen. Ze weigerde om nog langer een voet in de studio te zetten vanwege haar onoverkomelijke bezwaren tegen het omroepbestel die zich in Duitse geest ontwikkelde. Ze is 95 jaar geworden.
Het liedje vind ik zo leuk omdat het zoveel vlotter is dan de meest andere en je in het refrein met twee of meer de zang kunt verdelen in een langgerekt 'Sinterklaaaaaaaas, als je kooooooomt', etc, terwijl de anderen 'Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad' zingen om het de tweede keer om te draaien.
Vijf december Vijf december ja, dat is een blijde dag
Dat arm en rijk en oud en jong weer vrolijk wezen mag
Vijf december is de dag die vier je levenslang nog mee
Want sinterklaas is jarig en wie roept niet luid hoezee
Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad
(Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt)
Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat.
(denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat)
Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt
(Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad)
Denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat
(Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat)
’k Zette ’n dag of wat geleden al mijn schoentje voor u klaar
En vond toen op een morgen ’n fijne chocola sigaar.
En mijn zusje vond een poppetje van heerlijk marsepein
Wij danken u er hart’lijk voor, want heus het smaakte fijn
Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad
(Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt)
Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat.
(denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat)
Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt
(Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad)
Denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat
(Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat)
Geef me een hoepel met een stok, een kleine vliegmachine, een boek
Een leren voetbal die niet scheurt, al trap je hem in een hoek
Zeven stuiters, glazen knikkers en een bromtol en een tol
Een trein met echte rails erbij, en lekkers zakken vol
Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad
(Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt)
Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat.
(denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat)
Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt
(Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad)
Denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat
(Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat)
En voor moeder weet ik ook iets: ’n japon van blauw satijn
Als zij er prachtig uitziet, O, dat vind ik toch zo fijn
Geef zo’n fijn banketten hart, en chocola een pond of twee
En vader heeft zo graag zo’n hele grote port’monnee
Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad
(Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt)
Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat.
(denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat)
Sinterklaaaaaaaaaas als je kooooooomt
(Sinterklaas, Sinterklaas, als je komt in de stad)
Denk aan miiiiiiijjjjjjjjj, toe en stuur me wat
(Denk aan mijn adres, toe, en stuur me wat)
© Antoinette van Dijk
|
Antoinette van Dijk ↕ |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten