In de jaren zeventig deed ik vaak samen met mijn moeder boodschappen bij V&D op de Leyweg waar destijds een grote supermarkt in huisde. Als matrones zaten de caissières er op een rij in hun op tronen gelijkende kassameubels. Het was nog de tijd voor de scankassa's dus lazen zij de prijsjes af van de artikelen en sloegen die handmatig aan op de kassa. Van heel veel artikelen, bijvoorbeeld zuivel, waar geen prijs op stond, wisten ze de prijzen gewoon uit hun hoofd. Je had zo je favoriete caissière bij wie je in de rij aansloot. V&D was er toen ook al gek op om het wiel opnieuw uit te vinden en plots dienden de caissières ook andere werkzaamheden te verrichten in het verlengde van de supermarkt. Zo stond de hoogblonde mevrouw van Eenschoten plots achter het brood en gebak waar ze een slagroomschnitt uit de vitrine haalde maar die zo hoog optilde dat ze de slagroom van de bovenkant er via de rand van de vitrine allemaal afschraapte. Ze zakte door haar enkels in een gierende lachbui. Aan de andere kant moest het oude vrouwtje van de groenteafdeling, wat toen nog een bedieningsafdeling was, achter de kassa waar het mensje met een hoogrode kleur van ongemak en spanning erg ongelukkig zat te wezen. Dit experiment heeft slechts korte tijd geduurd. Caissière zijn was een vak wat niet iedereen zomaar kon, en zij die het konden moest je ook lekker laten.
Zelf heb ik zo'n 35 jaar bij V&D gewerkt, waarvan 33 jaar op de boekenafdeling waar de laatste 8 jaar de entertainment afdeling aan was toegevoegd. Bij zo'n, met betrekking tot het verschuiven van personeel, experimenteel bedrijf was het vrij uniek dat ik zo lang op één afdeling heb gewerkt, maar het werd van leidinggevenden aan bedrijfsleiders en vise versa die wel steeds veranderden blijkbaar doorgegeven dat ze mij vooral moesten laten staan. Verder dan boeken is er niks mee aan te vangen, of zoiets. Het heeft zelfs een keer in mijn beoordeling gestaan als een soort waarschuwing: 'Haal hem nóóit van de boekenafdeling af!' Dat is dan ook niet gebeurd. Zoals de kapitein van de Titanic ben ik, terwijl ik nog bezig was met boeken te rubriceren, mee ten onder gegaan in het faillissement.
Wat ik naast het bezig zijn met boeken en later entertainment het leukste vond was het afrekenen. Als je een klant had geholpen is dat het laatste stukje wat je kunt doen voor een mooie en goede afsluiting. In mijn huidige baan vind ik het kassawerk ook erg leuk om te doen. Het is wel een rol waarin je een beetje moet acteren, als ik er als mezelf zou staan is dat voor niemand leuk, dus licht van toon met een grapje hier, een kwinkslag daar, een mainstream versie van mezelf, u kent het wel. Tegelijkertijd hou je het zo voor jezelf ook leuk.
Maar het vak van caissière is uitstervend, mensen! Mijn Albert Heijn heeft een stuk of vier kassa's opgedoekt om er een ruimte voor zelfscannen te creëren. Ik ontdekte het gisteren toen ik boodschappen ging doen. Uitbundig welhaast feestelijk prezen enige dames die tot voor kort achter de kassa zaten het aan: 'Kan ik u verleiden om gebruik te maken van de zelfscankassa?' Ik ben gauw te verleiden dus ik deed het en werd geprezen omdat ik het zo snel begreep. Weten zij veel. Maar het heeft ook iets treurigs. Hoeveel van die dames krijgen over niet al te lange tijd een slecht nieuwsgesprek dat er van hun diensten geen gebruik meer zal worden gemaakt? U bent overbodig, onze clientèle kan het gewoon zelf.
Ik kan later zeggen dat ik de laatste caissière nog heb meegemaakt die in haar nadagen geestdriftig de zelfscankassa aan het promoten was, zich nog niet bewust dat die haar haar baan zou kosten, er waren immers nog drie kassa's over. En ik denk dan meteen aan de tijden van weleer met dames als mevrouw van Eenschoten die eens van haar stoel achter de kassa opveerde gillend: 'Oh, m'n haar!' toen er een fles cola op de band begon te spuiten. Caissières, prachtige vrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten