zondag 8 december 2019

De Sneeuwkoningin

Lennaert Nijgh was één van Nederlands beste tekstschrijvers meestal in één adem genoemd met Boudewijn de Groot met wie hij samen tijdloze nummers schreef, of op z'n minst stem gaf aan een generatie en een prachtig tijdsbeeld heeft neergezet van de jaren zestig en zeventig. De teksten van Lennaert zijn poëtisch te noemen en zitten vol met diepere lagen en verwijzingen.

'De Sneeuwkoningin' schreef hij voor Liesbeth List. Ik heb het al eens eerder gezegd, het is één van mijn favoriete nummers van haar. Onlangs hoorde ik tijdens de theatervoorstelling van Renée van Wegberg en haar muzikanten waarin ze stukken brengt van Liesbeth, Ramses Shaffy en Édith Piaf, dat 'De Sneeuwkoningin' was geschreven als tweeluik samen met het monumentale 'Pastorale'. Het was voor mij een openbaring en zo helemaal Lennaert. En toen ik het weer hoorde dacht ik: natuurlijk, dat ik daar zelf nooit op ben gekomen.

De Sneeuwkoningin

De wind streelt mijn haren van nevelsatijn
En stuift langs mijn mantel van sneeuwhermelijn
En boven alle bergen 
Zal ik heersen over dwerg en dal
Met adem van sneeuw
En met ijzel van eeuwen

Ben ik de kou
Ben ik het ijs
Ben ik de dood
Aaah ik ben de liefde 

Ik zwaai met mijn mouwen van weerwolvenbont
Een ijsbloemensluier daalt neer uit mijn mond
Het vuur glanst in de dwergenhut
Het dooft als ik de bergen schud
In regens verdwenen
Van ijs, gruis en stenen

Ben ik de kou
Ben ik het ijs
Ben ik de dood
Aaah ik ben de liefde

Mijn minnaar de zon keerde terug van zijn reis
Hij kust met zijn stralen mijn lichaam van ijs
En 's avonds bloost mijn bergen rood
Mijn tranen zijn der dwergen dood
Hij zal mij verwarmen
Ik smelt in zijn armen

Ben ik de kou
Ben ik het ijs
Ben ik de dood
Aaah ik ben de liefde

© Lennaert Nijgh, Boudewijn de Groot, Liesbeth List



Geen opmerkingen:

Een reactie posten