zaterdag 25 mei 2019

Twaalf

Deze column zal geplaatst worden op de website van Roze Golf


België, Nederland en Luxemburg hebben een gezamenlijke geschiedenis van verbondenheid. In 1830 werd België onafhankelijk van Nederland en Luxemburg pas in 1890. Na een eerste poging voor samenwerking die werd gestaakt door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, vormden België en Luxemburg in 1921 de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, een douane-unie en een muntunie. In 1931 wilden België, Luxemburg en Nederland een nauwere economische samenwerking, maar het was uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog die de drie landen bij elkaar dreef, om als drie kleine landen op meerdere gebieden te gaan samenwerken als Benelux.

Sinds 2012 opereren de landen onder de officiële naam Benelux Unie. Bij de Europese Unie is een uitzonderingsclausule opgenomen betreffende de samenwerking in Benelux-verband. Het beleid van de EU mag de werking van de Benelux niet frustreren en andersom aanvaardt de Benelux alle wetten en bepalingen van de EU. De drie landen kennen dus een lange geschiedenis van het samen optrekken door te zoeken en te vinden naar dat wat hen bindt, waardoor je zou denken dat de meest basale maatschappelijke belangen gelijk gestemd zijn. Denk opnieuw.

Daar waar België en Luxemburg na Malta respectievelijk op plaats twee en drie staan van de onlangs verschenen jaarlijkse Rainbow Europe Index, betreffende LHBT-rechten, is Nederland uit de top 10 gekukeld en staat nu op een twaalfde plaats (we hebben ooit op vier gestaan in 2014). Voor ons staan vanzelfsprekend alle Scandinavische landen, omdat die op elk maatschappelijk gebied nu eenmaal goed scoren, maar ook ‘macho-cultuur’- landen als Spanje en Portugal. Dit is vrij pijnlijk te noemen, omdat Nederland er altijd prat op gaat zo progressief te zijn. Maar net zoals er steevast wordt gezegd dat ‘we altijd zo gastvrij zijn’ voor mensen op de vlucht en in nood, wat als je de geschiedenis bekijkt nogal tegenvalt, lijkt ook dit statement een holle frase.

We zaten jarenlang in de top 10, vergeet niet dat Nederland het eerste land was waar mensen van gelijk geslacht konden trouwen. Waar is het misgegaan? Nederland kent bijvoorbeeld geen expliciet verbod op discriminatie van LHBT’ers in de Grondwet, ook kennen we geen hatecrime-wetgeving om discriminatie zwaarder mee te bestraffen. Deze Rainbow Index heeft betrekking op LHBT- rechten, niet op de publieke opinie over LHBT’ers.

Maar ook daar valt nog, of liever gezegd, weer een wereld te winnen. Als de hoogbejaarde uit een Fries NSB-gezin afkomstige Theo Hiddema van Forum voor Democratie op 16 mei j.l. in de Tweede Kamer pleit voor het einde van strafbaarheid tot het aanzetten van haat en discriminatie tegen LHBT’ers en andere minderheidsgroepen, waar de Partij Voor de Vrijheid zich vanzelfsprekend (als enige) bij aansloot, weet je dat er iets fundamenteel mis is. Het is dit artikel 137d, waardoor bijvoorbeeld de haatprediker Steven Anderson de toegang tot Nederland kon worden ontzegd.

KNVB-voorzitter Michael van Praag deelde mee dat voetbalclubs homoseksuele spelers aanraden om niet uit de kast te komen, omdat die volgens hen door de veelal laagschedelige supporters meteen zouden worden uitgescholden middels de in die kringen bekende spreekkoren. Dat is dan slecht voor zijn carrière. Je zou ook kunnen overwegen de ‘supporters’ aan te pakken, maar zover zijn we blijkbaar nog niet. Over de chronisch negatieve Johan Derksen en de homofobische uitlatingen van hem en zijn medebejaarden in het zonde-van-de-zendtijd programma  “Veronica Inside” ga ik verder geen woorden vuil maken, maar het feit dat wat hij zegt door een deel van de bevolking als humor wordt gezien in plaats van plaatsvervangende schaamte te voelen, geeft aan waarom er blijkbaar een draagvlak is ontstaan om LHBT’ers langzaamaan als tweederangsburgers te gaan zien.

Die stelling is enigszins gechargeerd, maar er zit een kern van waarheid in, er is een, gelukkig kleine, groep die veelal van achter hun pc onder anonieme accounts de meest vreselijke dingen twittert, post en deelt betreffende de LHBT-gemeenschap. Het overgrote deel van de samenleving heeft geen problemen met LHBT’ers, maar waakzaamheid blijft geboden, zeker in de huidige verrechtsing van de maatschappij wat voor geen enkele minderheidsgroep een gunstige ontwikkeling is. In de late jaren negentig van de vorige eeuw kon ik met mijn aspirant verloofde gewoon hand in hand door de binnenstad van Rotterdam lopen, geen enkele opmerking gekregen. Ik betwijfel of dat heden ten dage nog wel mogelijk is. In Brussel waar ik kort geleden was zag ik wel jongens arm in arm lopen zonder dat iemand ook maar een wenkbrauw optrok. Het rechtvaardigt die tweede plaats van België op Rainbow Europe Index natuurlijk wel. Malta staat met ruim 90% fier aan top, maar België, Nederland en Luxemburg, good old Benelux, horen toch de plaatsen 2 t/m 4 te bezetten of liever nog een ex aequo op plaats twee. Over de eerste plaats gaan we het dan later nog wel hebben.

Rainbow Europe Index. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten