vrijdag 10 februari 2023

Meisje uit de provinsie in het magies sentrum

Al een aantal zaterdagen komt het programma van Philip Freriks 'In de voetsporen van de jaren 60' op televisie. Hij interviewt verschillende mensen die in die tijd iets bijzonders deden of hebben meegemaakt. Het mooie aan het programma is dat het verhalen zijn van echte mensen die laten zien dat de jaren 60 niet één grote love & peace happening was zoals wij, nou ja ik, me het zo graag voorstel. Eén grote Hair musical. 

Ik moest denken aan het geweldige lied geschreven door Guus Vleugel met muziek van Joop Stokkermans, onnavolgbaar gezongen door Jasperina de Jong: 'Meisje Uit De Provinsie In Het Magies Sentrum'. Ja, zo schrijf je dat, in die tijd wilde men een nieuwe spelling (spellen zoals je het uitspreekt). Het heeft het nooit gehaald. 

Het verhaald over Annie van den Berg die vanuit Enschede naar Amsterdam gaat (destijds 'het magisch centrum' genoemd) en hoe het zo anders was dan ze zich had voorgesteld. Het hele lied gaat als een film aan je voorbij, zo beeldend geschreven en gezongen. Je zit naast Annie in die trein, op de Dam en in het portiek. Het eindigt onbevredigend, met spijt, deceptie wellicht, zoals wel meer idealen uit die jaren. 

Meisje Uit De Provinsie In Het Magies Sentrum

Ze zat in Enschede, en vond het leven tam
Want zeg nou zelf, wat is in godsnaam Enschede?
Twee boerenhippies en één lullig beatcafe
En op een dag nam ze de trein naar Amsterdam
Het Magisch Centrum van 't heelal!
In de coupe begon het al
Er zat een knul met een gitaar
En met een lintje in z'n haar
En toen ze eindelijk neerstreek bij het Monument
Waren de stenen daar een zalfje voor d'r krent

Het is begonnen, zei ze zachtjes voor zich heen
Dit is de sien waar al het goeie volk naar snakt
Toch had ze echt nog niet zo vreeslijk gauw contact
Om twee uur 's nachts was ze nog moederziel alleen
Toen ging het regenen, in paniek
Zocht ze haar heil in een portiek
Daar zaten ook, nu had ze beet
Twee Ierse meisjes en een Zweed
Ze zei: Hello, my name is Annie van den Berg
Maar verder wou de conversatie niet zo erg

Toch had ze na een dag of vijf al een vriendin
Met wie ze trouw haar flesjes deelde en haar brood
Dat meisje had nooit zoveel honger, want ze spoot
Maar ach, iets lekkers wou d'r af en toe wel in
Al was ze mager en doodsbleek
Het was een meid waar je naar keek
Ze ging zo af en toe gedwee
Met een of and're vogel mee
Om na een uur weer te verschijnen op de Dam
En zij, ze wachtte heel geduldig tot ze kwam

Zelf was ze niet bepaald een veel begeerde buit
Neem nou dat seksfeest, in dat huis in de Jordaan
Ze zat de hele avond met 'r kleren aan
Want er was niemand die gezegd had: Doe ze uit
Ze had al steeds de pil geslikt
Maar keek uitsluitend wat verschrikt
En toch geleidelijk meer sereen
Naar de taf'relen om zich heen
Die ze in Enschede nog nooit had bijgewoond
Ze rookte Nepal, en werd misselijk, maar niet stoned

Van tijd tot tijd dacht ze wat schamper aan d'r moe
Die had gezegd, ga d'r niet heen, toe blijf bij mij
M'n kind, je gaat er naar de sodemieterij
Ze had er wel vergeten bij te zeggen, hoe
En op een dag zei ze, tot ziens
En toen vertrok ze in d'r jeans
En met die flaphoed op d'r hoofd
Waarin ze zelf nooit had geloofd
En in de trein keek ze nog heel lang uit het raam
En even huilde ze.... Waarom, in Jezusnaam?

© Guus Vleugel, Joop Stokkermans, Jasperina de Jong



Geen opmerkingen:

Een reactie posten