vrijdag 19 mei 2023

Haagse koffietenten

U zult begrijpen dat na zo'n intense dag in Den Haag mijn hoofd nog wel even overloopt. Zo moest ik ineens denken aan een typisch Haags verschijnsel: de koffietent of wat netter het koffiehuis. Ras-Hagenees Harrie Jekkers heeft er zelfs een voorstelling naar genoemd: 'Het Gelijk Van De Koffietent'. Hij vat het kernachtig samen: "Een houten keetje van vijf bij zes meter waar alle problemen van de wereld in passen die door de arbeiders onder het genot van een 'bakkie pleuâh' worden geanalyseerd en opgelost in enkele minuten"

Eind jaren negentig waren er nog ruim vijftig koffietenten in Den Haag, nu zijn er nog maar iets van vijfentwintig over. Wat is nou zo'n koffietent? Belangrijk is om het niet te verwarren met een coffeeshop. Het is een vrijstaand gebouwtje, meestal van hout, maar soms ook wel van ander materiaal met een plat dak. De koffietenten staan door de hele stad verspreid, langs de weg of in een middenberm. Ze gaan al om vijf of zes uur in de morgen open om de werkmannen voor hun werk van koffie te voorzien, gedurende de dag kan men er ook wat eten, broodjes bal, tosti's, gebakken ei, dat werk. Het is een domein wat van oudsher vooral door mannen, voornamelijk arbeiders, wordt bezocht. Bij de échte Haagse koffietent wordt de koffie geschonken uit een koffiepot. 

Koffietenten zijn ontstaan begin vorige eeuw door de Bond tegen Alcoholmisbruik. In die dagen werd het weekloon uitbetaald in de plaatselijke kroeg, met alle gevolgen van dien. De Zangeres Zonder Naam heeft haar hele oeuvre gebouwd over vaderslief die hun weekloon aan het verdrinken waren. Vanaf de komst van de koffietenten werd het loon daar uitbetaald, waar in het begin enkel koffie, limonade en koek te koop was.

Dat was landelijk, zult u zeggen, niet alleen in Den Haag. Dat klopt, maar in Den Haag woonde naast de arbeiders ook de 'kouwe kak', en die wensten niet dat de werkmannen hun meegebrachte boterhammen opaten in hun woning waar ze werkten. Eigen brood mocht men ook niet in de reguliere horeca nuttigen, maar bij de koffietenten konden ze wel terecht en voor een luttel bedrag was er een kopje koffie te koop. Koffie is nog steeds onder de twee euro in de koffietenten. Gaandeweg werden de koffietenten een ontmoetingsplaats van de arbeiders die vroeg in de ochtend hun dag startten met een 'bakkie pleuâh' en de wereldproblematiek, uiteraard in plat Haags, met elkaar doornamen. Maar als je een timmerman, schilder of loodgieter nodig had kon je er ook naar binnen stappen om te zien of er iemand was die om werk verlegen zat. Vandaar dat in Den Haag de koffietenten het veel langer volhielden. 

Nog zo'n vijfentwintig zijn er dus maar over in Den Haag. Het fenomeen Haagse koffietent verdwijnt langzaam maar zeker uit het straatbeeld. 

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten