Hij vertelde dat ie ook niet zo goed wist wat er was gebeurd. "Ik reed helemaal niet hard, maar ik vermoed dat ik ben geslipt door het natte wegdek". Z'n broek was kapot en z'n hand waar ie op gevallen was, was geschaafd. Hij beefde een beetje van de schrik. Hij zei dat ie pijn had aan de hand waarop ie gevallen was. "Kun je je hand bewegen?" vroeg ik. Ja dat lukte, maar het leek hem verstandig om er toch even naar te laten kijken in plaats van zijn weg richting Rotterdam te vervolgen. Ik beaamde dat, het zekere voor het onzekere, en de wondjes aan zijn hand moesten natuurlijk ook even worden schoongemaakt i.v.m. straatvuil. Hij was weer wat gekalmeerd en bedankte me, het was een kleine moeite voor me om even een gesprekje met 'm aan te gaan om te zien of het allemaal oké was.
Nu ik dan toch een aureooltje boven mijn hoofd voelde zweven, pakte ik meteen maar door. Ik had gezien dat buren grof vuil hadden gebeld voor hun oude spullen en die voor de entree van de appartementen hadden klaar gezet. Mooi, dan kon ik de twee parasols van andere buren, die ooit van hun lanai waren afgewaaid en al weken, achter de woningen lagen, eerst in het gras, maar door de gemeentewerker die kwam maaien in het struweel zijn gegooid, erbij leggen. De tijd die ik ze ervoor had gegeven om het uit basis beleefdheid gewoon zelf op te ruimen was allang verstreken.
Maar deze dag stond natuurlijk in het teken van het tweede bezoek aan de dokter van Coolblue. Ik stapte wederom de starship Enterprise achtige winkel in en kon mijn foontje er achter laten. Ik had mijn telefoon uitgezet, maar hij moest weer aan en ik diende de vingerafdrukherkenning (tijdelijk) te deactiveren. "Nou, zorg je goed voor 'm" zei ik toen ik z'n jasje had uitgedaan en 'm daar achterliet. Meteen bedacht ik me dat dat wel heel achterlijk klonk, maar goed, het was al gezegd.
En toen liep ik toch een beetje gemankeerd richting stad, als me nu iets zou overkomen kan ik niemand verwittigen. Aan de andere kant, zo heb ik de eerste helft van mijn leven geleefd toen er nog geen mobiele telefonie bestond. Ik had een missie, ik wilde een cadeautje kopen, ik wist ook wat en waar dus ik liep er in één streep heen en dat was dat.
Er was een tijd dat je mij geen groter plezier kon doen dan winkelen in de binnenstad van Rotterdam, maar nu.... Ik ben een kopje koffie gaan drinken en normaal zou ik wat kleding gaan scoren of zo, maar ik heb nog steeds een vetschort dus dan is kleding kopen geen optie. Beetje wat hebbedingetjes winkels ingelopen maar er waren geen dingetjes die ik wilde hebben.
Uiteindelijk weer naar het foontjeshospitaal, waar een medewerker ging kijken of ie al klaar was. Naar mijn gevoel bleef ie lang weg, dus diverse rampscenario's gingen door m'n hoofd, maar daar kwam ie dan met m'n kleintje aan, helemaal vernieuwd en zonder barsten. De neiging om de man te omhelzen heb ik met kracht onderdrukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten