"Het is mijn buurt niet meer. Het is voorbij. Alleen een brok sentiment is die buurt voor mij"
Willy Alberti, 1973
De wijk Morgenstond in Den Haag is een naoorlogse wijk, die de woningnood moest gaan oplossen. Architect Willem Dudok presenteerde zijn plan voor Morgenstond in 1949 en in 1951 is er met de bouw begonnen. Belangrijk detail in de wijk is de ruimte die is gemaakt voor gemeenschappelijke tuinen tussen de woonblokken in, door ons thuis 'de achtertuin' genoemd. Bij onze tuin waren er klimrekken en een zandbak in.
In 1953 werden de woningen in de Hellendoornstraat opgeleverd, en mijn vader ging er een jaar later wonen als tweede bewoner van nummer 128. Mijn ouders hebben er tot 1987 gewoond. Ons portiek bestond uit 8 woningen, de buren zijn in de loop van de tijd wel veranderd, maar als ik over de hoogtijdagen van mijn jeugd spreek woonden er de familie's Nijssen (de eerste bewoners van de straat), v.d. Bogaard, Marbus, Groenenberg, Valstar, de Jager en de Jong . Met de familie Nijssen hadden we een hechte band, waar ik vast in een later blogje nog eens op terug kom. In mijn jeugd was het heel gebruikelijk dat je oudere mensen waarmee vriendschappelijk werd omgegaan met 'tante' en 'oom' aansprak, mevrouw en meneer Nijssen waren dus tante Stien en ome Gerard.
In het portiek naast ons woonde op gelijke hoogte de familie Matla, ome Bob en tante Sjaan en die hadden een dochtertje van mijn leeftijd, Iris. Ik kan me herinneren dat als Iris en ik op onze kinderfietsjes fietsten we dat altijd op elkaars fietsje deden. Ook hielden wij over het balkon heen waterpistooltjesgevechten. Aan de overkant in de Wijhestraat woonden oom Piet en tante Lydia. Zij hadden 4 kinderen waarvan ik me alleen de namen Sylvia en Mario herinner, Mario was iets ouder dan ik. Ik heb wel eens bij ze gelogeerd, en toen er eens geen water uit de kraan kwam in onze straat hebben we met teiltjes en emmers water gehaald bij hen. Met tante Lydia is het helaas niet goed afgelopen.
Zo waren er in het buurtje waar wij woonden meer mensen die in mijn herinnering blijven, de familie Kortekaas uit de Holtenstraat, waarmee ik meeliep uit school tussen de middag omdat hun zoon Wido bij mij op school zat. In het portiek aan de andere kant woonde de familie Schoningen met wie we ook contact hadden en in de lage huisjes tussen de de Hellendoornstraat en de Wijhestraat in woonde de familie van Dongen, de dochter van mijn vader was bevriend met hun dochter Irene, die later in Rusland is gaan wonen. Tante Aal uit de Wijhestraat, die sterke gelijkenis vertoonde met Adèle Bloemendaal, met haar heel blonde dochters waren ook markante bewoners van ons buurtje.
Op de Maartensdijklaan was een rijtje van 6 winkels een kruidenier Ardi, begin jaren 70 weggeconcurreerd door de grote supermarkten, toen huisvestte zich er een bloemenwinkel in, een drogisterij, een groentenwinkel, een bakker (Hus), een sigarenboer en een slagerij. Door de buurt werd dit 'De Hoek' genoemd. "Ga jij even naar de hoek een pakje sigaretten halen bij Koos".
Toen mijn vader er ging wonen zeiden vrienden en bekenden: "Man je gaat aan het eind van Den Haag wonen!" En in zekere zin was dat ook zo, hij keek uit op grasland en koeien. Pas later werd het winkelcentrum aan de Leyweg (voorheen een boeren landweg) gebouwd en de wijken Bouwlust en Vrederust. Verder was het, mede door de visie van Dudok, een groene wijk met veel bomen, struiken en grasvelden én we woonden vlakbij het Zuiderpark, waar we regelmatig kwamen in de speeltuin, het open lucht zwembad of in de herfst om bladeren te zoeken. Ook in het overdekte zwembad "Loevestein" aan de Loevesteinlaan heb ik veel tijd doorgebracht, als ook in bioscoop Euro Cinema aan de Leyweg, beiden zijn er nu niet meer.
De kleuter,- en lagere school waar ik op heb gezeten waren eveneens op loopafstand van onze woning, en toen ik in 1987 op mezelf ging wonen kreeg ik een 2 kamer appartement in de Dalfsenstraat, die ook in de buurt lag zodat het niet een al te grote overgang voor me was, alles om me heen bleef vertrouwd, maar ook over die gebeurtenis in een later jubeljaarblogje meer.
Ik eindig met nog een strofe uit het lied "De Buurt"
"Mijn buurt, zo mag ik het wel noemen,
met tantes omes bij de vleet.
Ik kan mezelf erover roemen
dat ik nog alle namen weet.
Waar zijn die mensen toch gebleven,
ze konden niet zonder elkaar.
Die buurt dat was hun hele leven.
Soms wil je het vergeten maar
die buurt heeft afgedaan.
Die buurt waar mijn ouderlijk huis heeft gestaan".
die buurt heeft afgedaan.
Die buurt waar mijn ouderlijk huis heeft gestaan".
Op onderstaand kaartje van de wijk heb ik wat punten aangegeven uit dit blogje en voorgaande jubeljaarblogjes én die nog gaan komen.
Uitzicht uit het slaapkamerraam van mijn ouders (voorheen de kamer van de dochters en daarna van de zoon van vader) In het huizenblok van bruine baksteen was bioscoop Euro Cinema gevestigd. |
De zandbak in de achtertuin. Het zou zomaar kunnen dat ik er zelf of bekenden opstaan De foto is genomen vanaf ons balkon. |
Mei 1969 met mijn eigen fietsje rood met witte bandjes. Iris had een blauwe met bruine bandjes. |
Oktober 1969 met buurmeisje Iris. Wij vonden elkaar heel lief. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten