"Had een mens maar geen familie op aard, oh wat leefde hij dan kalm en bedaard"
Jasperina de Jong, 1970
En zo bestond het gezin dus uit 6 personen wonend in de vier kamer flat in Den Haag. Het grote hart van mijn ouders maakte het mogelijk dat er voor een vriendin in nood van de oudste dochter voor een korte periode ook een plekje werd gecreëerd. Al spoedig vlogen de eerste vogels uit, de vriendin trouwde in 1967, de oudste in 1969. De dochter en zoon van mijn vader huwden respectievelijk in 1972 en 1976. Vanaf die periode was ik dus een soort 'enig kind', een gevoel wat ik als nakomertje toch wel had omdat het leeftijdsverschil met de anderen simpelweg te groot was.
Mijn moeder kon altijd met ouderwetse trots zeggen dat de kinderen allemaal keurig 'uit huis' getrouwd waren, dat was in haar ogen en in die van haar generatiegenoten een deugd. Ik verbrak die ketting van huwelijken natuurlijk toen ik in 1987 op mezelf ging wonen, maar daarover in een later jubeljaarblogje meer. Trouwens, al de huwelijken met uitzondering van die van de vriendin zijn op zeker moment ontbonden. Een huwelijk vanuit het ouderlijk huis is dus geen garantie op succes.
Het was ergens in de jaren 90 toen de twee kinderen van mijn vader plots vonden dat de (verkeerde) keuzes die zij in hun leven hadden gemaakt terug te voeren waren naar hun jeugd, zij waren toen de 40 al ruim gepasseerd. Zij confronteerden mijn ouders daar ook mee. Dat er in het verleden uitspraken waren gedaan als "Iedereen heeft maar één moeder en dat is zij" wijzend naar mijn moeder, hun stiefmoeder, toen hun natuurlijke moeder op de stoep stond, en "Ik heb geen kerst gevierd als ik niet één dag bij pa en ma ben geweest" deden daar niets aan af. Hun leven ging niet zoals zij voor ogen hadden gehad en dat was de schuld van mijn ouders.
Mijn ouders, met name mijn moeder hadden het er vanzelfsprekend moeilijk mee. Ik huldig erg het principe dat ook al is het familie, het niet betekent dat je ook, alleen vanwege die bloedband, met elkaar moet om blijven gaan als de levens te ver uiteen liggen. Je hoeft geen ruzie te hebben, maar dan heb je gewoon niet zoveel met elkaar. Een uitzondering daarop vormen je ouders die zie ik als een onlosmakelijk onderdeel van mezelf, en nee dat is geen absolute waarheid. maar dat is zoals het voor mij geldt.
Voor zover ik weet leven de kinderen van mijn vader nog, en het is voor mij geen gemis dat ze geen onderdeel uitmaken van mijn leven, op dit moment zal ik waarschijnlijk totaal van ze vervreemd zijn. Ik noem ze om die reden hier bewust ook niet bij naam, dat vind ik wel zo netjes. De oudste dochter, Els, die ik dan wel mijn zus noem, is nu de steun en toeverlaat van mijn hoogbejaarde moeder. Ze wonen praktisch naast elkaar en dat ís in dit geval ook praktisch. Ik woon op loopafstand, maar werk (nog) en ben dus dankbaar voor haar oplettendheid en hand,- en spandiensten die zij verleend voor onze moeder.
Zij zijn de enige familieleden met wie ik op regelmatige basis omga en dat is prima zo. Ik heb een soort 'eigen' familie die zich op organische wijze heeft gevormd, lieve vrienden met wie ik veel plezier beleef en die me nu in tijd van onzekerheid vanwege mijn werk bijstaan. Ik ben een gezegend mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten