vrijdag 9 november 2018

In liefdevolle herinnering: Sylvia de Leur (1933-2006)

Van de week moest ik ineens aan haar denken, Sylvia de Leur. Een actrice, die zoals ze zelf wel eens zei 'erbij werd gehaald als het leuk moest zijn'. Ik heb eens een programma gezien waarin ze centraal stond en daar hadden ze de hele studio behangen met uitgeschreven op papier wat ze allemaal op artistiek gebied had gedaan, het was een schier eindeloze lijst. Sylvia was bekend als de komische actrice en cabaretière, maar haar leven heeft vele grote tragedies gekend. Ik heb ooit haar autobiografie gelezen en het is onwaarschijnlijk wat ze heeft doorstaan

Ze werd in 1933 geboren in Breslau, wat destijds deel uitmaakte van het Duitse Rijk, maar nu Wroclaw heet en in Polen ligt. Haar vader was de Nederlandse concertmeester Tonny de Leur en haar moeder, Hertha Sommer,  was een Duitse danseres. Haar moeder vond dat Sylvia haar even had verwoest en werd tot haar achtste bij haar opa en oma gedropt die een bakkerij bestierden. Ze groeide op in een artistiek milieu en trad al heel jong op als o.a. acrobate en goochelaarsassistente. Dit zei ze zelf over hun vlucht in de oorlog uit Breslau:

"Nadat Hitler was begonnen Europa op te slokken, dook mijn vader onder in de bakkerij. Hij sliep in de oven. Tegen het eind van de oorlog, midden in de SS-razzia's en de chaos - van de ene kant kwamen de Engelsen, van de andere kant de nazi's, links de Russen, rechts de yankees - sloegen we op de vlucht. Een tafereel uit een stuk van Brecht. Allerlei artiesten stapten in de laatste trein richting... tja, richting ergens. Jongleurs, acrobaten, accordeonisten, zangers, goochelaars, het was een wild gezelschap. Vlak voor Dresden kwam onze wagon tot stilstand in een tunnel. Het voorste deel van de trein stak eruit. Wham, plotseling vloog dat de lucht in. We waren het geallieerde bombardement op de stad binnengereden. Ontploffingen, rook, stof, het licht ging uit. Geschreeuw, hysterie. Het duurde en duurde.
We trokken verder met de groep. Een week of meer in een trein naar het Tsjechische kuuroord Karlsbad, inmiddels Karlovy Vary. Ik herinner me vrieskou, metershoge sneeuw. 'Nicht gucken!', riep mijn moeder. Dus keek ik. Uit een andere coupé kwam een pop gevlogen, een groenblauwe pop. En nog één, en nog één. Het waren dode baby's. In die horrortrein werd bevallen en gestorven. Mensen waren bevreesd dat de pest zou uitbreken, alles wat een besmettingshaard kon vormen moest overboord. Er zijn nachten dat ik de moeders nog hoor krijsen."

Haar vader kwam met een onbegrijpelijk verhaal over een ijzeren gordijn en zo kwam de familie de Leur in 1948 in Nederland terecht. Haar vader zei: 'Straks, in Nederland, houd je om te beginnen je lippen op elkaar. Duits, Tsjechisch, Russisch: dat spreek je nooit meer. En je vergeet wat we hebben meegemaakt. Het is gewoon niet gebeurd. Vrolijk zijn, meisje.' En zo hebben wij haar leren kennen als de altijd vrolijke vrouw in komische rollen in o.a. "Wat Zien Ik", "Rust Noch Duur" en "Vreemde Praktijken". Ook maakte ze deel uit van het Lurelei-cabaret. 

In 1975 ziet Sylvia vanuit haar auto hoe haar 13 jarige zoon Marino die voor haar rijdt op zijn fiets voor haar ogen door een cementwagen overreden worden. Een traumatische gebeurtenis die ze verdrong. Ze bleef werken. 'Werken was weg-werken' zei ze hier later over, 'Dingen op een afstand houden'. Later, tegen haar zestigste kwam alsnog de klap van alles wat ze vanaf haar prilste jeugd had verdrongen. In 1997 maakt ze haar rentree op het toneel in een solovoorstelling "Geluk? Wieso Glück?" wat handelde over de moeizame relatie met haar moeder. Haar autobiografie waarin ze haar levensverhaal optekende verscheen min of meer gelijktijdig wat naar mijn gevoel beiden therapeutisch voor haar moet zijn geweest.

In 2006 is ze op 72 jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van de neurologische ziekte ALS. Ik dacht dus van de week aan haar, en vond het zo ongelooflijk bijzonder en ook wrang dat ze zoveel mensen plezier heeft bezorgd in haar werk terwijl haar leven zo veel verdriet heeft gekend. Robert Long heeft in 1999 een heel mooi liedje over haar gemaakt:

Sylvia, 'k heb je gesprek gehoord
Ik zag je zitten vanwaar jij me niet kon zien
Sylvia, ik hoorde ieder woord
En ik loop vaak aan je te denken, sedertdien
Je klonk teleurgesteld
Je leek zo'n spring in 't veld
Je hebt me zo vaak in een goed humeur gebracht
Sylvia, waar zijn je kuiltjes, als je lacht
Sylvia, je moet niet droevig zijn
Als is het leven dan ook hard voor je geweest
(Want) Sylvia, als je verdrietig bent
Dan mis je alles wat je kwijt bent juist het meest
Dat brengt nog meer verdriet
Dat wil je zelf toch niet?
En wie weet wat er nog voor prachtigs op je wacht
Sylvia, ik vind je zo mooi als je lacht
Sylvia, je moet niet bitter zijn
Hoewel het bitter was toen jij je kind verloor
Sylvia, dat doet vast nu nog pijn
Jouw wereld stopte maar toch ging het leven door
Dat heeft beslist iets wreeds
Maar jij bestaat nog steeds
En wie weet wat er nog voor prachtigs op je wacht
Sylvia, ik vind je zo sterk als je lacht
Sylvia, al voel je eenzaamheid
Zolang je leeft is er een zin in je bestaan
(En) Sylvia, 't was niet voor niks hoor meid
Jij hebt al zoveel mensen een plezier gedaan
Dat kan je altijd nog
Je bent een taaie, toch?
En wie weet wat er nog voor prachtigs op je wacht
Sylvia, ik vind je zo lief als je lacht
Sylvia, ik ken je niet zo goed
En 'k heb waarschijnlijk half zoveel niet doorgemaakt
Sylvia, maar jij hebt veel meer moed
Ik had waarschijnlijk mijn bestaan al lang gestaakt
Dat heb jij ook getracht
Maar jij had toch de kracht
Om te beseffen dat er iemand op je wacht
Sylvia, misschien wordt alles toch nog mooier
Dan je dacht
Sylvia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten