zaterdag 17 november 2018

Kinderen. Zegen of recht?

Deze column zal ik vandaag voorlezen in het programma 'Uit De Kast' van radio Capelle, dit is ook de link waar de uitzending later op terug te luisteren is. Ook zal de column gepubliceerd worden op de website van 'Roze Golf' van RTV Oost.

“Ik ben altijd acht gebleven” zei de grote Annie M.G. Schmidt over zichzelf, waarmee ze bedoelde dat ze het kind in zichzelf bewaard had. Daarnaast antwoordde ze op de vraag dat ze gezien haar vele kinderboeken wel heel erg dol moest zijn op kinderen met: “Nou nee, ik zal ze niet slaan, maar ik ben niet zo heel erg gek op kinderen”. En ik snap haar volledig. Het feit dat je volwassen bent is voor sommigen het signaal om enigszins ingedut en saai te worden omdat men zich in de rol van de verantwoordelijke volwassene meent te moeten schikken, in plaats van het leven niet zo serieus te nemen, uiteindelijk gaan we er allemaal aan dood. Als we iets van kinderen kunnen leren is dat ze in het moment leven en zich enorm kunnen verheugen op iets leuks of fijns wat in het verschiet ligt en veelal totaal onbevangen zaken tegemoet treden. Zo kan ik kinderlijk blij zijn als ik wakker word en besef dat het vrijdag is, de door mijzelf ingestelde pizzadag, waarop ik ’s avonds pizza eet. Het zijn de kleine dingen die het doen zongen Saskia en Serge al.

Net als Annie ben ik niet bovenmatig dol op kinderen, er zijn mensen die eigenlijk vanuit een soort oergevoel alle kinderen leuk vinden en heel soms eens eentje niet, ik vind in principe kinderen helemaal niet zo leuk en zo af en toe eentje wel. En om nog even bij Annie te blijven, ook ik zal ze niet slaan. Het is een cliché maar het komt vaak door de ouders en hun opvoeding of meer door het gebrek daaraan waardoor kinderen zich manifesteren als kleine manipulatieve dictators die langzaam vakkundig het protoplasma uit hun ouders wegzuigen. Het is de tijdgeest, daar waar vroeger iedere volwassene een kind kon aanspreken op wangedrag, wordt dat nu niet meer getolereerd. Ouders zien hun Gewenste Kind als een prinsje of prinsesje, en erger nog noemen ze ook zo, aan wie het niets mag ontbreken, waarbij iedere wens van de kleine hun bevel is. Daar passen geen correcties van derden in.

Dit gezegd hebbende kunnen kinderen op zich heel leuk en ontwapenend zijn naar anderen, vooral zonder hun ouders erbij. Aan de sportschool waar ik sport is ook een ballet- en dansschool verbonden, en in de kleedkamer zijn soms kleine dansertjes die vanuit zichzelf een gesprek beginnen, heel open en eerlijk, dat zijn leuke gesprekjes. Ze vertellen over school of over thuis, de les die ze zojuist hebben gehad of nog gaan doen, daar kan ik van genieten. Maar tegelijkertijd heb ik niet het gevoel dat ik als kinderloze iets heb gemist.

Net zoals ik niet weet hoe het voelt als je vindt dat je in een verkeerd lichaam bent geboren, weet ik ook niet wat het is om een diepgewortelde kinderwens te hebben, wat niet automatisch betekent dat ik niet kan begrijpen dat anderen dat wel voelen of hebben, ik ken het alleen niet vanuit mezelf. Vroeger werd er gezegd dat het gezin was gezegend met de geboorte van een kind, of heel vroeger met de geboorte van twaalf kinderen, want Gods water moest over Gods akker lopen, zoveel was duidelijk en zo niet dan vertelde meneer pastoor, dominee of ouderling je dat wel. Het krijgen van kinderen was de kroon op het huwelijk en het werd ook maatschappelijk verwacht dat je je vermenigvuldigde, en dat laatste is nog zo. Bewust kinderloze vriendinnen van mij die wel een relatie hebben, hebben zich in hun vruchtbare jaren regelmatig moeten verantwoorden waarom ze geen kinderen wilden.

Voor een homoseksueel mens is het lange tijd een uitgemaakte zaak geweest. Je woonde samen met iemand van hetzelfde geslacht, daar kunnen geen kinderen van komen. Punt uit. Twee mannen of twee vrouwen namen een kat die vervolgens op alle kerst- en verjaardagskaarten als mede afzender werd genoemd. Vaak waren ze wel de favoriete ooms of tantes van de neefjes en nichtjes die vanwege het dubbel inkomen en geen kinderen bij bezoekjes werden verwend. Maar tijden veranderen en de wereld wordt steeds meer maakbaar, daarnaast komen er door het opvoeden van prinsjes en prinsesjes generaties bij die de termen ‘nee’ en ‘is helaas niet mogelijk’ niet (willen/kunnen) accepteren.

Dus hoewel homo’s qua levensstijl zich van oudsher enigszins afzetten tegen het gezapige vooraf uitgestippelde huwelijkse heteroleven met al die brintagezinnen en hun 2.3 kinderen, blijkt dat er dus onderhuids een intens verlangen geweest te zijn bij sommigen om juist dat leven te willen kopiëren. Ze wilden ook kunnen trouwen en ook kinderen opvoeden. Nou, dat huwelijk is er in veel landen, met Nederland voorop, dan ook gekomen en zij die het belangrijk vinden kunnen zich in de echt verbinden. Voor velen is dat niet voldoende en vinden dat het hebben van een kind, via ingewikkelde draagmoeder- en co-ouderconstructies of adoptie de kroon op hun huwelijk of relatie zal zijn. De eerste helft van de vorige eeuw revisited.

Nogmaals voor mij een totaal onbekende wens, dus heb ik er in zoverre een mening over dat ik vind dat er altijd vanuit het kind gedacht moet worden, en dat dat te allen tijde voorop moet staan. Een niet onbelangrijk detail hierbij is dat twee vaders of twee moeders die samen een kind willen via adoptie of de vele andere mogelijkheden er zo bewust mee bezig zijn, zich er zo op moeten voorbereiden en wiens doopceel wordt gelicht dat je ervan uit kunt gaan dat daar heel erg goed over nagedacht is en alle voors en tegens zijn afgewogen alvorens het lange intensieve traject in te gaan. Dit in tegenstelling tot heteroparen die niet zoals homoparen worden doorgelicht voordat er aan nageslacht wordt gedacht en soms zelfs in deze tijd nog onbedoeld zwanger raken of zich helemaal niet realiseren wat het krijgen en opvoeden van een kind inhoud. Ga maar eens op een willekeurige zaterdagmiddag in de stad kijken wat je aan gezinsgeluk voorbij ziet komen, en je wenst zo’n kind twee liefhebbende vaders of moeders toe in plaats van de mopperende ouders met gezichten op onweer waarmee je ze ziet lopen.

Maar het is een lange en moeizame weg om kinderen op een andere manier te krijgen dan de zogenaamd natuurlijke. Wie anders dan Robert Long kan daar een ironisch lied over schrijven, met de titel ‘Het Moderne Leed’, waarbij al het denkbare en ondenkbare mis gaat. De fenomenale Jenny Arean weet als geen ander hoe je zo’n lied moet brengen.










                                              Robert Long, de meester zelf, brengt hier het lied
                                              "Het Moderne Leed".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten