donderdag 27 februari 2020

Herinneringen

Facebook, ik ben er destijds aan mijn haren bijgesleept, want ik moest ook opstoten in de vaart der volkeren vond men. Dat was 2011, ik weet niet hoe lang daarvoor het hebben van een Facebookaccount al een ongeschreven sociale verplichting was, maar wel dat de mensen die mij er toen in hebben geduwd nu zelf het wel zo'n beetje hebben gehad met Facebook. Ach, het kan verkeren. Ik vind Facebook leuk omdat ik dan op de hoogte blijf van wat een ieder zo bezig houdt en verder is het natuurlijk helemaal niet zo belangrijk. Als ba'er heb ik er vanzelfsprekend meer tijd voor dan mensen die een gezin met 2.4 kinderen draaiende moeten houden of die een carrière nastreven waarbij 60 à 70 uur werken per week heel gewoon is.

Ik heb er in de loop van die jaren veel mensen van toen gevonden en wat ik ook erg leuk vind zijn de Facebookpagina's met oude foto's uit mijn geboortestad Den Haag, met name die over de wijk waarin ik ben opgegroeid. Niets menselijk is ook de Hagenaar vreemd, zodat ik één van die groepen heb verlaten omdat de toon steeds racistischer werd. De witte boze bejaarde Hagenaars, type Henk Bres, gingen onder leuke kiekjes van vroeger steeds helemaal los over hoe fijn wit het er toen allemaal was. Bij de groep over mijn wijk wordt dat absoluut niet getolereerd.

Omdat ik er nu zo'n 9 jaar op zit, zijn de dagelijkse herinneringen die Facebook ongevraagd onder de aandacht brengt ook leuk. Je ziet één herinnering en kan ervoor kiezen om de andere herinneringen van die dag ook te bekijken of niet. Meestal kijk ik wel even. Zo heb ik het hele hilarische verloop van de ondergang van V&D die al in januari 2015 begon nog eens middels posts uit die tijd kunnen volgen. Zo nu en dan verschijnt er ook een foto van mijn moeder. Ik vind dat fijn. Zoals al eens eerder verteld gaat er geen dag voorbij dat ik niet aan mijn ouders denk, maar zo'n foto roept weer veel herinneringen aan voorbije momenten op.

Gisteren verscheen er een foto van mijn moeder, genomen door mij terwijl ik achter haar rolstoel liep. Alleen haar achterhoofd is te zien, maar voor mij zo herkenbaar, omdat ik dat beeld altijd zag als ik samen met haar eens in de week boodschappen ging doen. Die paar uurtjes waren onze momentjes. Mijn moeder vond het een uitstapje en we namen alle wetenswaardigheden van de week met elkaar door. Vaak namen we dan een kopje koffie en een broodje bij Cappuzzino. (De oplettende lezer weet dat ik daar later twee keer in het najaar (2016 en 2017) heb gewerkt na het faillissement van V&D). De foto gisteren emotioneerde me, maar tegelijkertijd werd ik er ook blij van en kreeg een warm gevoel. Nee, dat Facebook is zo gek nog niet. Dank aan hen die me met mijn arm op de rug gedraaid gedwongen hebben om een account te openen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten