donderdag 25 januari 2024

Opzij, opzij, opzij....

.....maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast.... iedereen kent deze tekst van Herman van Veen en ook hoe het verder gaat; We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.... Zo ongeveer ging mijn ochtend gisteren.

Zo één keer in de anderhalf jaar overkomt het me dat ik wél de wekker instel, maar vervolgens verzuim om het knopje om te zetten zodat ie ook daadwerkelijk afloopt. En alsof dat nog niet rampzalig genoeg is was ik óók nog vergeten om de wekkertijd die zichtbaar is weer terug te schakelen naar de werkelijke* tijd. U moet weten dat ik een vrij ingewikkeld tijdsysteem heb met opstaan. Ingewikkeld voor anderen, voor mij de enige manier, het heeft te maken met de klok die een half uur later aangeeft dan het eigenlijk is zodat ik het gevoel heb meer tijd te hebben. *Werkelijke is hier dus dat half uur later dan het eigenlijk is. U snapt het niet? Dat geeft niet, ik wel en dat doe ik al sinds mijn jonge jaren. Maar zoals ik al zei, heel sporadisch gaat het mis.

Dat was gisteren het geval. Ik had het knopje niet omgezet, dus de wekker liep niet af, en hij stond bovendien op de tijd waarop ik normaal gesproken nog even kan soezen. Maar op een bepaald ogenblik dacht ik: wat is het al licht buiten. Opeens viel het kwartje (of het vijftig eurocent muntje), ik realiseerde me dat er iets mis was. Goed ook. Ik had nog zo'n zeventien minuten om op weg naar mijn werk te gaan en op tijd te zijn. 

Dat is zó niet mijn manier van de dag beginnen, met haast. Maar ja, nu kon ik niet anders, want te laat komen is beneath me, ik sta het mezelf niet toe. Gisteren is dus gebleken dat ik in zeventien minuten kan douchen, mezelf toonbaar kan maken voor de wereld, een boterham naar binnen kan proppen (geen thee of koffie) en twee broodjes kan maken voor de lunch.  Om daarna op de fiets te springen en bij windkracht 140 toch nog op tijd op mijn werk kan zijn, waar ik dan vervolgens doe of ik heel relaxed mijn dag ben begonnen. 

Ik kan het, het zit in me, maar het is afschuwelijk en ik hoop dat het voor een heel lange tijd niet meer (liefst nooit meer) gebeurt. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten