Jopie en Netty van Etten (mijn tante en moeder) zijn in 1943 terecht gekomen in "De Steenen Trappen", een klooster/weeshuis in Roermond. Netty (17) zorgt voor een groep kinderen, Jopie (18) is 'in betrekking', dit betekende dat zij buiten het klooster bij een familie in dienst was en hielp met de verzorging van de kinderen alsmede met de huishouding. Jopie heeft over die periode geschreven; dit is deel 1 van haar relaas:
Ik zal maar met het evacueren van de straten beginnen. Toen was ik nog in betrekking. Er was een hele drukte in onze straat, en er werd zelfs gemompeld dat de straat moest evacueren. Waarheen? Dat was de vraag van velen die hetzelfde lot moesten ondergaan. Mijnheer zei tegen zijn vrouw: "Ga toch eens kijken wat er te doen is?" Zelf kon hij niet gaan, want hij zat al enkele maanden ondergedoken. Mevrouw ging even uit maar kwam spoedig terug met het bericht dat wij er wel niet uit zouden hoeven, dus de eerste schrik was voorbij. Maar niet voor lang.
Een uurtje later kregen we zekerheid, er kwam een politieagent zeggen dat ze er uit moesten. Mijnheer ging eens even naar de voordeur kijken en mevrouw en ik stonden voor het raam. Met schrik zagen wij dat de aanzegger ook op ons afkwam, even was er angstige spanning....daar kwam mijnheer naar binnen. "Het is er door vrouwtje" zei hij, "we moeten eruit".
Dat was natuurlijk teveel. Ze waren radeloos. Waar moesten ze heen? Wie nam er in die zenuwachtige tijd een huisgezin met 6 kinderen aan? En ze hadden helemaal geen familie in Roermond. Mijnheer ging uitkijken of we in de school van de heer naast ons konden komen. In die tussentijd kwam er een mevrouw van één van onze meisjes zeggen dat mevrouw wel bij haar mocht komen. Dat was een geluk.
We begonnen van de weeromstuit allemaal te huilen, want wij hadden die voorafgaande weken zoveel meegemaakt, iedere dag minstens één keer razzia. Dan kwamen de Duitsers binnen met een man of zes en er bleven ook nog een paar op straat staan. Soms zetten ze de straat af of omsingelden het huis. Dat was toch zo angstig, want we hadden mijnheer in de kast onder de vloer verstopt, dat wisten alleen mevrouw, het oudste dochtertje en ik, en iedere keer moesten we met een staal gezicht zeggen dat de heer des huizes niet thuis was of op reis. Wat ze natuurlijk niet geloofden en het hele huis van boven tot onder doorzochten, maar ze hebben hem gelukkig nooit gevonden. Dus het is te begrijpen dat onze zenuwen tot het uiterste gespannen waren.
Mijnheer kwam ondertussen thuis met de boodschap dat we in de school mochten, maar toen hij vernam dat we bij particulieren konden komen vond hij dat beter. Dan maar direct aan het verhuizen want we moesten er de andere dag om vier uur al helemaal uit zijn. We begonnen ijverig met inpakken. Wat we toen hard gewerkt hebben dat is met geen pen te beschrijven.
door Jopie van Etten.
Evacuatiebevel van de gemeente Baarn. Ik kan me zo voorstellen dat er in Roermond iets soortgelijks was. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten