woensdag 26 september 2018

Toen was geluk ... #16

Niemand kijkt er meer van op als vrouwen werken en mannen zich met het huishouden bemoeien. Maar het heeft relatief lang geduurd voordat vrouwen zich losmaakten en zich los kónden maken van het aanrecht. Zij waakten over het huishouden en koesterden dat ook. Ze zagen weinig noodzaak om betaald werk buitenshuis te verrichten. In 1960 werkte slechts één op de twintig vrouwen buiten de deur terwijl destijds in Amerika en Engeland één op de drie vrouwen dat deed.

Omgekeerd kregen mannen nauwelijks een voet tussen de deur in het huishouden, dat was het terrein van de vrouw. Pogingen om hier verandering in te brengen werden de kop ingedrukt. Mannen zouden een enorme puinhoop van het huishoudelijke werk maken. In 1963 was voor het weekblad Libelle het beeld van een man achter het fornuis reden voor een aantal waarschuwingen:

Als een man gaat avonturen tussen gootsteen en fornuis, is zijn vrouw
voorbereid op van alles, ook het ergste. Was het echt niet anders 
mogelijk, dan kon het best prettig zijn als de man eens kookte, maar
dan moest de huisvrouw zorgen dat alle boodschappen in huis
zijn. Mocht hij onverhoopt zelf boodschappen willen doen, dan dient 
de vrouw op te geven hoeveel hij moest kopen. De huisvrouw die na
mannelijke kokerij een smetteloze keuken vindt mag zichzelf gelukkig
prijzen! Dit komt namelijk zelden voor, meestal vindt u een ongelooflijke
bende. Mannen gebruiken graag veel potjes, schaaltjes en pannen en van 
'tussendoor iets afwassen' is geen sprake. Maar dat moest u er maar voor 
over hebben. 

Bij een ingezonden brief in 1967, waarin een vrouw vermeldt dat ze hele dagen op kantoor werkt en graag wil dat haar man meehelpt in het huishouden, staat het volgende antwoord:
'Luistert u eens, beste mevrouw. Het zou al een verschil van hemel en hel maken als u doodgewoon voor halve dagen naar kantoor gaat.'

En in een Libelle van 1972 staat joviaal 'Laat uw man eens in de keuken brutselen, en doe daarna niet moeilijk.'

Het is dus eigenlijk nog helemaal niet zo lang geleden dat de man op huishoudelijk vlak als een soort randdebiel werd gezien of op z'n minst als het grootste kind van het gezin. Mijn vader was zijn tijd blijkbaar ver vooruit, hij kon namelijk, indien nodig, mijn moeder volledig vervangen in alle huishoudelijke taken. Hij huldigde ook het principe 'samen aan het werk, en dan samen aan de koffie als het klaar is'. En als mijn vader cake of oliebollen bakte bracht hij de keuken gewoon weer in oorspronkelijke staat terug. Daarentegen kende ik ook een generatiegenoot van hem van wie je, als je op visite kwam en zijn vrouw was niet thuis, geen koffie kreeg, want hij wist niet hoe ie dat moest zetten. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten