zaterdag 1 september 2018

Geen krimp

Deze column zal ik vandaag voorlezen in het programma 'Uit De Kast' van radio Capelle, dit is ook de link waar de uitzending later op terug te luisteren is. Ook zal de column gepubliceerd worden op de website van 'Roze Golf' van RTV Oost.


Ik woon in Capelle aan een straat wat geen doorgaande weg is. Daar waar je met de auto inrijdt, moet je er ook weer uit. Je komt er niet als je er niets te zoeken hebt, zeg maar. Het heeft wel iets rustigs, alleen bestemmingsverkeer en nooit hard rijdende auto’s, wat aan een doorgaande weg wel anders is, als ik het zo nu en dan eens lees in de lokale krant.

Iets gelijkends is van toepassing op het zusje of broertje van Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel. Daar waar Capelle bijna is vastgegroeid aan Rotterdam en via een metroverbinding deze stad fluks te bereiken is, is Krimpen slechts op één manier binnen te komen en dat is via de Algerabrug, wat vanzelfsprekend dagelijks vele files tot gevolg heeft, maar wat tevens een preventieve uitwerking heeft op de criminaliteit. ‘Elk nadeel heb se voordeel’ heeft een bekend taalvirtuoos eens gezegd. En dat geldt dus voor de bereikbaarheid van Krimpen, de files nemen de bewoners op de koop toe wetend dat als de politie de brug afzet eventuele criminelen geen kant meer op kunnen en ze de plaats maar links laten liggen. Grappig in deze context is wel dat één van de grootste gevangenissen van Nederland zich in Krimpen bevindt.

Die brug is dus naast de eerste stormvloedkering van Nederland een belangrijk en bijna dagelijks onderdeel in het leven van de Krimpenaren, hun enige verbinding met de buitenwereld. Ik krijg er ook een beetje het Hotel California-gevoel van: You can check out any time you like, but you can never leave.  Een wat benauwend gevoel. Het maakt denk ik ook dat de Krimpenaren wat naar binnengekeerd en op zichzelf gericht zijn. Een soort Volendam.

Krimpen is, zoals bekend, vrij kerkelijk. Er zijn twintig kerken van twaalf kerkgenootschappen. De Oud Gereformeerde Gemeente van Krimpen is de grootste Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. Daarnaast is er ook een grote Gereformeerde Gemeente. Dit heeft tot gevolg dat het voor lhbt’ers niet altijd makkelijk is om zichzelf te kunnen zijn. Religie en homoseksualiteit leven in de regel nu eenmaal op gespannen voet met elkaar. Het is niet zo dat lhbt’ers met fakkels en hooivorken de Algerabrug over gejaagd worden, maar een echt warme omgeving is het er doorgaans niet voor hen. Uitzonderingen daargelaten omdat natuurlijk niets zwart/wit is.

Wij hebben ooit eens een Krimpense jongen in de uitzending gehad die door zijn ouders uit huis werd gezet vanwege zijn homoseksualiteit.  Zelf heb ik jaren geleden een jongen leren kennen op de sportschool die uit Krimpen kwam. Hij was 20 jaar en de oudste van een zich nog steeds uitbreidend gezin, zijn moeder had onlangs haar negende kind gekregen. Hij had tegen zijn ouders verteld dat hij homo was, dat werd voor kennisgeving aangenomen door hen, hij werd niet uit huis gezet, maar zijn vader had wel heel liefdevol tegen hem gezegd: ‘Als je ooit met een jongen thuiskomt dan breek ik allebei je poten’. Het spreekt voor zich dat er thuis een wat gespannen sfeer ontstond, en met de komst van kind negen ook ruimtegebrek. Hij wilde, mede door deze twee aspecten, het huis uit, uit zichzelf, niet omdat zijn ouders dat wilden.

Ik had een kamer over en stelde hem voor of hij dan voor korte tijd bij mij wilde wonen tot hij wat beters had gevonden. Dat vond hij, na de kamer bekeken te hebben, een goed plan. ‘En bij wie ga je dan wonen?’ had zijn vader gevraagd. ‘Is dat ook zo’n homo?’ Ik heb hem toen geadviseerd om tegen zijn vader te zeggen dat we geen konijnen zijn, zo van we zetten er twee bij elkaar en dan gaan ze wel tekeer. Dat advies heeft hij ter harte genomen en inderdaad aan zijn vader gezegd. Wat diens reactie daarop was weet ik niet.

Op een bepaald ogenblik kwamen zijn ouders op visite om te kijken waar hun zoon nou precies woonde, en ik moet zeggen het waren voor mij alleraardigste mensen. Het waren leuke maanden, ik kon hem op een bijna vaderlijke manier zo hier en daar wat advies geven over het wel en wee in de gaysuele wereld, en hem op de gevaren wijzen van het internet daten, wat hij toen deed. Na verloop van tijd had hij een andere ruimere woonruimte gevonden en is weer een stapje verder gegaan in zijn leven.

Zelf ben ik eigenlijk, op een tijdelijk abonnement op een sportschool in Krimpen na, nooit in Krimpen aan den IJssel geweest, maar mijn nichtje en haar gezin hebben er onlangs een huis gekocht, dus zal er verandering in komen. Ik kende Krimpen eigenlijk vooral van het wonderschone kleine liedje van Wim Sonneveld. Het komt uit 1963 en is een hertaling van het Franse “Un Clair De Lune À Maubeuge” en heet “Een Zwoele Nacht In Krimpen Aan Den IJssel”.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten