Vandaag is het vier jaar geleden dat onze moeder is overleden in de nacht van 9 op 10 mei. Mijn zus en ik waren erbij. Die dag was ze verhuisd van het ziekenhuis naar het hospice in Nieuwerkerk aan den IJssel, waar ze 's nachts is overleden. Nooit van haar leven was ze in Nieuwerkerk geweest, dus wat gebruikelijk is op de rouwkaart om de plaats van overlijden te vermelden hebben we om die reden achterwegen gelaten. Mama is 90 jaar geworden, op tien dagen na 91. Ze had anderhalve maand voor haar overlijden een amputatie aan haar been ondergaan tot aan de knie, maar omdat de wond heel slecht heelde was een tweede amputatie tot aan haar dijbeen nodig. Dat is voor jonger mens al een hele ingreep, maar voor iemand van bijna 91 een genadeslag.
Onze moeder was geen vrouw voor een verzorgingshuis en daar had ze als ze van de operaties hersteld zou zijn toch heen gemoeten. We zijn dankbaar dat haar dat bespaard is gebleven. Ook hebben we tegen elkaar gezegd dat we blij zijn dat mama deze hele pandemie niet mee heeft hoeven maken. Maar liever hadden we gehad dat die ongelooflijke pijn in haar been en de beide operaties die dat tot gevolg had haar helemaal bespaard was gebleven. Maar je hebt het niet altijd voor het zeggen.
Na haar overlijden droomde ik wekenlang elke nacht over haar. De ene keer was ze weer jong en kon alles de andere keer was ze zoals ze de laatste jaren was. Mijn vader die in 2005 is overleden kwam er ook regelmatig in voor. Het is een manier van verwerken, dat doet iedereen op zijn of haar eigen manier. De weken na haar overlijden en zeker tot aan de uitvaart heb ik ervaren als een soort parallelle werkelijkheid. Het voelde alsof ik in een andere wereld leefde naast de echte. Een bijzondere gewaarwording die anderen die een dierbare hebben verloren wellicht herkennen. Ik deed wat er verwacht werd met betrekking tot het regelen van allerhande papierwerk en de uitvaart en verder weet ik eigenlijk niet meer zo goed wat ik verder heb gedaan. Het is een met mist omgeven periode geweest als ik er op terugkijk. Ik zie het achteraf als een zegen in een vermomming dat ik in die periode werkloos was en het UWV me alle ruimte gaf om deze gebeurtenis het hoofd te bieden en me op mijn verzoek twee maanden verschoonde van sollicitatieplicht. Want naast het verwerken van het verdriet moesten we natuurlijk haar woning ontruimen met alle rompslomp wat daarbij komt kijken, dan is het fijn als er verder even geen andere verplichtingen zijn, want het vergt nogal wat.
En nu zijn we dus alweer vier jaar verder, ik heb het eerder gezegd dat er geen dag voorbij gaat dat er niet een moment is dat ik aan mijn moeder en vader denk. En dat vind ik ook fijn. In mijn dromen komen ze zo nu en dan voor, als ik dan wakker wordt is het net of ze even op visite zijn geweest. Verder is er nu een soort tijdsbesef, waarmee ik bedoel dat als er op bijvoorbeeld Facebook een herinnering komt, dat ik dan denk: ach, dat was minder dan een jaar voor haar dood, we hadden toen nog geen idee.
Rouwen is een heel persoonlijk en ongrijpbaar iets. Ik denk dat ieder rouwt op de manier die hij of zij aan kan. Bij mij kwam het in kleine gedoceerde stukjes en ieder stukje was belangrijk voor de acceptatie. Het papierwerk, het schrijven en voordragen van de speech op haar uitvaart, de dromen waarin ze er nog was en waarin ze soms aankondigde dat ze niet kon blijven, het samen met mijn zus opruimen van haar huis, het geliefde orchideeplantje van mama waar ze zo trots op was die als een malle heeft gebloeid toen het bij mij terecht kwam. De spulletjes die van haar woning naar mijn woning zijn verhuisd en het iedere dag eten met haar bestek die ze al sinds mijn kindertijd had.
Kortom, het verlies van een dierbare krijgt ooit een plek en ieder legt daar een andere weg voor af en hoe die weg ook loopt, het is goed. Er is geen vastomlijnde routebeschrijving voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten