We
kunnen het er over eens zijn dat LHBT’ers in de media positieve rolmodellen
kunnen zijn voor jonge mensen die met hun gevoelens en geaardheid worstelen. Er
zijn nu talloze voorbeelden te noemen, maar vroeger was dat wel anders. En dat
is nog niet eens zo heel lang geleden. Toen ik heel jong was had je Albert Mol,
die kwam als één van de eerste bekende Nederlanders in 1969 in het tv-programma
‘Een Groot Uur U’ openlijk er voor uit homoseksueel te zijn. Dat
terwijl hij tot 1955 zeven jaar getrouwd is geweest met Lucy Bor en zij zelfs een
dochter kregen. En zijn danscarrière die hem heel kort tot het Scala van Milaan
bracht, maar moest worden afgebroken vanwege zijn seksuele geaardheid en de
strenge agenten van de zedenpolitie aldaar. Na zijn publiekelijke coming out
was hij zijn verdere leven actief voor de emancipatie van homoseksuelen en
meteen ook de ‘knuffelhomo’ van Nederland, een rol die hij met verve vervulde.
Er
waren natuurlijk in de entertainmentwereld ook in die tijd wel meer homo’s en
lesbo’s, maar men liep er niet zo mee te koop, voor de buitenwereld althans. In
eigen kring wist men wel degelijk van de hoed en de rand. Men was bang dat een
eventuele publiekelijke coming out hun carrière grote schade zou kunnen
toebrengen, iets wat tot op de dag van vandaag voor velen nog steeds geldt.
Sommigen kozen er ook bewust voor om hun seksuele geaardheid geen onderdeel van
hun werk te laten zijn, terwijl anderen juist in hun werk de barricaden op
gingen. Zoals Robert Long die na te zijn gestopt met de popband Unit Gloria het
over een heel andere muzikale boeg gooide en de Engelse relipop verruilde voor
zelfgeschreven en gecomponeerde maatschappijkritische Nederlandstalige teksten waarbij
homoseksualiteit in het algemeen en die van hemzelf in het bijzonder de rode
draad was. Hij oogstte er ongelooflijk succes mee, zijn eerste lp stond maar
liefst 118 weken in de albumhitlijst. Tegelijkertijd kreeg hij met name uit de
hoek van de orthodoxe protestanten, christenen en katholieken woedende reacties
op zijn werk, maar het stimuleerde hem alleen maar meer. Leen Jongewaard wiens
geaardheid wel bekend was, maar het tot hij met Robert Long ging werken nooit
zo uitgedragen had, noemde zijn samenwerking met Robert en de drie
theaterprogramma’s die zij maakten het beste en fijnste uit zijn lange carrière
wat hij had gedaan.
Het
cabaret zoals we dat nu kennen heeft zijn oorsprong in Frankrijk, maar kent in
Nederland een lange eigen traditie. In de vorige eeuw werd er gesproken van ‘De
Grote Drie’, waarmee Toon Hermans, Wim Kan en Wim Sonneveld werden bedoeld.
Toon en Wim Sonneveld deden aan het zogenaamde ‘typetjescabaret’, terwijl Wim
Kan zich meer op de politiek en de actualiteiten richtte en een soort ‘themacabaret’
beoefende. Hoewel Wim Sonneveld homoseksueel was, heeft hij dat nooit in zijn
werk als zodanig benoemd. Het grote publiek wist het, maar hij bleef
conferences maken en liedjes zingen over relaties met vrouwen. Heden ten dage
is de keuze uit cabaretiers enorm en zijn er die hun homoseksualiteit niet
verbergen maar onderdeel laten uitmaken van hun show. Richard Groenendijk,
Marc-Marie Huijbregts, Claudia de Breij en Sara Kroos zijn cabaretiers die in
hun voorstellingen de absurditeiten van het hedendaagse leven vermengen met dat
van henzelf en beschouwelijk en tegelijkertijd met humor terugkijken naar hun
eigen verleden opgroeiend als onzekere homo of lesbienne in de dop.
Zo zijn
er in Nederland, maar ook internationaal, veel LHBT’ers in de
entertainmentindustrie en in andere maatschappelijk belangrijke functies te
zien die hun bekendheid en status inzetten voor een bredere acceptatie en ook
zeker als rolmodellen kunnen fungeren voor jonge mensen die met hun gevoelens
worstelen en bang zijn dat hun geaardheid hen in hun maatschappelijke ontwikkeling
zou kunnen belemmeren. Zoals politiewoordvoerder Ellie Lust, die op dit gebied
een lichtend voorbeeld is. Je kunt als homoseksueel mens net als Kajsa
Ollongren minister worden, of net zoals Xavier Bettel in Luxemburg premier. In
de sport kun je ook ver komen, alleen is het daar voor vrouwen makkelijker als
lesbienne uit de kast te komen dan voor mannen als homo, maar ook daar lijkt
het langzaamaan de goede kant op te gaan.
Mijn gevoel zegt dat er voor
transgenders nog een wereld te winnen is, maar ook daar zijn voorbeelden van te
noemen van mensen die het goed doen. Bijvoorbeeld de Poolse Anna Grodzka, de
eerste en tot nog toe enige transgender politica ter wereld. En dat je als
transgender heel goed in staat bent om het Eurovisie Songfestival te winnen
liet de Israëlische Dana International in 1998 zien. Nog afgelopen week was in
het nieuws dat de Belgische Boudewijn van Spilbeeck, die al 28 jaar een bekend
gezicht is in de Belgische huiskamers als journalist, vanaf nu als vrouw met de
naam Bo door het leven zal gaan. Ze was overweldigd door de stroom van lieve en
positieve reacties, en zei te hopen dat haar verhaal en transitie zal helpen in
de aanvaarding van transgenders en voor velen die met dezelfde gevoelens worstelen.
Bo is zich zeer bewust van haar rol als rolmodel.
Rolmodellen
zijn belangrijk om je eigen positie te bepalen ten opzichte van de wereld. Ze
kunnen je uitdagen, geruststellen of enthousiasmeren een bepaalde richting op
te gaan. Maar te allen tijde ben jijzelf als persoon waardevol genoeg om je
eigen pad te volgen waar jouw ambitie en passie je heen voert. Jouw geaardheid
is daar ondergeschikt aan en wantrouw iedereen die dat ter discussie meent te
moeten stellen.
Albert Mol |
Ellie Lust |
Bo van Spilbeeck |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten