zaterdag 15 december 2018

Aannames

Deze column zal ik vandaag voorlezen in het programma 'Uit De Kast' van radio Capelle, dit is ook de link waar de uitzending later op terug te luisteren is. Ook zal de column gepubliceerd worden op de website van 'Roze Golf' van RTV Oost.


De acteur Alan Alda formuleerde het zo: ‘Je aannames zijn de ramen naar je buitenwereld. Maak ze af en toe schoon anders komt het licht niet naar binnen’. Aannames zijn aanwezig bij alles wat we doen. We koesteren onze aannames ook, ze komen voort uit onze neiging om snel te oordelen. Die snelheid is een automatisme van ons brein. Het zorgt ervoor dat we in situaties die daarom vragen meteen handelend kunnen optreden. En dat is meteen een valkuil. We hebben de drang om onze eigen visie te zien als maatstaf en veroordelen, al is het maar in gedachte, alles wat daarvan afwijkt.

Een manager die op het werk er bij voorbaat al vanuit gaat dat de mensen de kantjes er vanaf lopen, gaat met een gekleurde bril naar hun werk kijken. Of je gaat van meet af aan al op de rem staan als je moet gaan samenwerken met iemand terwijl je je werk altijd alleen hebt gedaan, dan is deze samenwerking gedoemd te mislukken. Maar ook de relaties van mensen onderling kunnen door aannames danig verstoord raken. In mijn lange leven heb ik dat meermalen meegemaakt, van beide kanten, want niets menselijks is mij vreemd. Naast dat er foutieve aannames betreffende mijn doen en laten zijn gemaakt door anderen, heb ik zelf ook op basis van aannames mensen en hun bedoelingen verkeerd ingeschat, daardoor heb ik gaandeweg geleerd daar steeds terughoudender in te zijn.

In den beginne als er aannames in mij opborrelen laat ik die gewoon voor wat ze zijn, ik ga er niet meteen naar handelen, en soms blijk ik het inderdaad verkeerd te hebben ingeschat, maar het komt, juist omdat ik zo bedachtzaam en observerend ben, ook voor dat ik het bij het recht eind heb en dan nog laat ik het, voor zover mogelijk, voor wat het is. Het is slechts mijn perceptie en dat is alleen belangrijk voor mij. Door die insteek voel ik me ook niet geroepen om aannames van anderen die mij betreffen en niet conform de werkelijkheid zijn te gaan weerleggen. Het is niet meer dan hun foutieve beeld, waarschijnlijk ingegeven door de al eerder genoemde drang om de eigen visie als enige maatstaf te zien.

Maar aannames worden, zeker in het huidige multimedia tijdperk breed uitgemeten en gevoed. Mensen met gelijke aannames over wat dan ook zoeken heil bij anderen om die aannames te versterken en bevestigd te zien, ook al is de aanname niet correct. Denk bijvoorbeeld aan hele groepen mensen wereldwijd die nog steeds van mening zijn dat de aarde plat is. Maar aannames kunnen ook gevaarlijke en onwenselijke vormen aannemen, zoals het griezelige wij-zij denken. Het nazisme is daar een huiveringwekkend voorbeeld van. En juist ook heden ten dage ontstaat er een negatieve beeldvorming van hele groepen door aannames van anderen. Vluchtelingen, lhbt’ers, witte heteroseksuele mannen, Joden, Islamieten, Marokkanen, uitkeringsgerechtigden, om maar eens wat te noemen worden regelmatig met gefronste wenkbrauwen bekeken. En op hun beurt kijken ze onderling ook weer vol met aannames over de ander naar hen. We kunnen nog een hoop leren door anderen gewoon te laten zijn wie ze zijn, en voordat je vindt dat jij respect verdient, zou je eens kunnen beginnen het anderen eerst te geven.

Aannames kunnen ook in minder zware vorm voorkomen, zo zijn er heel veel mensen die zonder er ooit geweest te zijn een stad als Almere als iets afschuwelijks beschouwen, louter omdat het een betrekkelijk nieuwe stad is zonder heel lange historie. Dan moet het er wel vreselijk en steriel zijn. Ik ken die stad en het tegendeel is waar. Het is er natuurlijk anders dan in een wat meer organisch gegroeide stad, maar het is er prima vertoeven en er is vooral veel groen. Maar ik mag daar niet zoveel van vinden, want ik was vooringenomen betreffende de stad Dordrecht. Zonder er ooit geweest te zijn had ik voor mezelf de aanname gedaan dat Dordrecht net als Rotterdam was platgebombardeerd en dus geen echte oude stadskern had. Verwijt mij in deze gerust gebrek aan historisch besef en kennis van de vaderlandse geschiedenis.

Nadat ik eenmaal met vrienden die stad een bezoekje had gebracht, omdat een gepland uitje naar een noordelijk gelegen stad vanwege wegomleggingen niet door kon gaan ging er een wereld voor me open. Wat was het een geweldig leuke oude stad, en wat een mooie historisch gebouwen! Het was duidelijk dat mijn aannames op niets anders waren gestoeld dan mijn eigen visie betreffende een stad waar ik nog nooit was geweest. Foei! En dan ook nog zo dichtbij. Na dat eerste bezoek ben ik nog een aantal keer terug geweest, onder andere om het Dordrechts Museum en de Grote Kerk te bezoeken. Daarnaast is het zomers heerlijk vertoeven op één van de vele terrasjes die de stad rijk is. En terwijl je door de straten van de binnenstad loopt voel je de historie, en dat is niet zo gek voor en stad die al in 12e eeuw stadsrechten kreeg en in de middeleeuwen een belangrijke handelsstad was, en destijds bovendien ook één van de zes grote steden van Holland. Momenteel is Dordrecht de vijfde gemeente van Zuid-Holland. De stad wordt door de inwoners ‘Dordt’ genoemd, en er is een oude uitdrukking die luidt: ‘Tiel is niet viel, Bommel is rommel en hoe dichterbij Dordt, hoe rotter het wordt’  De uitdrukking had betrekking op de bodemgesteldheid in het rivierengebied.  Ik kan een ieder een bezoekje aan Dordrecht ten zeerste aanbevelen, en wil je het helemaal bijzonder maken, dan kun je met de waterbus, vier keer per uur, of zelfs met de boot, twee keer per uur, naar stad varen. Hoe leuk is dat!?

Ach ja, aannames, we maken ze allemaal, over een stad of land waar we nog nooit zijn geweest of over de handel en wandel van een persoon die we denken te kennen, of zelfs van een hele groep mensen. Het is niet meer dan dat, en misschien komt er naast dat je jouw visie oplegt als de enige waarheid hier en daar wel een beetje jaloezie of zelfs angst bij kijken. Angst voor het onbekende ‘Het is allemaal angst, de allergrootste schreeuwers zijn dikwijls het bangst’  zong Robert Long al in 1974.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten