"Neighbours should be there for one another
that's when good neighbours become good friends"
Dame Edna Everage, 1988
Volgers van mijn (jubeljaar) blogjes hebben hun namen al voorbij zien komen, tante Stien en ome Gerard, onze buren uit Den Haag. Zij waren in 1953 de eerste bewoners van de straat en woonden in hetzelfde portiek als wij, zij woonden beneden en wij op de bovenste etage. Mijn vader kwam er in 1954 wonen en mijn moeder in 1959. Het was ome Gerard die mijn ouders op 15 mei 1965 's-avonds naar de kraamkliniek reed omdat mijn geboorte aanstaande was. Ome Gerard was brandweerman en hij kon geweldig vertellen, als hij op zijn praatstoel zat, dan hing je aan zijn lippen.
Tante Stien en mijn moeder waren vriendinnen, dat resulteerde er in dat iedere maandagmiddag ze bij elkaar kwamen, de ene maandag kwam tante Stien naar boven, de andere maandag ging mijn moeder naar haar. Tante Stien aan de sherry en ma aan de bessenjenever, tante Stien altijd onafscheidelijk van haar breiwerk, die vrouw heeft wat afgebreid in haar leven. En roken, laten we het roken niet vergeten, de kamer stond letterlijk blauw. Ook gingen de dames regelmatig samen boodschappen doen en zeker dinsdagmiddag naar de markt op de Leyweg. Op verjaardagen of andere hoogtijdagen werden zij altijd geïnviteerd.
Tante Stien en ome Gerard hadden twee zoons, Martin en Henny, zij waren in de leeftijd van de andere kinderen in huis, maar door overlevering weet ik dat toen ik nog klein was Martin dol op mij was (ik was natuurlijk ook een éníg kind) en als ie uit militaire dienst kwam in het weekend meteen naar boven rende om mij te zien. Dit resulteerde er in dat ome Gerard eens naar boven belde en vroeg: "Zal ik z'n bed dan ook maar boven komen zetten?!" Dezelfde overlevering verteld ook van een Sinterklaasavond waarbij Martin de goedheiligman speelde waar ik totaal geen oog voor had, want ik kreeg een houten stepje waar ik driftig mee door het huis ging steppen.
Tot aan hun overlijden hebben ze op hetzelfde adres gewoond. Ome Gerard is in 1999 overleden en tante Stien in 2004. In mei 2004 was mijn moeder jarig en ik had tante Stien gebeld of ze het leuk vond als ik haar kwam ophalen als verrassing voor mijn moeder. Dat vond ze geweldig, en wat hebben we toen een heerlijke middag gehad, 3 maanden later is ze overleden door een bacterie die ze had opgelopen tijdens een operatie in het ziekenhuis. Ik had er veel verdriet van, maar was heel dankbaar dat we met elkaar die fijne middag hebben kunnen doorbrengen. In de dagen na haar overlijden heb ik, meer voor mezelf, over haar geschreven en op de dag van de uitvaart heb ik dat bij me gestoken, ik had dat nog nooit gedaan, maar mocht er gelegenheid zijn zou ik dat kunnen voorlezen, en die gelegenheid was er. Ik vond het fijn dat ik op die manier afscheid heb kunnen nemen van haar en haar zoons en kleinkinderen hebben het erg gewaardeerd.
'Oké, jullie waren goeie buren, maar is het niet wat overdreven?' zullen sommigen misschien nu denken. De band tussen met name tante Stien en mij gaat verder dan dat. Mijn moeder heeft een slechte rug, en toen ik een baby was is ze meerdere malen door haar rug gegaan, het was dan tante Stien die 's-morgens naar boven kwam om mij in badje te doen en te verzorgen en te verschonen en om me 's-avonds weer in bed te leggen. Ik denk dat er daardoor onbewust een band is ontstaat die niet onder woorden te brengen is, maar die er gewoon was. Altijd. Het is ook niet toevallig dat dit blogje vandaag verschijnt. Vandaag, 5 maart, zou het de verjaardag zijn van tante Stien.
Natuurlijk waren ome Gerard en tante Stien erbij toen mijn vader in 1982 zijn ridderorde ontving. |
Op mijn 23e verjaardag mag tante Stien als eerste een gebakje uitzoeken. Mijn moeder kijkt goedkeurend toe. |
Vanzelfsprekend heb ik een mooie foto van tante Stien in huis staan. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten