dinsdag 29 december 2015

Jongensdeskundige

Nu ik moet gaan nadenken wat ik na het aankomende faillissement met mijn arbeidzame leven aan moet, wordt mij zomaar het beroep 'jongensdeskundige' in de schoot geworpen. Jongensdeskundige, ik wist van het bestaan niet af, maar ene Angela Crott is naast oud-onderwijzeres, historica en moeder van twee zoons ook jongensdeskundige. Als Angela (middelbare leeftijd, kort pittig kapsel, moeilijke bril, opvallende oorbellen, kortom het type vrouw waar je in ieder museum er minstens zo'n 20 van ziet rondlopen) het kan kan ik het ook. Want ik heb een streepje voor op haar, ik ben namelijk jarenlang een jongen geweest, dus daar waar zij zich in de psyche van de mannelijke adolescenten middels diepgravende onderzoeken heeft moeten verdiepen, kan ik gewoon putten uit eigen ervaring en gevoelens.
Ik vraag me nu plotseling af of er ook middelbare mannen zijn die 'meisjesdeskundige' zijn? Ik krijg daar vrij enge gedachtes bij.

Jongensdeskundige Crott:

Jongens dagen elkaar uit. Ze zeggen dingen tegen elkaar die je als meisje niet tegen een vriendin kunt zeggen omdat je daarmee de vriendschap beëindigt. Dat is bij jongens anders. De vriendschap wordt er eerder door verstevigd. Zo begroette mijn jongste zoon zijn vrienden steevast met 'wat heb jij een lelijke kop zeg!'
Begroetingswoord
Waarom roepen puberjongens zo vaak 'homo' naar elkaar? Omdat 'homo' niet alleen voor een scheldwoord, maar ook voor een begroetingswoord staat. Misschien is het wel allereerst een soort begroetingswoord. Je kunt elkaar natuurlijk ook anders begroeten, maar jongens zijn niet zo subtiel. Zeker niet als vanaf een jaar of twaalf hun testosteronniveau toeneemt. Dat is een biologisch gegeven. En dit biologische gegeven speelt op in de puberteit. 

Wat een ontdekking! Vrouw Crott stelt verder dat jongens in de puberleeftijd bezig zijn om hun mannelijkheid te bewijzen door stoer gedrag, een 1 halen op school is cooler dan een goed cijfer e.d., met "homo" naar elkaar roepen (altijd minstens 2 octaven lager dan hun eigenlijke stem) tonen ze dus hun mannelijkheid en zetten tegelijkertijd vraagtekens bij de mannelijkheid van een ander. Groeps- en competitiegedrag. Het zijn nogal open deuren die ze met haar publicaties intrapt.

In het dierenrijk zie je ook dat bijna volwassen dieren op speelse wijze de competitie aangaan met elkaar om te zien wie het sterkst is en om zich voor te bereiden op het leven als volgroeid exemplaar. En mensen zijn doorgeschoten apen, dus waarom zou het bij ons nu anders zijn?
Zij vindt het dus toelaatbaar voor puberjongens om 'homo' als begroetingswoord en semi-scheldwoord te gebruiken, maar wat vindt zij ervan dat (vaak dezelfde) puberjongens voor ieder woord het woord 'kanker' zetten? Zinnen als : "Dat k..proefwerk was k..moeilijk". Moeten we daar ook toegeeflijk en vergoelijkend in zijn? Of moeten we misschien aangeven dat je met bepaalde woordkeuzes en taalgebruik anderen kunt kwetsen? Bereiden we ze juist dan niet beter voor op het leven in de grote mensenwereld? Ik weet het niet, maar ik ben dan ook (nog) geen jongensdeskundige, ik was er ooit alleen maar een.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten