vrijdag 24 juli 2015

Ziek, zwak, misselijk en andere ongemakken


"Feeling awfully bad, what a time I had. Cause I didn't buttoned up my overcoat. Hatsjoe. All I do is sniff, pass that handkerchief."
Barbra Streisand, 1975

Afgezien van de eerste paar weken op deez aard, waarin ik in de couveuse voor mijn leventje vocht, heb ik in mijn 50 jarig bestaan nooit in het ziekenhuis gelegen. Qua gezondheid mag ik zeker niet klagen, en dat zie ik niet als een verdienste, maar een gegeven waar ik regelmatig bij stil sta als iets om dankbaar voor te zijn. Het mag als een cliché klinken, maar gezondheid is heus het allerbelangrijkste en ik voel me wat dat betreft een bevoorrecht en rijk mens.

Als klein kind heb ik regelmatig last gehad van oorpijn en hoofdpijn, ik kan me nog herinneren hoe ik me toen voelde, mijn hele hoofd(je) suisde en bonsde. Verder heb ik de diverse kinderziektes doorstaan waarvan ik me de mazelen nog vaagjes kan herinneren. Ik was 8 jaar toen ik thuis in een stuk glas trapte en het bloeden stelpte met een washandje wat waarschijnlijk niet helemaal steriel was, want in de loop van de week ontstond er bloedvergiftiging, een dikke rode streep liep van mijn voet omhoog naar mijn been. Mijn moeder in volslagen paniek, want het is best gevaarlijk, ome Gerard bracht ons naar het ziekenhuis en ik kreeg verband erom wat nat gehouden moest worden en ik moest er mee rusten. Het heeft een paar weken geduurd voor het eraf mocht en ik weer naar school kon. 

Toen ik zo'n jaar of 10 was wilde ik koffiebonen malen in zo'n elektrische koffiemolen, waarbij je met de hand de deksel er op moest duwen, de molen glipte uit mijn handen, ik wilde 'm nog tegen houden en bij die actie ging mijn rechterhand in de molen waarbij mijn wijs,- en middelvinger in aanraking kwamen met de mesjes, en tienjarige vingertjes kunnen daar niet tegen, ik bespaar de bloederige details, maar het bot was te zien dus een bezoek aan de spoedeisende hulp was geboden, waarbij 6 dokters en verpleegkundigen kwamen kijken wel/niet hechten was de kwestie, men koos voor niet, want ik was jong genoeg om het vanzelf te laten helen. Dik verband er om, kon wel naar school, maar niet schrijven, zodat ik op het bord mocht schrijven want een krijtje vasthouden ging wel. Op verzoek kan ik bij een (volgende) ontmoeting de littekentjes, die ik mijn hele verdere leven met me mee zal dragen, laten zien.

Bijzonder was ook toen ik op 18 jarige leeftijd voorhoofdsholteontsteking kreeg, dat had ik al eens eerder gehad, maar nu kreeg ik plots ook erge uitslag wat vreselijk jeukte: waterpokken. Die kinderziekte had ik dus overgeslagen en was nu aangestoken door een neefje. Ik was door deze dubbele aandoening langdurig ziek en ik werkte al. Mijn moeder had me ziek gemeld en vertelde dat ik waterpokken had nu, dat werd niet echt geloofd door mijn leidinggevende, iemand van 18 met waterpokken, bespottelijk. Ze zei het niet, maar mijn moeder zag hoe ze keek en reageerde toen ze haar tegenkwam in de winkel.
Na een paar dagen belde mijn leidinggevende op: 'Bedankt hoor', zei ze. 'Ik heb het nu ook!' Het bleek dat ik haar had aangestoken, dus zij die niet kon bevatten dat een 18 jarige waterpokken kon krijgen had het nu zelf ook en zij was zelfs ouder.

Dat waren dan meteen de meest schokkende en ingrijpende medische gebeurtenissen uit mijn bestaan. Verder ben ik niet zo ziekelijk. Heel af en toe een griepje, niet eens ieder jaar, en het bijzondere daarvan vind ik dat ik dan zoveel slaap dat ik hele dagdelen kwijt ben. Wel heb ik een zwakke rug, ik ben er een aantal keer doorheen gegaan, en dan kan ik echt niets. Omdat dat niet gepaard gaat met koorts en veel slapen ben je je er heel erg van bewust, en ik ben in eerste instantie een soort van boos dat me dat dan overkomt, maar gaandeweg weet ik dat ik me er aan over moet geven en ervaring ermee heeft me geleerd wat ik wel en niet moet doen en dat het heus weer over gaat. Ik weet, om het zoveel mogelijk te voorkomen, wat ik lichamelijk wel en niet aan kan, ik kan niet hevig sjouwen, bijvoorbeeld. De artsen hebben me verteld dat mijn ruggenwervel aan de onderkant afbuigt en dat is de zwakke plek waar niets aan te doen is, behalve me zelf in acht nemen en dan nog kan het soms zomaar ineens 'knap' zeggen. De laatste keer is gelukkig al weer 2 jaar geleden (klop op hout).

Dus nogmaals wat mijn gezondheid betreft ben ik een gezegend mens waar ik me terdege van bewust ben.



1985. Mijn holtes zaten weer eens verstopt dus een
mentholstoombadje. Tante Jopie die op bezoek was
had ook last, dus hup samen stomen!












Geen opmerkingen:

Een reactie posten