Thuiskomen betekende eerst, met m'n jas nog aan, kijken of het berichtenknopje knipperde en hoeveel berichtjes er waren achter gelaten. Later heb ik er ook één gehad zonder bandje maar met een ander systeem. Ik telefoneerde me ook suf in die tijd. Er waren vrienden met wie ik gerust twee uur aan de telefoon kon zitten. Ik moet er niet meer aan denken.
Hoe tijden veranderen. Een vaste lijn heb ik al jaren niet meer, en telefoneren doe ik nu vrijwel nooit meer, alleen als het écht niet anders kan. Ik doe alles middels WhatsApp of mail. Onbekende nummers neem ik sowieso nooit op, terwijl vroeger als de telefoon ging je überhaupt nooit wist wie er belde maar je gewoon keurig met je naam de telefoon beantwoordde. Een ingesproken bericht op voicemail is niet meer iets waar ik heel blij van word, meer licht geïrriteerd.
Of het onbekende nummer dat mij een hele tijd terug dagelijks belde, waar ik zo genoeg van had dat ik op een gegeven moment aannam en op niet zo'n aardige toon beantwoordde met de aloude klassieker van Jan-Simon Minkema in zijn rol van opa Herman Knots: 'Hallo, wie spreekt mij!?' Totale verbouwereerdheid aan de andere kant. Het was een onderneming die normaal een heel verhaal zou houden en niet meteen zou zeggen wie het was, maar dat nu meteen kenbaar maakte, waarop ik met een 'geen interesse en wilt u me niet meer bellen' kon reageren.
Ach ja, het wonder van de telefonie, van nouveauté via dagelijks gebruiksartikel naar ouderwets relikwie. Want de smartphones van nu met hun ingebouwde voicemail lijken in niets meer op hun voorgangers met aangesloten antwoordapparaten, het zijn gewoon kleine computertjes waar je toevallig ook nog old school mee kunt bellen.
Met zo'n ieniemini bandje. |
De modernere variant zonder bandje. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten