De maatschappij richt zich voornamelijk op de jonge mensen, wie de jeugd heeft, heeft immers de toekomst. Daar kun je van alles van vinden, maar dat neemt het feit niet weg dat het nu eenmaal zo is. Ik merk het zelf als beginnend bejaarde ook. Bijna twee jaar geleden is het bedrijf waar ik 35 jaar werkzaam was failliet gegaan, en sindsdien probeer ik als uitkeringsgerechtigde vijftig plusser weer aan het werk te komen. Op mijn sollicitaties krijg ik steevast het antwoord dat ik ‘niet in het profiel pas’, dat is vakjargon voor ‘we vinden u te oud’. De regering wil dat iedereen tot ergens tegen de 70 doorwerkt, maar in de praktijk zijn de meeste werkgevers niet genegen om ouderen in dienst te nemen om verschillende aannames die ze over de oudere werknemer hebben. Het zij zo, ik kan me er niet echt heel druk om maken, maar ik vind het wel jammer. Gelukkig zie ik om me heen ook leeftijdgenoten die wel worden aangenomen, en zelf ben ik tot twee keer toe gevraagd bij hetzelfde bedrijf om hen tijdelijk tijdens de najaarsdrukte te assisteren, dus de moed is bij mij nog niet verloren en ik ga gewoon door met solliciteren naar een reguliere baan. Ondertussen doe ik vrijwilligerswerk, waar opmerkelijk genoeg niemand er mee zit dat ik geen lentekip meer ben.
Bijna nergens wordt er meer aan de jeugd gehangen dan in de gay community. Dat was al toen ik als 18 jarige mijn eerste stappen er in zette, alle ogen waren gericht op het nieuwe vlees in de kuip. Ik voelde me daar vrij ongemakkelijk bij, maar het is en blijft in de gay uitgaansscene toch een niet zo’n heel groot ons kent ons wereldje, dus iedere nieuweling valt meteen op. Het jong zijn wordt er als het grootste goed gezien, welke illusie door sommigen met wat nip- en tuckwerk, regelmatige bezoeken aan de sportschool en het dragen van net iets te jonge kleding tot op gevorderde leeftijd in stand wordt gehouden. Ach ja, “Schön ist die Jugendzeit, sie kommt niemals wieder her’ , maar nog nooit werden mensen, veelal in goede gezondheid, ouder dan nu, vandaar ook het eerder genoemde langer doorwerken opgelegd door de regering.
Is het ouder worden als LHBT’er anders dan ouder
worden als heteromens? Qua mens denk ik niet, oud worden komt met gebreken of
zoals mijn lieve moeder altijd zei: ‘Oud worden is fijn, maar oud zijn is geen
pest aan’, waarmee ze vooral doelde op de lichamelijke beperkingen die dat met
zich mee kan brengen. Maar daar waren mijn zus en ik er om haar te helpen, en
dan heb je meteen al iets te pakken wat voor de meeste homo’s en lesbo’s anders
is. Uitzonderingen daar gelaten hebben de meeste homoseksuele mannen en
lesbische vrouwen geen kinderen. En nou is het hebben van kinderen geen
garantie dat ze je in je schemerjaren zullen nalopen, maar als je ze niet hebt
weet je zeker dat je een ander vangnet zult moeten organiseren.
Voor veel oudere hetero’s is de zin en
rechtvaardigheid van het bestaan dat ze zich hebben voortgeplant. Het gaat vaak
over de kinderen en nooit over henzelf. Homo-ouderen vinden er geen
aansluiting. Vaak zijn dat nu nog ouderen die heel lang een dubbelleven hebben
geleid, wat ook weer anders zal zijn voor mijn generatie en de generaties
daarna, die zijn over het algemeen toch meer vrijgevochten. Er is ooit
onderzocht dat eenzaamheid onder oudere homoseksuelen groter is dan onder
oudere heteroseksuelen.
Ook in verzorgingshuizen voelen veel roze ouderen
zich niet op hun plaats. De pikorde wordt er bepaald door de regelmaat waarmee
kinderen op bezoek komen. Soms voelen ze zich zelfs genoodzaakt terug in de
kast te gaan omdat ze bang zijn voor uitsluiting door hun medebewoners. Dit is
een verhaal uit de praktijk van een homoseksuele bewoner in een
verzorgingshuis:
In
een verzorgingshuis in de provincie Groningen zit een oudere man alleen aan een
tafel in een volle recreatiezaal. Het is woensdagochtend en de vaste tijd voor
de wekelijkse klaverjasochtend in het huis waar hij sinds een jaar woont. Hij
drinkt zijn koffie op en loopt stilletjes de ruimte uit. De moed om te vragen
of hij zijn favoriete kaartspel mee mag spelen heeft hij allang opgegeven.
Wanneer er aan zijn medebewoners wordt gevraagd waarom de man niet mee kan doen
is het antwoord: ‘Hij heeft een besmettelijke ziekte….”
De laatste jaren komen er steeds meer initiatieven
om ook oudere en hulpbehoevende LHBT’ers waardig en met respect te behandelen.
Van thuishulp, wat vaak wordt gedaan door mensen met een heel andere culturele
achtergrond, waardoor er gebrek aan begrip zou kunnen ontstaan, bij te scholen
en te informeren en verzorgingshuizen die ermee aan de slag gaan tot speciale
verzorgingshuizen voor roze ouderen. Het loont de moeite om eens te googlen wat
er op dit gebied allemaal is ontwikkeld en nog in ontwikkeling is.
Zelf ben ik erg op mijn privacy gesteld, dus God
verhoedde dat ik ooit in een verzorgingshuis terecht zou komen, maar als het
leven iets is, dan is het wel onvoorspelbaar. Ik verwacht en hoop dat mijn
generatie niet meer schrikt van een oudere roze heer binnen hun gelederen, maar
net als kinderen kunnen oudjes heel erg gemeen zijn onder elkaar. Reden waarom
ik samen met vrienden wel eens heb gemijmerd om als een soort ‘Golden Girls’ in
een groot huis te wonen met ieder een eigen kamer en een gezamenlijke huiskamer
en keuken. De ‘Golden Gays’ dan eigenlijk, bij mezelf zie ik enige gelijkenis
met de altijd wat cynische Dorothy Zbornak. Een naam voor het huis hebben we
ook al: ‘De Roze Rimpel’.
Het doel is dat we elkaar dan een beetje in de gaten kunnen houden in ons wederzijds verval er soms zelfs om kunnen lachen en troost putten uit het terugkijken op ons gezamenlijk verleden. Wie anders dan de prachtige tekstschrijver en zanger Robert Long weet het gevoel van de ouder wordende homo beter te vangen in zijn wonderschone lied 'Er Komt Een Tijd'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten