donderdag 4 augustus 2022

Toen was geluk... #115

In 2016, toen de zus van mijn moeder, tante Jopie. overleed, overleed de laatste tante. Gebruikelijk is het dat je de broers en zussen van je ouders oom en tante noemt. Maar in mijn jeugd waren er talloze tantes en omes, namelijk iedereen die zo ongeveer de leeftijd van mijn ouders had sprak ik aan met tante en oom. Dus buurvrouwen, buurmannen, vrienden en kennissen van mijn ouders, allemaal tantes en omes. Zo hier en daar bleef het bij een formeel mevrouw en meneer, dat was een gevoelskwestie die je als kind, althans ik, feilloos aanvoelde. Buren waren onder meer de hier uitgebreid besproken tante Stien en ome Gerard, maar ook meneer en mevrouw de Jager, dat waren geen mensen die je met tante en oom aansprak. Een bijzonderheid hierin was een dame waarvan ik niet meer zo goed weet hoe ze bij ons is gekomen, die noemde we tante Jansen, naar haar achternaam. Geen idee waarom dat was, de vrouw heette Tonny. 

Ik heb geen idee of dat in deze tijd nog zo is, dat tante en oom zeggen tegen mensen waarmee je geen bloedband deelt. Zelf wordt ik door slechts één iemand met oom aangesproken, door mijn nichtje Leonie. Mijn zus, haar moeder, vond dat belangrijk, ik totaal niet, maar het is goed zoals het is. Zoals ik al zei, tante Jopie was de laatste persoon die ik tante noemde, mijn tante en oom-zeg jaren zijn voorbij. Ik ben slechts luttele jaren verwijderd van het moment dat iemand mij met opa gaat aanspreken. Het spreekt voor zich dat die persoon op raadselachtige wijze zal verdwijnen, waarna niemand er ooit meer iets van zal vernemen. Ik heb geen kinderen en zal dus ook geen kleinkinderen krijgen, en die, en enkel die, zijn de enigen die dat privilege hebben. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten