zondag 6 november 2022

Happy vibes week 45

Cabaretier Bertram van Alphen gaat na een voorstelling in een taxi naar huis en maakt het volgende mee:

Gisteren speelde ik mijn tweede try out voor Cabaretfestival Cameretten in het prachtige theater Walhalla met mijn goede vriend Tom Dicke achter de piano. Mijn voorstelling gaat over hoe woorden een gigantische impact kunnen maken op je leven. Over homofobie en vrij willen zijn van schaamte, over angst voor de wereld omdat je een puzzelstukje bent wat niet past. Dat het enorm belangrijk is om het hier over te hebben met elkaar. Best kwetsbaar, er waren gisteren aan het begin van mijn voorstelling ook een paar homofobe opmerkingen vanuit de zaal en soms vraag ik ook af waarom ik me bewust zo kwetsbaar opstel door zo open te zijn.

Alleen weet het leven ons vaak op een prachtige manier antwoord te geven op de vragen die we stellen. Gisteren kwam dit antwoord toen ik op weg naar huis ging van Rotterdam naar Nijmegen. Door een defect in de trein miste ik mijn laatste aansluiting en de NS regelde gelukkig een taxi voor me zodat ik alsnog thuis kon komen. Bij de Jaarbeurs in Utrecht kwam een taxi aanrijden. Het raampje ging naar beneden. De taxichauffeur was van Turkse afkomst, sprak met een licht agressieve ondertoon in zijn stem en was in alles een macho. Precies het soort man waar ik me niet meteen bij op mijn gemak voel en waar ik vroeger zelfs ontzettend bang voor was geweest. Ik wist, oké ik ga een uur met deze man in een taxi doorbrengen, die gaat mij waarschijnlijk persoonlijke vragen stellen en dat zou ongemakkelijk kunnen zijn. Mijn reflex was dan ook dat ik meteen achterin de taxi ging zitten en niet voorin.

"Je mag voorin zitten, man."
"Nee het is prima, ik zit goed hier."
Ik ging achter hem zitten, zo hoefden we elkaar niet aan te kijken. We gingen rijden
"Jij woont dus in Nijmegen?"
"Yep"
"Is dat een chille stad om te wonen?"
"Zeker, het is erg fijn daar."
"En heb je een vrouw?"

Ik wist dat deze vraag ging komen. Ik heb nu natuurlijk allang verschillende scenario's bedacht die ik zou kunnen vertellen. Het makkelijkst is om het te omzeilen. Om te liegen en zeggen dat ik single ben en het gesprek zo kort mogelijk te houden. Dat is nog steeds na veel jaeren mijn reflex, mijn beschermingsmechanisme. Ik heb alleen in 2016 doordat ik bijna dood ben gegaan aan leukemie besloten dit niet meer te doen. Ik ga me niet meer verstoppen, inhouden of anders voordoen. Het leven is te kort en te mooi om jezelf constant te moeten snoeien. Dit denk ik dus in een flits voor ik diep adem haal en zeg: "Nee, ik heb een vriend". 
Mijn hart bonst in mijn keel
"Oh, jij bedoelt jij bent homo?"
"Uhm, ja dat ben ik."
"Ik ga niet liegen, man, dat vind ik moeilijk. Vanuit mijn geloof, weet je. Ik ga je alleen wel respecteren, hoor, je mag nog steeds gewoon voorin komen zitten."

Wat volgde was een lang gesprek, Utrecht-Nijmegen is best een stukkie rijden. Ik vertel hem over wat ik net gedaan heb, dat ik een voorstelling heb gespeeld waarin ik vertel hoe het is om als homo op te groeien in de jaren negentig en hoe dat ook nu nog vaak moeilijk is
"Zoals nu met mij, bro?"
"Ja, ik vond het best een beetje spannend om bij jou in de taxi te stappen."
"Dat is fucked up, man."
"Ja, dat vind ik ook."

We hadden het ook over geloof en dat God in welk geloof dan ook ons vooral leert om elkaar lief te hebben en niet te oordelen. We hadden het over racisme en vooroordelen daarover. Dat ik daar ook niet vrij van ben. Hij vertelde over zijn afkomst en hoe moeilijk het voor hem was om zijn weg te vinden in deze maatschappij. 
"Daar lijken wij wel op elkaar in de een of andere fucked up manier, man. Zo had ik het nog nooit gezien."

We gaven elkaar de ruimte om onze ervaringen te delen. Ik was het niet met alles eens wat hij zei, er waren grote vooroordelen en ongemakkelijke vragen (ja, hij vroeg wie het mannetje en wie het vrouwtje in de relatie was) en ik heb misschien ook dingen gezged die vanuit vooroordelen voortkomen die ik niet door had. We werden alleen niet boos op elkaar, we polariseerden niet omdat we elkaar de veiligheid en het respect gaven om het er over te hebben.

Toen we in Nijmegen aankwamen en ik uitstapte ging het raampje van de taxi naar beneden en vroeg hij:
"Hoe heet je eigenlijk?"
"Bertram."
"Bertram, ik heet Ibrahim, bedankt voor deze rit, ik heb wat geleerd, bro, veel geluk en licht!"
"Dank je Ibrahim, ik voel het precies zo, fijne nacht nog en werkze."

Dit, dacht ik toen ik mijn huis binnenstapte met betraande ogen, dit is de reden dat ik de voorstelling heb geschreven die ik nu speel. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten