dinsdag 26 april 2016

Een schokkende gebeurtenis


Jopie, de familie bij wie ze in betrekking was, haar zus Netty en alle kinderen en zusters van De Steenen Trappen hadden de zware bombardementen op Roermond overleefd. Zo goed en kwaad als het ging, ging het leven door. Het volgende wat Jopie schrijft dateert ze een paar weken na 11 november 1944. Deel 5 van haar verhaal.

Alles was na het bombardement rustig gebleven. Opeens 's avonds om een uur of acht is er een vreselijk lawaai en zo gek als we nog nooit gehoord hadden. De kinderen waren net naar bed en mevrouw en meneer waren nog aan het lezen. Ik was in de keuken aan het omwassen van 's avonds. Wij weer vlug de kelder in en daar hoorden we beter wat het was. Het waren granaten van de Engelsen, dat hoorden we aan het fluiten, door de stad sloegen ze in, bij ons gelukkig niet.

Op "De Steenen Trappen" wel, daar zijn er ontzettend veel ingeslagen. Ze konden nergens anders meer wonen dan in de kelders, en dat met 300 mensen, klein en groot, dat viel niet mee. Alles is weer stil, we gingen maar naar bed. Toen 's nachts ineens mevrouw aan m'n bed stond, ze vroeg of ik meneer even wilde helpen hun bed en dat van het kleintje naar de kelder te brengen, want iedere keer sloegen er dichterbij granaten in. Ze durfden niet meer boven te blijven. Dus ik m'n bed uit (het was onderhand twee uur), m'n jas aan en weer aan het werk. En het bleef maar rommelen buiten. We dachten minstens dat de Tommies al in Roermond waren. Toen we klaar waren kropen we weer in ons mandje.

Verder is alles zo gebleven, iedere dag granaten en ongelukken, want er zijn heel wat mensen getroffen. En de Duitsers bleven maar stelen en razzia's houden. Er heeft een Mof ook een vrouw gedood, het was zaterdagavond, ongeveer 5 uur, ik moest even voor mevrouw naar de bakker toen ik in die straat kwam hoorde ik ineens een vreselijke slag, ik dacht dat het een granaat was, maar dat was mis. In die straat stonden allemaal groepjes soldaten van drie à vier man. Ik vroeg wat die aan het doen waren. Aan iedere deur belden ze aan en als de deur open ging sloegen ze het slot kapot met hamers en bijlen, net wat ze hadden, zonder pardon.

Wat had dat voor doel? Dat vroegen alle mensen zich af. De Moffen zeiden dat de deuren dag en nacht moesten open blijven. Nu was er ook zo'n troepje voor een winkel die Vlok genaamd was. Ze hadden al enkele malen gebeld en gerommeld maar kregen geen gehoor. Die heethoofden dachten natuurlijk dat de mensen niet wilden opendoen. Één van hen pakte een handgranaat en slingerde die door de deur, en op datzelfde ogenblik kwam die vrouw aangelopen om de deur open te maken. Ze kreeg de granaat in haar buik en was na vijf minuten dood. Ik heb haar zien liggen, haar kleren aan flarden en bebloed, het was vreselijk. Ik zal het hier maar bij laten en verder gaan met het evacueren.

Door Jopie van Etten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten