dinsdag 26 juli 2022

Toen was geluk... # 114

Mijn vader had een bescheiden salaris, zodat mijn moeder, in een tijd dat dat niet heel gebruikelijk was ook werkte om, zoals ze dat zelf altijd zei 'iets meer te kunnen doen dan alleen rechtuit'. Wat ze ook deed was iedere week een tientje apart leggen. Dat was in mijn tijd, maar ik geloof dat ze ooit is begonnen met vijf gulden. Dit om de voor een gezin altijd dure decembermaand het hoofd te bieden. Ze deed dit eerst gewoon door het thuis ergens neer te leggen, maar omdat, ik vermoed, de verleiding te groot was om als ze even geld nodig had het er daar vanaf te halen, ik niet beter weet dan dat ze de tientjes bij De Buurman spaarde.

De Buurman was meneer Groenenberg, een weduwnaar die samen met zijn dochter Riek links op de eerste woonlaag in ons portiek woonde. Maar wij kenden hem allemaal als De Buurman. Mijn moeder was niet de enige die bij hem per week een tientje spaarde, ook tante Stien die op dezelfde woonlaag rechts van De Buurman woonde deed dat. U weet wellicht nog wel dat tante Stien en mijn moeder naast buurvrouwen ook vriendinnen waren en ze elke maandag, de ene week bij ons de andere week bij tante Stien, 's middags een glaasje met elkaar dronken. Bessenjenever voor mijn moeder en sherry voor tante Stien. Onderwijl rokend als havenarbeiders en tante Stien immer met tikkende breipennen. 

Nadat er vijftig weken van het jaar om waren werd de vijfhonderd gulden die op die manier was gespaard met enig ceremonieel bij De Buurman overhandigd aan de dames zodat dit bedrag met de kerstdagen en oud en nieuw kon worden ingezet. 

Zomaar een klein wetenswaardigheidje uit mijn jeugd waar ik van de week, terwijl het ruim 35 graden was, ineens aan moest denken en er een beetje melancholisch van werd omdat ik die momenten van het bij elkaar op maandagmiddag komen en het spaargebeuren bij De Buurman weer even in mijn hoofd beleefde. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten