Afgelopen voorjaar kwam het mooie theekastje van mijn moeder in mijn woonkamer te staan en bij het inrichten ervan dacht ik aan het lampje. Het stond er heel mooi op, maar ja het kapotte kapje. Klussen in de breedste zin van het woord staat zo ver van mij af, dat ik mensen die goed zijn in allerlei doe het zelf- en klusactiviteiten inzicht daarin van welhaast mythische proporties toedicht. Je geeft ze een stapel hout wat spijkers en een hamer en bam! er staat ineens een huis, dat soort dingen. Van die mensen die trefzeker de Gamma inlopen en weten wat ze nodig hebben (zonder briefje!) en ook weten wáár ze het moeten vinden en er bovendien mee overweg kunnen. Het is voor mij een andere fascinerende wereld waar ik niets van begrijp. Niet het hoe, wat en waarom, maar ook niet de lol die zij er wel inzien om iets vanaf nul op te bouwen of kapotte zaken te repareren. Zij krijgen dan ook mijn diep respect en niet aflatende bewondering.
Ik begreep dat om het te repareren er gelast of gesmeed zou moeten worden, en ik dacht meteen aan vriend Albert, de man van Nadira. Ik had verschillende heldhaftige klusverhalen over hem gehoord. Opgegroeid op een boerderij in Groningen, dan kun je wel het een en ander. In de tuin van zijn vorige woning klom hij in bomen om te zagen en te hakken, zo'n man had vast ook wel de apparatuur om iets met dat lampenkapje aan te vangen. Dat had hij niet, maar hij had wel een vriend die dat voor zijn werk deed. Zodoende ging het lampenkapje naar die vriend toe en die heeft dat zeer keurig en vakkundig gemaakt. Van de week kreeg ik het kapje terug.
Dat was deel één. Deel twee was dat er een nieuw stoffen kapje onder moest komen. Dat vond ik, dat vonden mijn ouders destijds ook. Oorspronkelijk hoort het niet, maar ik kende het lampje niet anders. Bij de lampenwinkel met honderden lampenkapjes bleek dat er niet één kapje was die er onder paste. En de man van de winkel zei ook: "Er hoort geen kapje onder hoor, en tegenwoordig zijn er juist weer heel veel lampen met open kappen van diverse materialen". Ik keek rond en zag inderdaad lampen met open raamwerken van o.a. hout en metaal. Dan maar zonder stoffen kapje. Ik moet zeggen dat het niet gek is, maar ik moet er wel even aan wennen. Maar ondanks die gewenning ben ik wel heel blij dat het lampje van opa en oma en later van mijn ouders weer bij mij staat de branden.